Situatie rond 2000 v. Chr.
waarin water in ons gebied
meer aanwezig was dan land.
Oevers langs water waren ves
tigingsplaatsen, doorgaande
routes en voedselbronnen.
Overzichtskaart van Nederland
- volkomen onbruikbaar als
instrument in de praktijk.
Voorbeeld van een 'extraction camp' waar vis en
gevogelte worden gevangen en geconserveerd.
zogenaamde 'extraction camps', waar ze zich bezig hielden met
een zeer beperkt aantal activiteiten. Het kamp bij Keinsmerbrug
werd in de zomer gebruikt om het vee op de kwelder te laten
grazen en in het najaar voor de jacht op eenden, die ter plekke
werden geconserveerd (gerookt) om als wintervoorraad te
dienen. Zo moeten ook de enorme dikke eiken staanders van
het grote 'huis' in Winkel Zeewijk van verre zijn gehaald.
Rond 2200 v. Chr. was er weer sprake van verhevigde activiteit
van de zee waardoor de nederzettingen overspoeld werden en
de omgevingsfactoren te slecht waren voor vestiging. Pas rond
1850 v. Chr. is er wederom sprake van een 'regressiefase' van
de zee, waardoor het gebied niet alleen een stuk droger wordt,
maar o ok kan verzo eten; er gaat op grote schaal riet gro eien in
de laagste delen en dat riet gaat verlanden totdat er veenmoeras-
sen ontstaan. Op de hoge delen van de oude geulruggen kan
wederom worden gewoond. De grote verrassing is dan dat niet
alleen in West-Friesland, maar ook bij Schagen én in de Zijpe
én in de Geestmerambacht kan worden gewoond. Tot nog toe
werd aangenomen dat het Gat van Bergen pas rond 1200 v. Chr.
voldoende was dichtgeslibd.
Bronstijd bij Schagen en in de
Geestmerambacht
In 2004 werd in een nieuwbouwlocatie in Schagen een neder
zetting ontdekt, die slechts voor een klein deel kon worden
opgegraven. De resultaten waren echter verbijsterend, omdat de
nederzetting rond 1850 v. Chr. kon worden gedateerd en omdat
het aardewerk duidelijke invloeden vertoonde van de zoge
naamde 'Hilversum Cultuur'. Bovendien werd aangetoond dat
er graan werd geteeld en dat op een voormalige geploegde akker
in een later stadium een huis werd gebouwd. Door een zeer
nauwkeurige wijze van onderzoek kon veel over flora en fauna
van de omgeving worden gezegd. Die omgeving was licht glooi
end, voorzien van grassen en boomgroepen waarin duizenden
woelmuizen het leven van de bewoners lastig gemaakt zullen
hebben. Deze mensen hielden vee en ploegden hun akkers. Na
waarschijnlijk korte tijd is dit landschap onder sterke invloed
van de zee komen staan en is er een dik pakket (kwelder)klei op
de nederzetting afgezet.
Een tweede locatie in Schagen leverde slechts een tweetal
scherven op temidden van een waarschijnlijk omvangrijk areaal
aan akkerland. Het gevonden aardewerk suggereert dezelfde
datering, rond 1850 v. Chr. Een derde locatie werd in 2014 aan-
getroflèn bij Sint Maartensbrug: een waarschijnlijk groot gebied
met ploegsporen zonder materiaal, gelegen onder een pakket
dat resten uit de Vroege Romeinse Tijd bevatte.
De Geestmerambacht kent intussen twee plaatsen waar materi
aal uit dezelfde periode is aangetroflen: de ene bij Oudkarspel,
waar dhr. Schermer tijdens de ruilverkaveling een bodemfrag
ment borg dat lijkt op zogenaamde 'Kümmerkeramik', eveneens
in de overgang van Vroege naar Midden Bronstijd te plaatsen.
De laatste plek, in het plan 'De druppels' bij Koedijk, is gelukkig
aardkundig goed onderzocht door de bekende geoloog Peter
Vos, die ook tot de conclusie kwam dat het Gat van Bergen in
derdaad rond 1850 v. Chr. weinig zee-invloed in het achterland
opleverde. Ook hier bracht een C14 datering duidelijkheid over
de leeftijd van de site. Omdat het hier een 'slootkantonderzoek'
betrof, kan weinig over de aard van de nederzetting worden
gezegd. Wel werd duidelijk dat in het gebied enkele oeverwal-
len groot en breed genoeg waren om op te wonen. Veengroei
in de directe omgeving kon niet worden bewezen, hoewel in
5