Een mooi overzicht van het interieur. Links op de foto zoon Gijs Staverman in boerenkiei.
kledij voor de openingssessie. Deze persfoto's haalden het hele
land. Over publiciteit mocht het museum ook daarna niet
klagen. Van het magazine Holland Herald van de KLM tot Meta
de Vries op Hilversum 1. Ook TV-teams uit Duitsland en Japan
reisden af naar deze bijzondere plek in Schagen. Soms had het
een ongewenst bijeffect. Staverman: "De KRO had een radio
programma met toeristische tips. We werden een keer genoemd.
Dat leidde tot parkeerproblemen, de hele Hoep stond vol."
Over de bezoekersaantallen was de eigenaar tevreden. Jaarlijks
trok het Kaasmuseum in Schagen tussen de vijf- en tiendui
zend bezoekers. Een redelijk aantal, omdat het museum slechts
enkele maanden van het jaar geopend was. Dat had alles te
maken met het feit dat het museum volledig draaide op de
familie Staverman. Van september tot en met april waren zij
druk met hun bedrijf in relatiegeschenken en was er simpelweg
geen bemensing om open te zijn. Van mei tot september was het
museum op sommige dagen geopend. Vooral tijdens de drukke
Westfriese dagen moesten alle zeilen worden bijgezet. De zoons
Ruud en Remco stonden dan vaak in het museum.
Collectie naar Flevohof
In de tweede helft van de jaren zeventig krijgt Nederland te
maken met economische a&oeling. Het bedrijfsleven heeft het
moeilijker en op relatiegeschenken wordt bezuinigd. Bovendien
zijn de grote en zware relatiegeschenken met kaas steeds duur
der om te verzenden door sterk stijgende posttarieven. Ook ko
piëren enkele grootwinkelbedrijven het concept van Staverman.
Hoe dan ook, het Kaashuis van Alkmaar wordt geconfronteerd
met dalende omzetten. In de goede jaren gebruikte Staverman
de zakelijke inkomsten om het museum in de lucht te hou
den. Het was nooit bedoeld als inkomstenbron, maar nu de
bedrijfsresultaten terugliepen ontstond een nieuwe situatie. Op
geluiden dat het museum zou moeten sluiten reageerde de ge
meente slechts met 'jammer'. Er kwam te weinig ondersteuning
om voortzetting mogelijk te maken. Op 1 januari 1979 sloot
het kaasmuseum in Schagen noodgedwongen haar deuren.
Vanafhet openingsmoment in 1972 ontving het museum ruim
50.000 bezoekers. In het laatste jaar, 1978, zelfs tienduizend.
Maar financiële omstandigheden dwongen Staverman om
zowel het pand als de collectie te verkopen.
Vooral het afscheid van de collectie deed pijn, want Ruud Sta
verman had samen met zijn vrouwJoke in vele jaren de verza
meling opgebouwd. Het mocht gerust een levenswerk worden
genoemd. Hij probeerde de verzameling bij elkaar te houden
en bij voorkeur alles in één keer te verkopen. Daarvoor bleek
onvoldoende belangstelling, waarop een bekend Amsterdams
veilinghuis in de arm werd genomen. Er werd een catalogus
gemaakt van de vele bijzondere objecten die in losse verkoop
zouden komen. Enkele dagen voor de veilig dook plotseling
een koper op voor de totale verzameling. Het bleek de Stichting
Flevohof te zijn. Dit nationaal bekende agrarische attractiepark
in de Flevopolder had diverse tentoonstellingen in huis, maar
kaas ontbrak nog. Zo verhuisde het levenswerk van de familie
Staverman in 1979 naar de Flevohof. Jarenlang was de histori
sche verzameling daar te bewonderen. De Flevohofging echter
failliet en sloot in 1992 haar deuren. Wat er daarna met de
kaasmakermaterialen is gebeurd weet de familie Staverman niet.
Met de sluiting van de Flevohofkwam ook een definitiefeinde
aan de grote collectie van het eerste Nederlandse Kaasmuseum
uit Schagen.
Robert Witsenl
7