Twee maal vijf is TIEN
Wilt ge iets aardig zien?
Niets is NUL
Arme snul
De vergeten voorgangers van het prentenboek, het tijdschrift
en het stripverhaal: zo zou je centsprenten wel kunnen noemen.
Vanafhet midden van de 17e eeuw tot ver in de 20ste eeuw
dienden zij tot lering en vermaak van een ieder die er een centje
voor over had.
Een centsprent was een los vel papier met daarop een of andere
voorstelling. Ze kostten maar een paar centen (vandaar natuur
lijk de naam), en werden door drukkers, boekhandelaren en
marskramers verkocht: ook op de markt en op de kermis kon je
ze krijgen.
Centsprenten werden in enorme hoeveelheden verspreid: in
1857 werden er in Amsterdam alleen al 276.000 exemplaren
verkocht: meer dan de stad rond die tijd aan inwoners telde
(225.000).
Ze konden van alles voorstellen: actuele gebeurtenissen als
misdrijven en rampen, maar ook Bijbelse taferelen werden
afgebeeld, en natuurlijk waren er ook spotprenten.
Een aparte categorie vormden de kinderprenten: aanvankelijk
toonden ze net zulke gruwelijke of scabreuze voorstellingen
als de andere centsprenten, maar vanafhet midden van de 19e
eeuw werden ze ingezet om kinderen de burgerlijke normen en
waarden bij te brengen.
Vreeburg beschikt ook over een kleine collectie centsprenten.
De afgebeelde prent is een voorbeeld van zo'n stichtelijk
exemplaar. "Opdracht aen de leerzame jeugd" bevat een aantal
leerzame rijmpjes met rekensommen, zoals:
Twee en een is drie
Pas op kleine Mie
Dat gij u niet bespat
Want onze straat is nat
Een zind'lijk kind
Is ieders vrind
Ook te zien bij uw eerstvolgende bezoek aan in Vreeburg!
Centsprenten
Tw<* mul drie U 7.?.$
Z.to «nffp alt ren mrt.
Iiaal myn tpa do<>r den Vt»nl
tan dfti vroct<llorna ^'criil.
I'irt leeg ren li djf van l'jpit,
>o nrrVt I'D vlüj no'l hart en tj.j
Twee rn mi t* DHIE
l'ai op Itnrir lln*.
ll.it |;4j ti ni< I
Want <icirr «|r,ial it nil.
E'i) /inil'liji, L ml
It inlm wirnd.
Martin van der Jagt
19