'Hier Sybrand Pastor was, hy 't Pausdom eerst beminde,
Soo lang als hij ruig leefde, het Pausdom hem bezinde,
Maar als hem Christus riep, en hy hoorde Christi reeden,
Men ving hem in de Zype, men brand in d'Haagzyn leden,
Als 't Pausdom deze moord, aan dees Martelaar bedreef,
Men vyfiien hondert jaar, en tien maal zeven schreef.
Hy riep U Kerke Christ, u volk dog komt te bate,
Twee jaar daarna, dees plaats, d'Afgoderi moest late,
Christoffel raakt' in 't vier, bels Priesters kroop in d'hoek
Voor afgod Christum zelfs, voor beelden, Godes boek,
Voor Priesters, Monnik, Paap, zag men hier Gods dienaren,
Men hoortze Godes Woord, voor alle man verklaren.
Nogswaart, nog strik, nogfelle vlam,
De waarheit oit, zijn kragt benam.
Markt, Hij is daar in 1598 beroepen en bleef er voorganger tot
zijn dood in 1624. Hij zal daar ook zijn blijven wonen. Welis
waar wordt hij niet genoemd in de Generale Pachten van 1610
en 1615, maar in die van 1623 komen we aan het begin van de
Nieuwstraat dezelfde namen tegen als in 1605 Jan Dircxsz
de Geus, Clemment Jessen, Guert Fransdr, en Vincentius Meu-
sevoet. Hij zal er derhalve wel tot zijn dood hebben gewoond.
Simon Frericsz wordt in 1605 aangeslagen voor het bezit van 2
geersen en 4 snesen land, naast zijn inboedel en huisraad (die
ook werden belast; een soort personele belasting, die nog niet
eens zo lang geleden is afgeschaft en vervangen door de inkom
stenbelasting). Hij moet daarover 3 schellingen betalen.
In 1610 wordt hij aangeslagen over het bezit van zijn huis en erf,
inboedel en huisraad; daarnaast nog over 1 gars land in Barsin-
gerhorn, dat hij verpacht, 1H gars land in Haringhuizen dat hij
ook verpacht. Hij moet nu iets meer betalen, te weten
4 schellingen.
In 1615 staat er: binnen in Schagen zelf) 10 snees, tot Bar-
singerhorn soveele het te huijer gelt (=pacht doet) 31 gulden vrij
gelt, 't huijs imboel huijsraet 2 koeijen 1 paert, tot Haring
huizen 28 snees gelt te huijer 30 gulden vrij gelt en hij moet
daarover aan belasting 7 schellingen betalen.
In 1623 blijkt hij te zijn overleden, want nu wordt zijn
weduwe met haar kinderen aangeslagen: 't huijs erve imboel
buijten 90 gulden lanthuijer in 't geheel schuldich 100 gul
dende aanslag bedraagt 6 schellingen.
Deze opsomming toont aan dat we bij Simon Frericsz te doen
hadden met een kleine boerenbedoening, gelegen aan de
Nieuwstraat, zijnde het derde of vierde huis links gezien vanaf
de Kerkebuurt.
Rapenburg
De Nieuwstraat liep tot het water dat het Noord met de Lange-
sloot verbond. Over dat water lag een bruggetje dat de Nieuw
straat verbond met het erfvan het huis Rapenburg. Dat huis
werd door de pachters gerekend te behoren tot de Nieuwstraat.
In 1605 is de heer van Schagen de eigenaar. Met ingang van de
laatste dag van juni 1612 verwerft Cornelis Jacobs Pee(t)oom
uit het Schagen deze ridderhofstee en betaalt erfpacht aan de
heer van Schagen. Zelfs in 1610 heeft deze Peeoom al bemoeie
nis met Rapenburg want dan wordt hij voor dit Rapenburg
aangeslagen in het kader van de Generale Pacht. Peeoom blijft
tot 1651 in het bezit van Rapenburg, in dat jaar verkoopt hij,
dan woonachtig in Hoorn, Rapenburg aan Cornelis Cornelisz
Coningh.
Wisselingen en Blijvers
Elke keer dat de bewoners en eigenaren naar hun bezittingen
wordt gevraagd, blijken er vele wijzigingen op te treden naast
een aantal constanten.
Ene Clemment Jessen woont in het tweede of derde huis aan de
westkant - vanaf1610 tot 1633 - onafgebroken in de Nieuw-
straat. Hij is ofwel kleermaker (snijder) of rietsnijder.
In 1632 is er sprake van de pastorije aan de westkant, iets
voorbij de helft. In dat huis woonde mogelijk Meusevoet al in
1605, maar zeker in 1623. Later is er een predikantswoning aan
de Hoogzij.
Van vele bewoners is niet bekend wie het zijn, ze verschijnen
een keer in de boeken van de pachters, soms voor een gering
bedrag aan te betalen belasting soms met de aantekening dat ze
niets hoeven te betalen.
Iets anders wat duidelijk wordt, is dat in de eerste helft van de
17e eeuw de straat ook werd bewoond door mensen als notaris
en boekbinder Valckenburg, chirurgijn Claes Aris, dominee
Meusevoet, schoolmeesters als Sijbrant Fopps en Jan Organist.
Ook Doctor Petrus Ens woont vele jaren in de Nieuwstraat
voordat hij verhuist naar de Laagzij. Daarnaast wonen er men
sen die land bezitten en verpachten.
Portret van dominee Vincent Meusevoet.
Dominee Vincent Meusevoet werd in 1560 geboren
in Eeklo (Vlaanderen). Hij studeerde in Leiden waar
hij in 1589 trouwde met Janneken Mannes. In 1590
werd hij beroepen in Zevenhoven vanwaar hij in
1598 vertrok naar Schagen waar hij in 1624 over
leed. Zijn zoon Daniël geboren in 1592 werd ook
predikant en werkte in Marken en de Noord-Zijpe.
Ds Vincent Meusevoet schreef een gedicht dat lange
tijd in de oude kerk heeft gehangen. Het gaat over
de de 'afvallige' priester Sybrant Jansz, die uitein
delijk in Den Haag op de brandstapel terecht kwam,
nadat hem eerst zijn priesterschap ontnomen en hij
vervolgens was geworgd.
8