Er zijn zo van die oude krantenartikelen waarvoor ik meteen in de graafmachine spring. In de Schager Courant van 15 februari 1883 verscheen het volgende bericht: 'Het dienstmeisje E.K., alhier in dienst zijnde, dat heimelijk bezoeken bracht bij een typhuslijder ter dezer plaatse, begon zich ten slotte ook niet wel te gevoelen en ging daarom naar haar vader, die te Barsinger- horn woonde. Doch de man wilde haar niet opnemen en beval haar weder naar Schagen terug te gaan. Onder weg bezweek het meisje even wel en zakte bij een arbeiderswoning ineen. De arbeider en zijne vrouw, welke menschlievender waren dan den hardvochtigen vader, namen het meisje op, dat spoedig bleek door den typhus te zijn aangetast. De braven menschen verzorgden nu het meisje en mochten eindelijk het geluk smaken dat zij herstelde; doch deze vreugde werd alras verstoord; want het dochtertje dezer brave menschen, een meisje van 17 jaar, werd spoedig ziek en overleed aan den typhus, terwijl man, vrouw en een ander dochtertje ook door den typhus zijn aangetast.' Het Dienstbodenregister Het is een schrijnend verhaal, dat om een onderzoek vraagt. Het dienstmeisje E.K. werkte in Schagen en had in Barsingerhorn haar ouderlijk huis, zo lezen we. We gaan op zoek en begin nen bij het Dienstbodenregister 1880-1890. Daar vinden we onder de 200 geregistreerde inwonende arbeidskrachten met voorletter K één vrouwelijke E.K. die begin 1883 in Schagen werkte: Elisabeth Kweldam, geboren 12 september 1854 te Barsingerhorn. Met haar 28 jaar was ze al geen meisje meer, maar nog wel ongehuwd. Zij was op 26januari 1881 als dienst bode komen inwonen bij J. de Vries in Schagen. Deze leren we in het Bevolkingsregister 1880-1890 kennen als Jan de Vries, een gepensioneerde veehouder uit Barsingerhorn die met zijn vrouw en dochter woonde aan de Laan D 11. Bij hem was Eli sabeth Kweldam inmiddels twee jaar in betrekking. Nu legde ze dus heimelijke visites afbij een tyfuslijder. Was sprake van een verborgen liefdesrelatie? Of hield Elisabeth de bezoeken geheim omdat ze haar waren verboden uit vrees voor besmetting? Hier tasten we in het duister. In beide gevallen kan men zich verplaat sen in de boosheid van de vader, al is die geen rechtvaardiging om zijn zieke dochter van zijn erfte jagen. Haar naam leidt ons via de website Noordhollandse Huwelijken eenvoudig naar hem. Hij was Pieter Kweldam, slager te Barsingerhorn en anno 1883 een alleenstaande weduwnaar van 70 jaar. Een hardvoch tig man? Hij had in zijn leven negen van zijn vijftien kinderen en twee echtgenotes moeten begraven. Laten we niet te gemakke lijk over hem oordelen. De Overlijdensakten De symptomen van tyfus zijn buikpijn, hoge koorts, hoofdpijn en verwardheid. Dat te bedenken is het nog een wonder dat de arme Elisabeth het lopend tot Barsingerhorn en weer terug heeft weten te brengen. Onderweg naar Schagen begaven haar krachten het ter hoogte van een arbeiderswoning'. Nu we uit het krantenbericht weten welk een drama zich onder het dak van die woning zou afspelen, komen de Overlijdensakten van Schagen uit 1883 van pas. Waar stond dat huis? Welk meisje van 17jaar overleed in het begin van 1883? Ach, daar hebben we haar al: 'Heden den vierentwintigsten Januarij Achttienhonderd drie en tachtig, zijn voor ons ondergetekeende, de Ambtenaar van den burgerlijken 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2017 | | pagina 14