Europa; de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een uitzonderlijk land. Geen centraal bestuurd land, dus werden de privileges van steden en gewesten gerespecteerd. Geen koning als soeverein en een bijzondere positie op het gebied van de godsdienst(en). Een zeer succesvol land op economisch en militair gebied. De zeventiende eeuw werd in dit gebied niet voor niets de Gouden Eeuw genoemd. In deze nieuwe Republiek speelde het calvinisme, ofde gere formeerde kerk, een belangrijke rol. Het werd de belangrijkste religieuze stroming in de Noordelijke Nederlanden. De belang rijkste maar niet de enige. De calvinisten moesten een aantal andere geloven naast zich dulden; het katholicisme, de joden en de wederdopers. Bovendien waren de calvinisten zelfook geen toonbeeld van een eenheid. In het begin van de zeventiende eeuw werd steeds duidelijker dat er twee stromingen binnen het calvinisme tegenover elkaar stonden. Aan de ene kant stonden de aanhan gers van Gomarus, de preciezen of contraremonstranten, aan de andere kant de Arminianen, rekkelijken ook wel remonstranten genoemd. De predestinatieleer was de splijtzwam. De preciezen geloofden dat een gelovige de hemel niet kon verdienen, dat be paalde de Schepper al van te voren. De rekkelijken dachten dat de mens een plaats in de hemel kon verdienen door een goed gelovig leven te leiden. De spanningen tussen beide richtingen liepen op toen het conflict een politieke lading kreeg. Scheiding van kerk en staat bestond nog niet. Vandaar dat het in deze tijd heel normaal was dat gezagsdragers zich met religieuze zaken bemoeiden. Maurits, zoon en opvolger van Willem van Oranje, en stadhouder (legerleider) koos partij voor de Gomaristen. Landsadvocaat (hoogste regent) Van Oldebarnevelt sloot zich aan bij de Arminianen. Uiteindelijk kostte het conflict van Oldebarnevelt letterlijk de kop in 1619. In de Synode van Dordrecht werden de Arminia nen veroordeeld. Er kwam een officiële calvinistische bijbel, de Statenbijbel. Onder de opvolger van Maurits, die in 1625 stierf, Frederik Hendrik keerde de rust op kerkelijk gebied terug. De Arminianen werden weer gedoogd. De Republiek stond bekend om haar relatieve tolerantie ten opzichte van andere religies. Natuurlijk werd het calvinisme het bevoorrechte geloof. Andere gezindten werden echter oog luikend toegestaan. De belangrijkste waren de katholieken, de doopsgezinden en de joden. Deze tolerantie werd zelfs opgenomen in het verdrag van de Unie van Utrecht (1578). In artikel dertien stond dat de gewes ten inzake religie vrij waren zaken zelf te regelen en dat niemand vervolgd mocht worden vanwege zijn geloof. In de Republiek was gewetensvrijheid en dat was in die tijd uitzonderlijk. Deze tolerantie was niet van principiële aard. Het voorkwam een hoop gedonder. Bijvoorbeeld een burgeroorlog met de katholieken. Conflicten waren bovendien slecht voor de handel. En op de handel was nu juist de welvaart van de Republiek gebaseerd. De Protestanten Alhoewel er geen sprake was van een heuse Beeldenstorm in Schagen veranderden er wel een aantal zaken op religieus gebied. Bekende hageprekers als Cornelis Cooltuyn en Jan Arense, Diederik van Sonoy en de hertog van Alva, scherpslijpers en tegenstanders. 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2015 | | pagina 23