watersnoodramp van 1916 TOELICHTma Afgelopen najaar bivakkeerde een grote groep asielzoekers in de Spartahal. Vluchtelingen zijn van alle tijden, zo leert de geschiedenis ons. Toch is Schagen niet erg bekend met opvang. In de Eerste Wereldoorlog vluchtten de Belgen weliswaar massaal de Nederlandse grens over, echter niet tot Schagen. Tijdens de bombardementen van mei 1940 liepen de Helderse evacuees voornamelijk naar Koegras, de Zijpe en de Anna Paulownapolder. Echter, in de winter van 1916 stond Schagen klaar voor gezinnen uit Anna Paulowna toen daar de dijken het na een hevige storm hadden begeven. Vluchtelingen zijn van alle tijden. In dit artikel een reconstructie van die barre winterse januaristorm en onverwachtse dijkdoorbraak op fietsafstand van Schagen. Storm Vrijwel het gehele gebied rond de Zuiderzee kreeg te maken met de noord-noordwestenwind honderd jaar geleden, zeker het laaggelegen Noord-Holland. Terwijl Amsterdam onderdak bood aan enkele duizenden vluchtelingen uit Waterland en Amersfoort talloze mensen uit Bunschoten en Spakenburg opving, bleefhet aantal uit de getroffen Anna Paulowna-polder beperkt tot enkele honderden. Volgens het 'Centraal Comité der Vereenigde Watersnood-Commissies N-H Noorderkwar tier' hebben 274 gezinnen officieel onderdak aangeboden gekregen, van het laatste droge deel in Anna Paulowna (69 gezinnen), Schagen (51), Wieringerwaard (49), Den Helder (44), Zijpe Sint Maarten (30), Winkel (14), Wieringen (10) en Barsingerhorn (7). Volgens het gemeentearchief komen op de vluchtelingenlijst van bijvoorbeeld Schagen maar 19 gezinnen voor. De Oost polder stond bekend om zijn rijke boeren, terug te zien in de kolossale, soms trotse boerderijen in het landschap, afgewisseld door de kenmerkende arbeidershuisjes. Het waren vooral deze boerengezinnen van de dunbevolkte Oostpolder die huis en haard achterlieten. Veel vee werd ondergebracht in Oudesluis en 't Zand. Met haar vruchtbare kleigrond kende de Oostpolder veel akkerbouw; het dierenleed had veel groter kunnen zijn. Rustig naar bed Het is 13 januari wanneer er een felle noordenwind wordt voorspeld die iets naar het noordwesten zal draaien, een zo geheten krimpende wind wat duidt op 'zeer slecht weer op komst'. De storm zal niet zo hevig zijn als een paar weken eerder, zo verwacht het KNMI. Niettemin werd op vrijdagmiddag om drie uur 1,28 m boven N.A.P gemeten, om kwart over zes 1,90 m N.A.P. en 's avonds, bij eb, 1,65 m. De dijkgraafvan het polderbestuur registreerde om half twaalf2,15 m. Ooit was de waterstand 2,41 N.A.P geweestKortom, geen reden tot grote ongerustheid. Niets vermoedend ging iedereen 's avonds vrijdag de 13e slapen in deze tot dusverre voor ijslieffiebbers waardeloze winter. Met 50% meer regenval en een gemiddelde januaritemperatuur van 6,2 graden Celsius. In verslagen uit de nacht van 13 op 14 januari worden de eerste meldingen van dijkdoorbraken rond twee en drie uur 's nachts gemaakt. In de Zuiderzee-kom was het water vanaf de Wadden- De dijken werden versterkt met zandzakken. Kaartje van het getroffen gebied. DIJKEN ONDE.RGELOOPÊ.N POLDERS 0£N HELDER de MEDEfiaL tK PLAATS DE ft door&raak Vluchten tijdens de Krimpende wind draait tegen de klok in en voor spelt een weersverslechtering. De term komt uit de tijd van de grote zeilschepen die op het kompas voeren. De windroos kent een verdeling in 360 graden, waarbij 90 graden staat voor oostenwind, 180 graden (zuid), 270 graden (west) en 360 (noord). Bij een krimpende wind (tegen de wijzers van de klok) neemt het aantal graden af. Een wind die krimpt van zuid naar oost draait van 180 naar 90 graden. Het aantal graden krimpt dus. 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2016 | | pagina 14