Cornelis Claesz Keeman/Keman
Anna Jans weduwe
Simon Schager
De Kerkbuurt aan
het begin van de
vorige eeuw.
Claes Claesz Texel en voor de laatste eveneens. Ten tijde van
Pieter Cornelisz was het huis bezit van de brouwer van De
Twee Haringen in Haarlem en Claes Claesz Texel is eigenaar
van 's Lands Welvaren op de hoek van de Markt en de Laagzij
en betaalt daar zijn pacht als eigenaar van het eerste huis aan de
Lagesijt.
Op 26 juli 1692 krijgt Cornelis Claesz Keman Het Mooriaens
Hooft overgedragen. De vorige eigenaar is de weduwe Geer-
truijt Bol, weduwe van Hendrik Haring, brouwer in Haarlem.
Opnieuw blijkt dus de brouwerij eigenaar geworden te zijn van
de herberg en dus moet Texel het pand hebben verkocht aan de
brouwerij. Mogelijk omdat hij zijn schulden niet kon betalen.
Of zat het nog anders? Immers, in de Generale pacht van 1687
(dus vijfjaar eerder) wordt Cornelis Claesz Keeman aange
slagen voor 2 gulden en het bedrag is verhoogd 'wegens de
aangecogte acker'. Deze akker op Rijpeland had hij gekocht op
1 maart 1686. Op 19 september 1689 koopt hij een huisje in de
Papestraat, de Nieuwstraat dus. Dat huisje heet 'de Hut'.
In het trouwboek van Schagen staat aangetekend dat Cornelis
Claesz Keman op 2 oktober 1678 trouwt met Marritje Cor
nelis. Zij krijgen ten minste twee kinderen, Cornelis en Klaes.
Hij hertrouwt op 4 juli 1683 met Anna Jans. Ook zij krijgen
kinderen: Guertje, Maartje, Claas en nog tweemaal een Guurtje.
Dochter Maartje wordt als laatste kind geboren in 1698. In
het register van de verponding van 1686 treffen we bij huis
nummer drie Anna Jans weduwe' aan. We weten dat Cornelis
Claes Keman in ieder geval in 1697 nog in leven geweest moet
zijn. Wat betekent dat het verpondingsboek pas geruime tijd na
1686 is bijgewerkt.
Cornelis Claesz Keman woonde in Het Moriaans Hooft, maar
hoe lang al? Wanneer heeft hij de herberg gekocht? Of anders,
wanneer heeft Claes Claesz Texel de herberg van de hand
gedaan en aan wie? Was er een familierelatie met Claes Claesz
Texel? Voorlopig blijft die vraag onbeantwoord.
Volgens het register van de verpondingen, begonnen in 1686
is Anna Jans weduwe de volgende eigenaresse. Het kan niet
anders of deze Anna Jans is de weduwe van Cornelis Claesz
Keeman.
In het register van de generale pacht van 1698 staat Cornelis
Claes Keman, hij wordt aangeslagen voor 5 stuivers. In het regis
ter van 1711, het eerstvolgende register van de generale pacht,
staat 'De weduwe van Keman', zij wordt eveneens aangeslagen
voor 5 stuivers. In de tussentijd is Cornelis Claesz Keman dus
overleden. Wanneer precies is niet bekend omdat ten tijde van
zijn overlijden er nog geen register was aangelegd waarin de
begravingen werden bijgehouden in verband met de te betalen
impost (belasting) op begraven. Dat gebeurt in Schagen pas
vanaf 1733.
In het register van de generale pacht van 1723 vinden we Antje
Keman blijft als in de vorige pachtinge, 5 stuivers'. Het register
van de generale pacht van 1730 bevat de volgende passage:
Antje Keman blijft als voren op 5 stuivers (maar Antje
Keman is doorgestreept en ervoor staat: 1738, 3K en: is
uijtgevallen=vervallen)
Daaronder staat: Doeke Volperda 1740 4 stuivers
Daaronder staat: van Antje Keman 1 2/3 stuiver
Daaronder staat: Sijmon Schager werd gestelt op 5 stuivers.
Uit het vervolg blijkt dat Doeke Volperda er vermoedelijk
tussen is geschreven, omdat Simon Schager de zaak erft na het
overlijden van zijn schoonmoeder, Anna Jans weduwe. Haar
overlijden wordt aangegeven op 23 februari 1739.
Pas daarna verkoopt Simon Schager de zaak aan Doeke Vol-
perda.
Wat eveneens duidelijk wordt is dat het register in de loop van
de tijd werd bijgehouden. Zaken die veranderden werden op
de juiste plek, eronder, ernaast of ertussen genoteerd, totdat een
nieuw register werd aangelegd. In het geval van het register van
1686 heeft dat geduurd tot 1804.
Maartje Keman en Sijmon Scager trouwen op 25 augustus
1726.
11