'scagon' genoemd werd, opvallende ofopvallend veel bosjes
hebben gestaan. Die bosjes moeten bovendien goed zichtbaar
zij geweest in een waarschijnlijk nogal geaccidenteerd land
schap. Dat was een veenlandschap met hoge en verzonken
delen, bovendien doorsneden door beekjes en vermoedelijk
ook bevaarbare wateren, een rivier ofeen geul.
De plek die werd aangeduid met 'scagon' moet ook bewoon
baar zijn geweest, dat wil zeggen dat er minimaal akkertjes aan
gelegd konden worden, voldoende materiaal moet zijn geweest
voor hutten ofandere bouwsels waarin je kon wonen, mogelijk
eerst alleen in de zomer. Verder moet er voldoende drinkbaar
water zijn geweest. Nu zijn rivier- ofbeekoevers daarvoor de
beste plaats. Dat leidt tot de aanname dat langs alle genoemde
buurten water gelopen moet hebben. Dat was in ieder geval zo
in een veel later stadium. Het kan natuurlijk zijn dat een ofmeer
van deze buurten zijn aangelegd aan later gegraven water, ofwel
afwateringssloten. Als je een veenlandschap wilt ontginnen, dan
moet je ervoor zorgen dat het water uit het veen kan wegvloei
en, omdat het anders veel te nat is om het te bewerken en er iets
op te verbouwen. De toplaag moet veraarden en 'verharden'.
De watertjes
Langs Hemkewerf en langs Wijbedewerfvloeide waarschijnlijk
vanafhet begin water. De beek die we nog altijd kennen als het
Rensgars, vroeger terecht gespeld Trintgast, of 'stroom door de
geest(grond)'; rinnen is stromen, gast is geest, is geestgrond.
De Loet lag aan een inzinking gevuld met water in het land
schap, die een loet werd genoemd. De Dorpen lagen aan het
stroompje dat we kennen als de Meersloot. In welke richting
deze stroompjes in het begin hebben gelopen is moeilijk te
bepalen. Ook de Nes zal langs een beek hebben gelegen, het
woord betekent landtong, mogelijk gaat het om aangeslibd land
langs een water, of eenvoudigweg een beekoever.
Grotewal en Lutjewal zullen ontstaan zijn langs een gegraven
water, een wal ontstaat als je een sloot graaft en de prut op
de kant gooit. De wal die zo ontstaat, is een bebouwbare en
bewoonbare strook land. Niet al te breed in het begin, lijkt het.
Als je er echter tijd en moeite insteekt en op sommige plekken
meer materiaal van bagger en planten aanbrengt dan ontstaat
er een bewoonbare plek, iets als een woonhoogte of een terpje.
Als in een later stadium het land eromheen meer inklinkt dan
de woonhoogte, lijkt dat op een terp, ook al is het dat mogelijk
in het begin niet geweest. Een aantal van die woonplekken langs
de beide sloten zijn de latere buurten Grotewal en Lutjewal.
Kennelijk is Tjallewal later ontstaan, ofin het begin zo klein
gebleven, dat er zich geen buurt ontwikkelde.
De paden
De straten en de wegen die we nu kennen in Schagen, waren
er in de beginperiode niet. Bij de beginperiode moet worden
gedacht aan de ruwweg vierhonderd tot vij&onderd jaar
tussen 1000 en 1500. In het begin zal het uitsluitend zijn gegaan
om waterwegen. In de loop van de tijd - het is moeilijk te zeggen
om hoeveel tijd het hier gaat - zijn er paden ontstaan door het
veenlandschap tussen de verschillende woonplekken. Sommige
daarvan zijn nu nog in gebruik, maar dan als verharde brede
straten en wegen. De Lagedijkerweg tussen het Noord en Lage-
dijk en van Lagedijk naar Hemkewerf. Het Hemkewerverwegje
tussen Hemkewerf en de Hale, het pad tussen Hemkewerf en
de Lagedijk. Dat zijn voorbeelden. Wijbedewerf, dat we alweer
eeuwenlang kennen als het Noord, had als centrum het Hoog.
Het Hoog ligt op de plek waar je nu kunt parkeren voor de paar
huizen die erop staan, kruising Noord richting Westerweg en
stoplichten en de voortzetting van het Noord richting Nes(dijk)
en Sportlaan, de driehoek daar gevormd is het Hoog. Indien je
over de Westerweg vanafhet stoplicht bij de Havenstraat rich
ting de Stolpen gaat, rij je over het Keinsmerwegje en ga je bij
de rotonde rechtdoor dan vervolg je je weg over het karrenpad
naar de Trapbrug, het Trapwegje. Deze twee waren samen het
pad dat het vee volgde op weg naar de zomerweide op de Groot
Keins in de Zijpe. De Groot Keins was eigendom van de Kerk
van Schagen.
Een ander oud pad is het Nespad tussen Wijbedewerf en de
Nesdijk/Nes, over dat pad loopt nu o.a. de Beethovenlaan.
En wie de Westerweg neemt richting Alkmaar, rijdt vanaf de
kruising met de Hofstraat over het Avendorperlaantje. Een deel
van het pad naar Valkkoog is niet heel lang geleden hersteld.
Dat is het wandelpad aan de oost- en zuidkant van de Schager
Wiel. Ook de Hoep is ongetwijfeld een oud pad tussen het
eind van de dijk, waarover nu de Hoogzij en Molenstraat lopen,
naar plekken als de Miede en de Lutjewal en langs de Snevert
richting de Nes. De Laan en het verlengde daarvan - volledig
verdwenen door alles wat er aan grote wegen en andere onder
brekingen dwars doorheen snijdt - is het pad naar de weiden
tussen de Dorpen en de Grotewal. En uiteraard ook naar de
Grotewal.
'CHAöenJ>[
Schagen in de 17e-eeuw. Detail van de kaart
toegeschreven aan Johannes Dou.
De Kakelepost, een hoge brug in het oude voetpad naar de
terp Avendorp. Het Avendorper laantje of kortweg Laantje.
10