Pas na 480 jaar een eigen raadhuis
Lang sprak men van baljuw, schout en schepen
binnen het stadsapparaat. Tegenwoordig komen
we functies tegen als burgemeester (ook als hoofd
van politie), wethouder en raadslid. En natuurlijk
de ambtenaren om het reilen en zeilen van de stad in
goede banen te leiden. De behoefte aan een centrale
locatie om te vergaderen, beslissingen te nemen,
recht te spreken en te besturen ontstond vanaf de
eerste dag dat Schagen in 1415 stadsrechten kreeg.
Maar een stadhuis in eigendom liet bijna vijf eeuwen
op zich wachten.
In de 15e eeuw werd de schout benoemd door de heer Van
Schagen. Deze figuur was geen bestuurder, maar had vooral een
justitiële taak en sprak recht. In de wet stond de verplichting dat
een plek voor rechtspraak niet verder dan 10 roeden (circa 37
meter) van een begraafplaats mocht liggen. Het getal tien was
heilig in die dagen. In ieder geval beperkte deze wettelijke bepa
ling de locatiekeuze voor een 'raadhuis' sterk. In de 15e eeuw lag
de begraafplaats van Schagen vlakbij de kerk op het marktveld.
Dat was geen slechte plek, want het was tevens het middelpunt
van het plaatsje. De kersverse 'stad' beschikte in 1415 echter niet
over de middelen om een raadhuis te laten bouwen.
Bakermat 't Regthuys
Het Paleis op de Dam werd door de schatrijke stad Amsterdam
gebouwd. Het gold in de 17e eeuw als architectonisch wereld
wonder. Met dit praalstadhuis wist Amsterdam zowel lokaal als
internationaal te imponeren. Het marktstadje Schagen, met zijn
agrarische omgeving, moest het met aanzienlijk minder finan
ciën doen. Er was alleen geld om enige werkruimte te huren en
dan voornamelijk voor het spreken van recht. Uit middeleeuwse
archieven blijkt dat er volop recht gesproken werd in het recht-
huisje van Schagen. De enig bekende afoeelding van wat toen
't Regthuys heette, stamt uit 1725 van de hand van de Amster
damse tekenaar Andries Schoenmaker. Waarschijnlijk heeft
dat rechtsgebouwtje behoorlijk lang ook als eerste stadhuis van
Schagen gefunctioneerd.
Aan de Markt stond de in 1612 gebouwde Herberg De Roos.
Het werd in 1731 door de autoriteiten gekocht en ingericht als
Polderhuis. Hier zetelde het polderbestuur en het stadsbestuur
van Schagen werd medegebruiker op basis van een huursom.
Want het gemeentelijk apparaat vond het oude rechthuisje veel
te klein geworden. Met het betrekken van de grotere ruimte
in de voormalige herberg werd 't Regthuys' verlaten. In 1895
werden de rollen omgedraaid: Schagen kocht het perceel en
bebouwing van het polderbestuur. De polder werd huurder.
Daarmee was 1895 pas het jaar waarin Schagen over een
raadhuis in eigendom beschikte. De gemeente had er 480 jaar
voor nodig! Oorspronkelijk had het aangekochte gebouw uit de
17e eeuw een halsgevel, maar tijdens een renovatie in 1898 werd
dit veranderd in een trapgevel. Met die nieuwe trapgevel is het
raadhuis bekend geworden door de opkomst van de fotografie.
Ook vele trouwfoto's zijn gemaakt op het bordes met trappetje.
Architectuur voor nieuwbouw
Al voor de Tweede Wereldoorlog maakte Schagen plannen
voor nieuwbouw. Het uit 1612 stammende raadhuis was te oud
en te klein geworden. Tegenwoordig zou het pand op de Monu
mentenlijst zijn beland en een andere functie hebben gekregen.
Echter weinig mensen maalden toen om de sloop van oude
bakstenen. De stad moest voort in de vaart der volkeren! Op
basis van gemeentelijke wensen ging architect Piet Rezelman
in de jaren dertig aan de slag. Hij presenteerde in april 1939 een
ontwerp in de stijl van het Functionalisme. Het was geïnspireerd
op het werk van de beroemde Hilversumse architect Wim
Dudok (die ook het Monument op de Afsluitdijk ontwierp).
Maar dit strakke en fraaie ontwerp van Rezelman werd door de
gemeente afgekeurd, waarschijnlijk vond men het te modern.
Stadhuizen
van Schagen sinds 1415
Het stadhuis van Schagen aan De Laan anno 2015.
26