Uit de collectie van Boerderij- en Rijtuigmuseum Vreeburg
v
Twee >dmI t*w is VIER
Klein Lotje is vel zwwr
7.\i» in haren sch-k
Met hjir hoedje en ilnl.
Kjad'rro die goed keren
nette kkeren.
Drie m twee i« VIJF
Aeh broertje lief, bljjf
Ik n»n<t varkens verko«»p<n
Nu (san zij looi»en.
\U Jan iyu Trien feen by>Uo«J birdt
Dan krijgt iy vavt «k varkens niet
Twee maal drie is ZES
Zt»«» senerp al* een roe*,
(•aat oiyn spa door den k!»nt
*an den vrtK-htbareo grond.
Piet kreeg een hofje van Papa.
Nu werkt l.g vlug met hart en spa
Vier en drie maakt ZEVEN
Hoe rel wilt "ij m|j geven
Voor deei maUche hoen
Wij hebben gel I van doen.
7oo wint Net he» dagelijks brood
Want haar «uders cijn in nood.
Twee maal vier is ACHT.
Ik soek luer c< n wacht
Van boot <>m te stoken
En T potje te koken.
Deze l»c»e kleinr mnd
Baart zuinigheid met deugd en vlijt.
Dne maal drie is NEOEN.
'K heb mijn foir gekregen,
Kn al hetgeen hier staat
B.ijfl »ok in gebeden staat.
Zorgt gij voor uw speelgoed nitt.
Dan baart gij u zelf verdiiet.
Vbftig schrijft mrn rret een L,
En als ik nut kwalijk til.
Doet ook dit g'tal ons i*«n
Jout zoo vee) als vijf maal ben.
En hoe veel is ti'O naai vijf?
bet too veel als ik bier schrijf (L).
HONDERD schrijft men met een C
Klaas 'O Jepj.rn speelt gij Dér
Ik at* tamboer ga voor uit.
Dan volgt de viool en fluit.
Als het leerrn is gedaan.
Mag men vrij aan 't spriet* gaan.
Vijfmaal honderd >v .en D
T *»aait. sicrmt, het recent o».k mee.
Fa» 't ia buiteu koud en stuur,
K> int kii r fittr ii l ij het vuur.
*T st.lb Ik ekj« var den haard
la Vu«c de t,ud.« ailes «aart.
Het r«o> inachc ijf rachrift
Wordt nok met <vn« V! gegrift
DUIZEND toont di I eraan.
Hier mée heb ik ai v.ddaau.
MDCCCXXXXIX (HUM)
Kent gij nu aldit jaargctal.
Niets is NUL,
Arme snul
fiy komt te laat.
Dat spijt mg maat.
Als men bi) iemand komt te gast
Daar moet rijn op den tjjd gepast.
Een m»al een i* EEN,
Jan waar gaat gi) heen 7
'k ga. zegt Jan. myn lieve Lijn.
Waar vrouwen met nieuwsgierig z|jn.
Nieowsgierighrid
Wacht kwaad bescheid.
Een en een i« TWEE,
Ik gj veer naar ree,
Eu al ben ik nog klein
T ch wil ik dapper rijn.
De z-eman i* driftig en vol moed.
Eu waa^t iOvr 'tiand ijju goed en bloed.
Twee en een is DRIE
l'as op kleine Mie.
Dat gi) u niet bespat
Want ourr straat is nat.
E« ii /ind'lijk k nd
Is ieders wirnd.
Tien en een is ELF
Daar is Retje zelf. v
Van viekrn uit 't roosje
Kre.' /ij laast dit doosje
Cescbenk'eti ..en de vriendschap leven
Wi« iou /ijti riend niets gaat tx- geven
Twee ma <1 wij' is TIEN.
Wilt ge iets uitlij; zien 7
ic Turk :aat u vertellen.
Hij wilt den A fit* sptlien.
■eJ'tOf niet al wat men vertelt.
Iiond die 'etter» sjiclt.