Het Moorjaenshooft staat op de Plaats
Maartje Keman erft o.a. de herberg op de Plaats, de Kerkebuurt,
na het overlijden van haar moeder op 23 februari 1739. Of
het echtpaar Schager meehielp in de herberg wordt uit deze
schaarse gegevens niet duidelijk. Onwaarschijnlijk is het niet,
maar duidelijk is het ook niet. Zij bezaten ook een huis op de
Hoogzij en het kan zijn dat ze daar woonden.
Simon Schager behartigt in elk geval de belangen van zijn
vrouw Maartje, zoals toen en nog lange tijd daarna te doen
gebruikelijk.
Aardig om te vertellen is dat de tekenaar Schoemaker bij Anna
Jans heeft gelogeerd toen hij de tekening maakte die hier is
afgedrukt. Onder die tekening staat het jaartal 1726. Uit zijn
aantekening wordt duidelijk dat hij logeerde in Het Moriaans
Hooft als hij in Schagen was.
Andries Schoemaker was een Amsterdamse lakenkoopman. Hij
was in het bezit van honderden tekeningen van allerlei plek
ken en gebouwen in Nederland. Hij tekende zelf, maar huurde
ook beroepstekenaars in, zoals Cornelis Pronk en organiseerde
tekenreizen per koets. In 1725, 1726 en 1727 bezocht hij ook
Schagen en verbleefdan in De Moriaan. De hele verzameling
tekeningen is bewaard gebleven en op internet te vinden. De
hier afgebeelde tekening van de kerk en het rechthuis laat zien
dat hij die getekend heeft zittend voor of in Het Moriaens Hooft.
Doeke Volperda
Zie voor deze Doeke Volperda ook het kader. Hij koopt de
herberg van Simon Schager.
Simon Scager uit Schagen verkoopt aan Doeke Volperda uit
Bergen 'een herberge, huijs, erve, stallinge en wagenhuijs ge
naamt 't Moriaans Hooft, staande en gelegen op de Plaats alhier,
belendt Cornelis van Zeijl ten oosten, Dirk Hoflaan ten westen,
soodanigh alles behekt en bedoelt is en met de lijdende en
heerschende dienstbaarheden daar bij beseten, met een kas op
de voorkamer staande en een koperen kroontje daar hangende,
sullende wijders den cooper de vrijheijt hebben omme tot
taxatie van twee neutrale mensen hen des verstaande, soo veel
meubile goederen en gereetschappen daar bij te nemen, als hij
sal oordelen benoodigt te sijn, mits die apart en gereet beta
lende, voor een somma van drie duijsent en vijftigh guldens, te
betalen de helft gereet op de aanvaardinge den 1en Meij 1740
en de wederhelft op den 1en Maij 1741 aldus de akte van 15
november 1739.
Bijna drie maanden later verkoopt Volperda de herberg aan
oud-burgemeester Olphert Pet uit Purmerend (hij was enige
keren burgemeester van Purmerend), van wie bekend is dat hij
meer herbergen bezat, o.a. in Hoorn: Doeke Volperda, woo-
nende binnen dese plaats, verkoopt aan Weledelgestrenge Heer
Olphert Pet, oud Burgemeester en Raad der stadt Purmerend
'een herberge, huijs, erve, stallinge en wagenhuijs genaamt 't
Moriaans Hooft, staande en gelegen op de Plaats alhier, belent
Cornelis van Zeijl ten oosten, Dirk Hoflaan ten westen, voor
een somma van twee duijsent driehondert guldens gereet.'
(hij schiet er dus ruim f 700,-- bij in). De akte dateert van 23 juli
1740.
Waarom Volperda dit doet, is niet duidelijk. Hij blijft de herberg
gewoon runnen, samen met zijn vrouw. Bijna direct nadat zij is
gestorven, vertrekt hij in 1752 naar Callantsoog.
Olphert Pet
Olphert Pet bezit niet alleen de herberg Het Moriaens Hooft,
hij bezit in Schagen ook het huis ten westen van de herberg de
Roos op de Hoogzij. Pas na zijn dood verkopen zijn erfgenamen
de beide panden. De kinderen en erfgenamen van Olphert Pet,
oud burgemeester van Purmerend verkopen aan Claas Dudij
'meede woonagtig binnen Schagen voornoemt een huijs en erve
genaamt het Moriaans Hooft, staande ende gelegen op de Plaats
aldaar, belent Hendrik Hoflaan ten westen, de erve Cornelis
van Zeijl ten oosten.' Een en ander heeft plaats op 20 februari
1768.
Claas Dudij
Dat verhaal is van korte duur. Bovendien is Dudij een handelaar
of makelaar. Hij koopt en verkoopt huizen. Hij verkoopt aan Sij-
De Moriaan tot voor enkele jaren.
12