-
Het Moriaens Hooft. De weduwe Catharina Wijnants, weduwe
van Jeronimo Haringhs, heeft Claes Texel gevraagd te bemidde
len bij de verkoop. Hij besluit de herberg zelfte kopen.
Claes Claesz Texel
Hij is vanaf 20 augustus de nieuwe eigenaar van de herberg Het
Moriaens Hooft. Bekend is dat hij in 1654 een van de schepe
nen van Schagen is. In 1667 koopt hij en krijgt hij een boom
gaard achter de Loet naast het land van de Heer van Schagen
van dezelfde Heer in erfpacht. Daarnaast is hij ook eigenaar van
's lands Welvaren, de bakkerij en tapperij op de hoek van de
Markt en de Lagesijde.
In de pachtboeken van de generale pacht van 1660, 1665 en
1670 wordt het derde huis overgeslagen. De eigenaar woont
ergens anders en betaalt de pacht voor dit huis op een andere
manier. De bewoner betaalt kennelijk geen pacht voor het huis
en het erf. Dat geldt voor Pieter Cornelisz, de voorganger van
Toen de naam Het Moeriaens Hooft voor het eerst
gebruikt werd voor een herberg aan de noordkant
van de Markt, was die niet nieuw voor Schagen.
Op 27 oktober 1588 verkoopt Maritgen Allertsdr aan
Maerten Simonsz Clepper de herberg de Wildeman
die staat op de Plaats, de Markt. Maritgen Allerts-
dochter heet hier de waerdinne int Moeriaens Hooft.
Zij stelt als onderpand voor deze verkoop een kamer
in het Moeriaens Hooft met het erf. Haar buren zijn
Willem Pietersz Backer Hogezijde ten oosten van
haar en Jan Albert Rijsoort Metselaer ten westen.
Anderhalf jaar later koopt ze, nog steeds als 'wae
rdinne int Moeriaens Hooft' een huisje met erf dat in
het bezit is van Jan Albert Rijsoort. Het huisje heet 't
Helcke. Het staat naast en ten westen van het Moe
riaens Hooft en naast en ten oosten van Jan Alberts
Rijsoort.
Deze herberg Het Moeriaens Hooft staat aan de
Hogezij en wordt al als herberg gebruikt in het laatste
decennium van de 16e eeuw, mogelijk al eerder. Op
dat moment heeft de herberg aan de Kerkebuurt die
later Het Moriaans Hoofd zal heten, nog geen naam,
als het al een herberg is.
Waar deze herberg aan de Hoogzij stond, is bij bena
dering vast te stellen. Willem Pietersz Backer, die ten
oosten van de herberg woont aan de Hogezij, komen
we ook tegen in een andere transportakte. Claes Ja-
copsz Schuijtvoerder woont eveneens aan de Hoge-
zij, zijn huis met erf is 'staende ende leggende binnen
Scagen bij de nieuwe steenen brugge opten Hogezij
belent met Sijbrant Claesz Snijer aende oosten
ende Willem Pietersz Backer aende westen Nog
dichterbij de stenen brug staat het huis dat Jan Aris
Fonck, de hoefsmid, bewoont. Dat is een 'kamer'
van het oude klooster, op de hoek van de Hoogzij
en de Laan. Aan de oostelijke zijkant van zijn huis
loopt het 'nieue padt ofte straetken' langs de gemene
vaart, de latere Laansloot. Naast Fonck, ook in een
'kamer' van het klooster, woont Pieter Garbrantsz,
de secretaris van Schagen. Hij is de landmeter Pieter
Grarbrantsz Geometra.
Hun huizen staan dus aan de Hogezij bij de nieuwe
stenen brug. Ten westen van hun woningen en nog
altijd dichtbij de nieuwe stenen brug staat het huis
van Sijbrant Jansz Snijer, dan komt naar het westen
toe Claes Jacopsz Schuijtvoerder, vervolgens Willem
Pietersz Backer, dan de herberg het Moeriaens Hooft,
en vervolgens Jan Albert Rijsoort, de metselaar.
Tussen Het Moeriaens Hooft en het huis van Jan Al
bert Rijsoort staat het huisje met de naam het Helcke,
dat Maritgen Albertsdr van hem koopt. Tussen dit
huisje en dat van Rijsoort loopt een steeg waarvan
ze beide de helft zullen mogen gebruiken. Als ze het
huis koopt is dat onder het beding dat zij noch haar
nakomelingen die steeg dicht zullen bouwen. Beide
moeten ze 'achterom' kunnen en beide moeten ze bij
het dak en de dakgoot kunnen (als die aanwezig is).
Beide moeten ze afdrip kunnen opvangen, het regen
water dat van het dak komt en wordt opgevangen in
een ton. Dat is kostbaar water!!
De geschiedenis van Het Moriaens Hooft aan de
Hogezij is geen lange. Na Maritgen Allertsdr - zij is
getrouwd met Cornelis IJffs, die het huis op de hoek
van het Noord en de Kerkebuurt bezit - komt het huis
in het bezit van ene Hendrik Gerritsz Swemmer. De
dochter van Hendrik Gerritsz, Janneke Hendriksdr
verkoopt het pand in 1627 aan Olfert Olfertsz Messe
maker, die ook koopman heet. Zijn naam luidt in een
van de akten Olfert Olfertsz Coomen Messemaker. Hij
is het die voor het laatst wordt aangeduid als in bezit
hebbend Het Moriaens Hooft. Of deze Olfert Olfertsz
het pand ook gebruikt als herberg, staat niet vast.
In ieder geval gaat daarna - na enige tijd - de naam
over op de herberg aan de markt, de Kerkebuurt.
Daar treffen we de naam voor het eerst bewijsbaar
aan in 1647.