Wie heeft over wie wat te zeggen?
telkens weer een beroep doen op de inhoud ervan?
Bregman in zijn dissertatie over Schagen door de eeuwen heen
neemt in Bijlage II het Stadsrecht van 6 augustus 1427 op. Dat
zelfde doet Mr. Dirk Burger van Schoorl in zijn Chronyk van
de gantsche oude Heerlykheid van het Dorp Schagen op de
pagina's 44 tot en met 57.
Het gaat erom hoe de schepenen en de burgemeesters gekozen
worden, maar ook om de vraag wie er schepen mogen zijn en
tenslotte wie er tot de vroedschap behoren. Daarbij moeten we
in aanmerking nemen dat er sinds de Reformatie veel veranderd
is in de sociale en politieke verhoudingen. Bovendien moe
ten we in het oog houden dat de Heer van Schagen rooms-
katholiek is (gebleven), terwijl vanafeen bepaalde periode in de
16e eeuw de schepenen en de vroedschap zich rekenen tot de
protestantse religie. Vanaf die periode worden rooms-katholie-
ken maar ook doopsgezinden van het stadsbestuur - nagenoeg,
zoals nog zal blijken - uitgesloten. De kwesties liggen dus voor
het oprapen.
Een paar artikelen van het stadsrecht
Burger van Schoorl's tekst voorop, daarna tussen haken de tekst
die we bij Bregman vinden:
In den eersten, alle die geene die gaan zullen tot der Boon-lote,
die zullen gegoet weezen ter hondert Nobele van eygentlyke
goederen, ofte daar boven (In den eersten, alle dieghene die
ghaen sullen totter boonlote, die sullen ghegoet wesen tot hon
dert nobelen, van eygentliken ghoeden ofdaarboven);
Item: zoo wie de zeven Swarte Boonen krygen, die zullen
kiezen 14 Mannen, uit elken zevendeel twee, gegoet ter hondert
Nobele, ofdaar boven. Van deeze 14. zal die kiezen uit elke
zevendeel, een jegenwoordig Schout (item: soe wie die seven
swarte boenen crijghen, die sullen kiesen veerthien mannen,
uut elcken sevendeel twee, ghegoet tot hondert nobelen of
daarboven. Van desen veerthien sal die schout kiezen uut elcken
sevendeel één yegenwoordich);
Item: deeze zeven, die dat Lot van de swarte Boonen hebben,
zullen geëed worden van den Schout, zonder toeven (item:
deze seven, die die loet van der swarten bonen hebben (gheval-
len is), sullen gheëedt worden van den schout sonder thoeven);
Item: alle jaar als men nieuwe Scheepenen zal kiezen, na de
Ordonnantien voorschreve, zoo zal die Schout, ofeen die ik
daar toe schikke, die Lote van der Boone omme dragen in een
heimelyk vat, zonder openbaringe der Boonen. (item: alle jaer
als men nieuwe schepenen sal kiezen, na der ordinancie voorse-
ijt, soe sal (een van den ouden schepenen die) die schout of die
ick daertoe schikke, die loote van der bonen ommedraghen in
een heijmelick vat sonder openbaringe der boenen);
Item: waar 't dat deeze zeven voorschreve, die de swarte Boo-
nen verkrygen, in der lotinge niet eens en mogte, dat zoude een
voortgang hebben by dat meerder deel van deeze zeven. (item:
waer dat deze seven voorseijt die die swarte bonen vercrijghen
in der lotinghe, niet eens en mochten, dat soude een voortganck
hebben bij dat meerdeel van dese seven);
19. Item: zoo zal een iegelyck Scheepenen, dewyle dat hy
Scheepen is, vreede mogen nemen en eischen, gelyk onze
schout (item: soe sal een ygelyck, diewijle hij schepen is, vrede
moghen (maken) nemen ende eysschen, ghelijcken onsen
schout);
20. Item; zoo en zal niemand binnen onzer Steede Schagen,
Scheepen ofRaade weezen mogen, zy hebben eerst naast
drie jaaren te vooren al een Poorter geweest in onze Steede
voorschreve, en met zyne aling Woonstad aldaar den tyd
voorschreve gewoont, en ongelden van zyne goederen betaalt
en voldaan, gelyk andere Poorteren, als daar toe behoort. (item:
soe en mach niemant voortaen binnen onser stede van Schagen
schepene of rade wesen moghen sij en hebben eerst die naeste
drie jaren te voren poorter gheweest in onsen steden voor
seijt, ende mit sijn alinger woonstadt aldaer den tijt voorseijt
ghewoont ende zijn schot ende alle onghelt van sijnen ghoeden
betaelt ende voldaen, ghelijcken anderen poorteren, als daertoe
behoort).
De onenigheden
Er is niet alleen onenigheid over wie tot de vroedschappen be
horen, de vijftig rijksten, die in het stadsrecht worden genoemd
dat Willem VI aan Schagen schenkt in 1415. Het gaat ook niet
alleen om het feit dat de schout soms opzettelijk de datum van
1 januari laat passeren, met als gevolg dat Schagen een dag of
meer dagen rechteloos is; immers, geen schepenen, geen recht
spraak. Het gaat om het recht de pastoors en later de dominees
te benoemen. Heikele punten, omdat de Heer van Schagen
rooms-katholiek is en alle Heren na de eerste dat ook zijn en
blijven. De vroedschap en de schepenen en de burgemeesters
volgen de oproepen uit de kring van de stadhouder/vorst en
de Staten Generaal ten aanzien van benoemingen op bestuurs
posten. Daarop mogen alleen goed protestantse gereformeerde
mensen worden benoemd. Dan moet je natuurlijk wel genoeg
vroedschappen hebben die aan de criteria voldoen, ze moeten
immers meer dan 100 nobelen bezitten. Of en dat is al een
concessie, genoeg land bezitten ter waarde van die 100 nobelen.
Ook dat is een heikel punt, want wie bepalen dat? Dezelfde
mensen die al in de vroedschap zitten. Ruzie dus, want er zijn
nogal wat katholieken en doopsgezinden die ruim aan het
criterium voldoen, terwijl het aantal gereformeerden dat er aan
voldoet, eigenlijk te gering is. Ze komen dan niet aan het aantal
van vijftig.
Er volgen uiteraard opnieuw concessies.
De brief van 21 februari 1614
Uit een briefvan 21 februari 1614 blijkt dat Adriaan Claas Ber
ger, een van de schepenen, en Sijbrant Cornelisz, notaris, protest
19