Daar hei je de duvel!
'wegens buitengewonen omvang' en 'gedruisch makenden gang' op
de openbare weg verbood van zonsondergang tot zonsopgang.
De wijziging werd door Gedeputeerde Staten afgewezen; Backx
kreeg vrij baan. Een briefschrijver protesteerde: 'Waarom niet
rechtuit aan Ged. Staten geschreven dat de wegen der gem. Wierin
gerwaard geheel ongeschikt zijn om door Stoom-Rijtuigen te worden
bereden. Dit had ook de heer Backx zelf vooruit moeten inzien. Een
ongeluk op zulke smalle wegen kan niet uitblijven'. Terwijl ook de
raadsvergadering van Anna Paulowna zich over dit nieuwe
probleem beraadde, maakte de notaris kilometers: 'Men berichtte
ons dat de automobiel van den heer Backx te Wieringerwaard deel zal
nemen aan de wedstrijd Amsterdam-Parijs'. Ralleyrijders houden
niet van treuzelen en de briefschrijver kreeg gelijk. Nadat hij in
september 1897 al 'het paard van den heer J. Muntjewerf te Anna
Paulowna had doen schrikken, waarbij berijder C. Muntjewerf viel
en zich ernstig bezeerde', haalde de notaris op 1 juni 1899 voor de
zoveelste keer de krant:
'Door het schrikken van den automobiel van den heer Backx
geraakten Dinsdag op het Wad het rijtuig en het paard van den
heer P. Meurs alhier te water. De wagen, die beladen was met
zaad en meel, bekwam eenige averij, terwijl vele zakken te water
raakten. Het ongeluk wil men toeschrijven aan het niet seinen
van den bestuurder van den stoomwagen, zoodat men bij den
hoek plotseling voor elkaar stond.'
De eerste verordeningen
De journalist wist blijkbaar niet dat de automotor op benzine
liep en niet op stoom. Het was ook allemaal zo nieuw, alsof een
galactisch wezen op aarde was verschenen. Mens en dier waren
volstrekt niet op hem voorbereid, zomin als de oneffen straten
en buitenweggetjes. Daarbij kwam de onervarenheid van de
chauffeurs. Zij moesten zich het autorijden zelfaanleren en
regels voor gemotoriseerd verkeer bestonden niet. De Scha-
ger gemeenteraad, waarin de door Backx van de weg gereden
fouragehandelaar Pieter Meurs zitting had, greep in door aan de
politieverordening toe te voegen dat 'een fiets en een automobiel
niet harder mogen gaan in de kom onzer gemeente dan een paard in
matigen draf'. Voor de buitenwegen achtte men maatregelen
niet noodzakelijk; het zou met die automobiel zo'n vaart niet
lopen. Op 8 augustus 1899, vier jaar na zijn entree, waren in heel
Nederland nog maar 168 kentekennummers uitgegeven. De
auto zou voorlopig een modegril blijven, getuige een accessoire
die in 1903 in Engeland was gesignaleerd:
'Het nieuwste snufje van de Engelse high-five is de automobiel
hond. Zoo'n arm dier moet naast zijn meesteres in zo'n tuf-tuf
zitten en meê kilometers verslinden, - met een groote pet op zijn
kop, een gekleurde bril voor de oogen en een buisje met zilveren
knoopen aan. Ook draagt de auto-dog wel een voile.'
Autokarretjes
Volgens een artikel in de Alkmaarsche Courant reed in 1905
in de kaasstad met zijn twintigduizend inwoners welgeteld één
auto rond. 'In dat opzicht kan dus zeker niemand Alkmaar onmatig
noemen. We zijn hier niet slecht bedeeld met groote lui. Maar autokar
retjes ho maar! Die luxe schijnt zelfs den grootste boven de begrooting
te gaan'. In Schagen was dat niet anders; niemand had er nog
een auto. Wel deed zich in de naaste omgeving een volgend
ongeval voor.
'Zondagmiddag was de zoon van den heer P. Kraakman te 't
Zand juist op weg om zich per rijtuig te begeven naar Zij-
persluis, toen in de verte een automobiel in volle vaart kwam
aansnellen. Onmiddellijk begaf K. zich uit het rijtuig, waarin,
behalve hij, 4 kinderen gezeten waren, om het paard bij den kop
te vatten, ten einde het beest beter in zijn macht te hebben, daar
het tekenen van grooten angst begon te vertoonen, en vooral
met het oog op gevaar voor de kleinen. De automobilisten,
welke zeer goed den angst en het beduiden van stoppen van K.
konden opmerken, reden echter in volle vaart voorbij. Hierdoor
begon het paard zoodanig te steigeren, dat het ter aarde stortte
met het gevolg, dat het een achterpoot brak, zoodat het beest
terstond afgemaakt moest worden. Later in den avond, toen
de automobiel terugkwam, beproefde men te 't Zand deze nog
tegen te houden, door een roode vlag op den weg te houden,
doch zonder resultaat. Het nummer der automobiel is bekend,
n.l. no. 242.'
Te water
Uit het nog autoloze Schagen kunnen de onverlaten in geen
geval affomstig zijn geweest. Mr. Backx kunnen we eveneens
vrijspreken, want al had hij dan niet kenteken 1, veel hoger kan
het niet geweest zijn. Wel kwam hij op een andere onaangena
me wijze in het nieuws, en wel op 8 juni 1905. 'Zondagnacht om
half twee is in de Houtmanskade te AMSTERDAM een automobiel
te water geloopen. Het was het voertuig van den heer Backx, Notaris
te Wieringerwaard'. Ook de eerste auto van Oudkarspel raakte
Notaris J.P Backx uit Wieringerwaard in zijn Benz Victoria
met (vermoedelijk) zoon Cornelis en de Wieringerwaardse
timmerman Dirk Kuiper als chauffeur. Foto omstreeks 1900.
15