De Nieuwstraat wordt ook
wel Papestraat genoemd
weg en onder het parkeerterrein door tussen het water langs het
Rapenpad(je) en de Langesloot.
De eerste vermelding
In de registers van de tiende penning van 1557 en 1561 wordt
de Nieuwstraat niet genoemd, wel de Kerkebuurt. In latere
registers, aan het begin van de 17e eeuw, lopen de mannen
van de vroedschap die de pacht moesten vaststellen, steevast
de route Noord, Lagezijde van Noord en Loet en vervolgens
Kerkebuurt en Nieuwstraat. Dat treffen we voor het eerst aan in
het boek van de Generale Pacht van 1605. Het is niet onwaar
schijnlijk dat de Nieuwstraat in de tweede helft, of nog liever in
het derde kwart van 16e eeuw is 'aangelegd'. In de transportre-
gisters, waarin vanaf1555 door de schepenen werd vastgelegd
welke huizen, landerijen en schuldbekentenissen van eigenaar
wisselden, vinden we de Nieuwstraat voor het eerst genoemd
in een acte van 27 juni 1576. Ene Maerten Lutges (Luitjes)
leent geld van secretaris Pieter Garbrants en stelt zijn huis aan
de 'Nieuwestraet' als onderpand. Naast zijn huis staat aan de
zuidkant dat van Pieter Jansz Rijckwert en aan de noordkant dat
van Sijger Harcsz. Omdat we weten dat het huis van Pieter Jansz
Rijckwert aan de Kerkebuurt stond - en wel tussen het Noord
en de Nieuwstraat - weten we nu ook dat het huis van deze
Maerten Lutges het eerste huis links in de Nieuwstraat was.
Bovendien weten we dat daar in ieder geval twee huizen naast
elkaar stonden en die zullen niet in 1576 zijn gebouwd. Con
clusie: in 1576 staat aan de Nieuwstraat een aantal huizen en
is deze Nieuwstraat al een tijdje als 'straat' in gebruik. Hoelang
wordt alleen niet duidelijk uit de bewaard gebleven documen
ten. Hoe het ook zij, het is in Schagen de tweede 'straat', de
Molenstraat heeft wat dat betreft de oudste papieren.
Zo'n 14 a 15 huizen en erven
Hoeveel huizen stonden er? Om dat aan de weet te komen
moest er worden geteld op grond van gegevens die beschikbaar
zijn in de boeken van de Generale Pacht en de Verponding, de
registers die werden aangelegd voor de inning van de belasting.
Zoals hiervoor al vermeld liepen degenen die deze aanteke
ningen maakten vanaf het Noord de Kerkebuurt op, namen de
Nieuwstraat eerst links en vervolgens teruglopend weer links
tot ze opnieuw op de Kerkebuurt kwamen en linksaf sloegen.
Daar kwamen ze bij de twee huizen die nog aan de noordkant
van de Kerkebuurt stonden en bezochten vervolgens de huizen
die aan de oostkant ervan stonden, de rij herbergen daar, tot
ze bij de Laagzij kwamen. Alle huizen aan de noordkant en de
oostkant van de huidige Markt lagen dus aan de Kerkebuurt.
De Nieuwstraat strekte zich uit tot het water aan de overkant
waarvan het huis Rapenburg stond. Het gaat om een paar hon
derd meter. Links en rechts was er ruimte voor een gering aantal
huizen, een stuk ofzeven. Deze huizen werden soms opgedeeld
in een aantal 'kamers', men woonde dan in hetzelfde huis, maar
had daarin woonruimte die van de andere was afgescheiden,
opgedeeld in een woonkamer(tje) met stookgelegenheid en
soms een apart slaapvertrek(je). Ook had men toegang tot de
waterput als die er was. Soms had men het recht van pandrop,
dan mocht je het water van het dak van de buren opvangen in
een regenton. Een enkele keer wordt er melding gemaakt van
een secreet, een buiten- w.c., het huisje, boven de sloot aan de
oostzij van de Nieuwstraat die doorliep achter de huizen aan
Plattegrond van de Nieuwstraat in 1832. Tekening E. Visser
5