Schagen werd door de Duitsers van een gemoede
lijk plattelandstadje omgebouwd tot een voor de ge
allieerden moeilijk te veroveren vesting. Gelukkig
is de kwaliteit van de bunkers, keermuren, mitrail
leurnesten en prikkeldraadversperringen nooit op
de proef gesteld.
Om het de aanvallers nog moeilijker te maken kreeg het bestuur
van de Banne en Polder Schagen in 1944 opdracht om vijf
houten bruggen in de aanvoerwegen afte breken. Het pol
derbestuur traineerde deze opdracht tot grote ergernis van de
Duitsers. Eind september van dat jaar kwam er een eind aan hun
geduld. Zij gelastten het polderbestuur onmiddellijk de bruggen
te slopen. Het verslag vermeldt: 'Tussen 30 september en 2
oktob er werden op last van de b ezetter de vijfbruggen totaal
vernield. Jukken (steunbalken), palen, leuningen etc. werden
stuk geramd en gezaagd.'
Het polderbestuur stuurde op 24 november 1944 de gemeente
Schagen een rekening van 945 gulden en 51 cent 'Voor het
slopen van bruggen op bevel van de Duitsche weermacht'. Op 6
juli 1945 werden de kosten vergoed.
De vernielde bruggen waren:
Nr. 72 de brug in de Haalderweg (nu Halerweg)
Nr. 78 de brug in de Lagedijkerweg
Nr. 88 de brug in de Loeterdijk (nu Molenweg)
Nr. 92 de brug in de Tjallewallerweg
Nr. 95 de brug in de Tolkerdijk
Noodbruggen
Na de capitulatie moest het wegennet zo snel mogelijk in
orde zijn en werden met spoed noodbruggen gebouwd. J.L.
Lutjeharms werd door het polderbestuur op contractbasis als
opzichter aangesteld. Hij werd door voorzitter K. Wit Dz belast
met de bouw van de noodbruggen met de geringe middelen
die zo vlak na de oorlog beschikbaar waren. Na een jaar was de
noodbrug in de Lagedijkerweg in zo'n slechte staat dat passeren
levensgevaarlijk werd. Deze brug kon bij nader inzien worden
Brug 88. De herinneringsplaquette zit in de rechtervleugel ingemetseld.
30