De afzetting van de straten roept voor ons - 21e-eeuwse
bewoners van Schagen - wat vragen op: een aantal dingen zijn
duidelijk: de Hoge Zijde bij de Botermarkt, wil zeggen aan het
begin van de Gedempte Gracht, het einde van de Herenstraat
is ook duidelijk, maar aan beide kanten van het schuthok,
namelijk aan de zuidkant en aan de noordkant op de hoek
van het Noord, roept een aantal vragen op. Waar moeten we
het 'schuthokzoeken en wat wordt daarmee bedoeld? Sinds
Numan's veldnamenonderzoek weten we dat een schutsweide
de plaats was waar loslopend vee tijdelijk werd gestald; het
schutshok zal waarschijnlijk een zelfde soort plaats geweest
zijn. In de 18e eeuw stond aan de noordkant van de Markt, ter
hoogte van het Noord, de Vismarkt, een zeer opvallend ge
bouwtje. Het is bepaald niet ondenkbaar dat men aan de blinde
muur van de Vismarkt een schuthok had voor bijv. vee dat op
de donderdagse markt bleef staan (wat regelmatig voorkwam!).
Een dergelijk schuthok kan bestaan hebben uit niet meer dan
een aantal ringen aan de muur waaraan vee kon worden vast
gezet, of een aantal losse hekken - maar iedereen wist waar het
schuthok was! Als deze veronderstelling juist is, wordt met aan
de zuidkant van het schuthok de doorgang tussen de Vismarkt
en het kerkhofbedoeld. Aan de noordkant op de hoek van
het Noord bevindt zich de reguliere straat die er nog steeds is.
Met deze afsluitingen heeft men de Markt onder controle en
kan men de toestroom van publiek dat op de openbare executie
af komt in de hand houden. Het is opvallend dat men de
Nieuwstraat - die toen al lang bestond - niet afsluit. Kennelijk
verwacht men geen grote toeloop via die straat. De straat liep
in feite dood op het water van de Langesloot. Men hoeft geen
drommen publiek vanuit die hoek te verwachten.
Het stadsbestuur neemt ook de afzetting voor haar rekening:
26 tot 30 leden van de schutterij, bewapend en voorzien van
kruit en lood worden om het schavot geposteerd en bovendien
wordt er om het schavot een hek van sparren getimmerd.... al
lemaal bedoeld om het publiek op veilige afstand te houden.
Blijft nog over de vraag waar precies de baljuw het schavot heeft
laten timmeren. Uit het verhaal over de afzetting van de verschil
lende straten blijkt zonneklaar dat met waar men gewoonlijk
in het openbaar een vonnis voltrekt de Markt wordt bedoeld.
Maar waar precies op de Markt is onduidelijk; we vinden ner
gens aanwijzingen. We mogen echter aannemen dat het schavot
in de buurt van het rechthuis heeft gestaan. Van andere plaatsen
weten we dat het schavot soms zelfs tegen het rechthuis of raad
huis aan werd gebouwd. Dit rechthuisje moet volgens Cornelis
Bok in zijn boek "De Witte Paal ofJenne" op blz. 121, gestaan
hebben 'aan het oostende der kerk, ter plaatse,waar men,
tegenover de herberg Den Rooden Leeuw nog heden, 1827,
eenen ronden steen vindt'. Op de aquarel van Cornelis Bok 'de
Marktplaats te Schagen uit de herberg de Roode Leeuw te zien'
uit 1827 zien we inderdaad voor de trap naar het kerkhof een
ronde steen. En op de plattegrond van Schagen van Joan Blaeu
uit 1635 staat bij nr. 3 een piepklein rechthuisje ingetekend.
Kennelijk verwachtte men bij deze terechtstelling veel publiek
en mogelijk het nodige tumult. Niet onbegrijpelijk als we de
maatschappelijke impact van het vergrijp en het - toch vrij
milde - vonnis inschatten. Het zal allemaal wel enige opschud
ding hebben veroorzaakt en gespreksstof hebben gegeven in de
kleine gemeenschap van de stad Schagen.
gi jWavTF
Op de plaats van de ronde steen onder
aan de trap stond het raadhuisje.
De afzettingen rond de Markt,
tekening F. Timmer.
Bronnen:
Oudrechterlijk en weeskamerarchief nr. 5882
Oud-archief Schagen, inv.nr. 2, Register van de voorvallende
saacken en resolutien van de magistraat.
C.Bok, De Witte Paal of Jenne, Amsterdam, 1829.
R.J.M. v.d. Pol, Het Gemeentehuis van Schagen,
De Kakelepost, jrg. 4, nr. 5 (dec. 1989).
12
Fred Timmer