De kerk
De Markt en de Hoogzij
De vraag wat er eerder was, het pad of het dijkje om een van
de oude poldertjes van Schagen, laat zich niet zo eentweedrie
beantwoorden. Meestal zal het pad er eerder zijn geweest, om
de eenvoudige reden dat onze voorouders de droogste delen
in het 'hobbelige' landschap zullen hebben gekozen om van de
ene plek naar de andere te lopen.
Uiteraard hebben onze voorouders een kapel moeten en willen
bouwen, toen ze eenmaal bekeerd waren tot het Christendom
en een plek hadden uitgekozen om hun doden te begraven.
Zo'n kapel werd het liefst op een plek opgericht die enigszins
verhoogd in het landschap lag, althans zo lijkt het nu. Het kan
ook zijn dat hij op die plek is neergezet om een heel andere re
den, namelijk buiten de zeven woonplekken maar goed binnen
het bereik ervan, een heilige plek. Zo'n heilige plek vind je in het
begin niet naast de deur, dat zou te gek zijn. Pas later, toen de rest
van het landschap was ingeklonken, stond de kapel of de kerk
hoger, omdat het veen eronder niet was verdwenen, alleen inge
zakt en samengeperst. Wat het ook is geweest, terp ofrestheem
(zo heet zo'n plek, die in de voorgaande zin is beschreven), de
kerk staat ook nu nog een stuk hoger dan de directe omgeving.
Uit een oorkonde van 1421 weten we dat er in ofbij Schagen
een kerk stond. Die kerk ging vooraf aan de kerk die Willem de
Bastaard, Heer van Schagen vanaf 1427, liet bouwen en die in
de zeventiger jaren van de 15e eeuw gereed kwam. Dat is de kerk
die in 1895 verbrandde.
De kerk die er stond in 1421 was trouwens vanaf de strand
vlakte tussen Petten en Callantsoog goed zichtbaar. De rechte
lijn die door de galmgaten van dat kerkje getrokken kon worden
naar de strandvlakte was de grens tussen de Heerlijkheden van
Petten en Callantsoog. Zo staat het vermeld in de genoemde
oorkonde en zo stelde men die grens vast. Het is niet waar
schijnlijk dat die kerk de eerste was die er stond. Zo lang gaat
een gebouw als een eerste kapelletje niet mee. Dat was zeker
van hout en zal er al wel hebben gestaan in de 10e eeuw. Hout
houdt het lang uit, maar ook weer niet zo lang. De ene kapel na
de andere zal in die vier eeuwen zijn gebouwd, de voorgaande
vervangend. En of de kerk die er stond in 1421 al voor een deel -
bijvoorbeeld het onderste gedeelte - van tufsteen was, weten we
niet. Het kan heel goed zo zijn geweest, gezien de vondsten die
bij opgravingen zijn gedaan.
Wanneer en hoe zijn dan de Marktplaats (en de Nieuwstraat),
de Hoogzij, de Molenstraat en de Laagzij ontstaan? Dat zijn
toch de opvallend ontbrekende plekken en straten, eeuwenlang
niet vertegenwoordigd in het college van schepenen en burge
meesters? Het uitgangspunt moet zijn dat die buurt er niet was
en pas later is ontstaan. Tegen de tijd dat de Heer van Schagen
was beleend met de Heerlijkheid in Schagen in 1427, zal er al
wel iets zijn geweest. Mogelijk stonden toen de eerste huizen en
langhuizen ofboerderijtjes aan de Kerkebuurt. Dat was aan de
noordkant van de kerk, die zelf ongetwijfeld de lengterichting
Op dit detail van de kaart van het Hoogheemraad
schap van de Uitwaterende Sluizen kunnen we zien
hoe het vee via 't Noordt Keynsmerwegje (Trapweg)
en een stukje omringdijk naar de Groot Keyns in de
Zijpe werd gebracht.
oost-west gekend zal hebben. Mogelijk stond er een versterkt
huis, een steenhuis, aan de zuidkant, ongeveer op de plek van
het latere kasteel. Mogelijk wat apart, om te beklemtonen dat
wie erin woonde een belangrijk man was. De waarnemer, de vil-
licus van de abdij van Egmond die ten zuidwesten van Schagen
haar bezittingen had vanaf het eind van de 10e eeuw, zal het niet
zijn geweest. Diens huis zal binnen de grenzen van de landerijen
van de abdij hebben gestaan. Schagen heeft mogelijk een aantal
van die versterkte huizen gekend. Namen als de Poort, direct ten
noorden van Tjallewal, en de Magnuslaan en het Magnusslot
zouden dat kunnen aanduiden.
De Hoogzij, oorspronkelijk lopend van de poort van het Kas
teel naar het oosten met in het verlengde ervan de Molenstraat
(zowel links als rechts bebouwd) en de Hoep liggen op een wal,
de hoge kant, de zuidwal. De noordkant is laag, de Laagzij en de
Nieuwe Laagzij. Die zuidwal is duidelijk een dijk, maar de vraag
is welk water er gekeerd moest worden door die dijk? Kwam dat
water uit het zuiden, uit een onontgonnen en nog te ontginnen
stuk veen? Dan ligt die dijk echter op de verkeerde plaats, tenzij
men vanuit het zuiden begon te ontginnen naar het noorden
toe en deze dijk het water uit het noord moest opvangen. Dat
lijkt in tegenspraak met alle gegevens. Of was men aan het
ontginnen vanuit het noorden en moest deze dijk het water
vanuit het zuiden verhinderen over het ontgonnen landschap te
stromen? Dan ligt het water aan de verkeerde kant van de dijk.
Beide opties doen het dus niet goed.
Er is nog een mogelijkheid. Onze voorganger-bewoners van
Schagen hebben het water van de Loet en Trintgast willen
verbinden met het water aan de oostkant van Schagen, de
Bronsloot en de Leets. Mocht dit zo zijn, dan moest er een sloot
worden gegraven door het veen. De prut die daaruit kwam
wierp men op de kant. De keuze viel op de zuidkant. Zo ont
stond er een hoge wal, precies zoals die is ontstaan bij de Grote-
wal en Lutjewal. Die wal raakte langzaam bebouwd met huizen.
De aanname in dit verhaal is dat deze wal later is ontstaan dan
de al genoemde buurten, die de schepenen leverden. Hoeveel
later is niet bekend, maar een schatting is te maken.
Op grond van opgegraven materiaal wordt verondersteld dat op
de plek waar nu het kasteel staat al in 1200 een versterkt houten
huis gestaan heeft omringd door een gracht. Dit houten huis
11