beiden affiomstig uit Alkmaar, speelden een belangrijke rol in de verspreiding van het calvinisme in Schagen en omgeving. Zij hielden preken in de open lucht (hagepreken) waar veel volk op af kwam. Tijdens deze preken lieten velen zich overtuigen tot het nieuwe geloof. Deze calvinisten werden na de komst van de hertog van Alva meedogenloos vervolgd. Een van de slachtof fers van de door Alva ingestelde bloedraad was Dirk Maartenz. Van Schagen. Hij had deel genomen aan de beeldenstorm in de Sint Laurenskerk in Alkmaar op 24 augustus 1566. Uiteindelijk werd hij gepakt door de Spanjaarden en ter dood veroordeeld. Het vonnis werd op een gruwelijke manier ten uitvoer gebracht in Den Haag; hij werd gevierendeeld en zijn hoofd werd op een staak gezet. Opvallend was dat vele katholieke geestelijken de overstap waagden naar het calvinisme in Schagen en omgeving. Een mooi voorbeeld was pastoor Sybrant Jansz. Ook hij werd gepakt door de Spaanse inquisitie en ter dood veroordeeld. Dat beide partijen het geweld niet schuwden liet geuzenleider Diederik van Sonoy door zijn optreden in West-Friesland zien. Hij was berucht als tegenstander van de Spanjaarden en een fanatiek orthodox-calvinist. Hij werd begin zeventiger jaren van de zestiende eeuw benoemd als gouverneur van het Noorder kwartier. Zijn buitengewone rechtbank, ook wel aangeduid met de lugubere bijnaam Noordhollandse Bloedraad (tegenhanger van de Raad van Beroerten, bijgenaamd de bloedraad die Alva had ingesteld), zetelde een tijd in het slot te Schagen. Vaak was het simpele feit dat je katholiek was genoeg voor marteling en de doodstraf. In 1588 verloor Sonoy de steun van de Oranjes en werd hij verjaagd naar Engeland. Ook in Schagen werd het protestante ofgereformeerde geloof de officiële godsdienst. Over geschillen tussen Arminianen en Gomaristen is niet veel bekend in Schagen. Het enige spoor van enige activiteit van de rekkelijken in Scha- gen stamt uit 1686. Naast, ofin het huis, in de Molenstraat, van ene Pieter Claasz Bras was een Arminiaanse kerk gevestigd. Van conflicten tussen preciezen en rekkelijken in Schagen is verder niets bekend. Het kerkgebouw De kerk op de Markt werd door de gereformeerden overgeno men in 1572. Onwelgevallige versieringen, zoals de heiligenbeelden, Latijnse teksten en altaren, werden verwijderd. Er stonden verschil lende altaren en kapellen, gewijd aan heiligen, in het gebouw Voorbeelden waren de St. Nicolaaskapel, het St. Joris-altaar en het St. Laurens-altaar. Natuurlijk ontbrak een Maria-altaar niet. Allemaal verdwenen ze. Centraal in het interieur stond nu de preekstoel; het woord uit de bijbel, daar ging het de calvinisten om, uiterlijk vertoon leidde de gelovigen maar af. Sporen van deze katholieke ofpaapse (zoals de gereformeerden in die tijd zeiden) versieringen waren nog lange tijd zichtbaar; eind negentiende eeuw herinnerde de toenmalige kerkvoogd Willem Hazeu zich nog dat Latijnse spreuken vaag zichtbaar waren op de pilaren in de kerk, alhoewel ze al een flink aantal malen waren overgeschilderd door de nieuwe eigenaren. Dezelfde Hazeu gaf in 1894 een beschrijving van het interieur van de kerk op de Markt. Dat de protestanten van het woord hielden was te merken aan het grote aantal borden met teksten dat in de kerk hing. Daarop stonden religieuze teksten zoals de door katholieken als kwetsend ervaren psalmtekst 'ik koos liever aan den dorpel van het huis mijns Gods te wesen dan langer te wonen in de tente der goddeloosheid'. Ook hing er een verordening van de schout en schepenen van Schagen. Zo was het bijvoorbeeld verboden om te 'werpen, smijten ofstoten, noch tollen in der kerke'. Roken was niet toe gestaan in de kerk en op het kerkhof. De boete voor overtreders was twee stuivers. In de tweede helft van de zeventiende eeuw werd het godshuis langzamerhand opnieuw ingericht. Preekstoel en banken waren van eikenhout, rijk versierd met houtsnijwerk. De verlichting bestond uit koperen kroonluchters. Zelfs plaatsnemend op de bank werd de gelovige vermaand; 'Ik ben geen klapperbank nog bedde voor rust, Maar zitplaats voor degeen die 't woord aanhoort met lust'. De graven van de heren van Schagen bleven in de kerk aanwe zig. Pas na de brand aan het einde van de negentiende eeuw werd de grafsteen van Willem van Beieren (de bastaard) verwij derd. Deze ligt nu in de oostelijke slottoren. De familie van Beieren had natuurlijk ook een eigen kapel in de kerk; de Sacramentskapel geheten. Er stond een prachtig versierd altaar in met affieeldingen van machtige leden van de Het interieur van de Grote kerk na de restauratie

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2015 | | pagina 24