(1799) In het vijfde jaar van de Bataafsche Vrijheid, op 13 augustus 1799 werden de burgers in het Departement Texel, een van de acht nieuwe provincies, op de hoogte gebracht van de voorschriften die in werking traden als de vijand een invasie vanuit zee zou ondernemen. Artikel 1 van de proclamatie luidde: "Dat, in geval de vyand inderdaad een landing op eenig gedeelte der kusten van de Republiek mogt ondernemen, als dan dadelyk zorge te dragen, dat alle Paarden zonder onderscheid, welke zig binnen de omtrek van 4 uren van de plaats der landing bevinden naar binnen s Lands worden vervoerd en in zekerheid gebracht, met waarschouwing aan de Ingesetenen, dat zy het zich zelve zullen te wyten hebben, indien zy daar eenig verzuim in doen, of hunne Paarden door het Vyandelijk Geweld verliezen, of zich verdacht maken van den Vyand na de hand gewerkt te hebben, en als Verrader van hun Vaderland beschouwt te worden." Paarden waren uiterst belangrijk voor een invasieleger zoals de inwoners van Schagen zouden ervaren. De vijand De vijand waren de Engelsen. Een Britse vloot was onderweg, maar waar en wanneer zij zouden landen was niet duidelijk. Het vermoeden was dat de Zuid-Hollandse eilanden het doelwit zouden vormen, maar niemand wist het zeker. Het waren verwarrende tijden voor de burgers in de nog jonge republiek die in 1795 tot stand gekomen was na de opstand tegen het bewind van stadhouder Willem V en diens vlucht naar Engeland. De Bataven werden geholpen door Franse troe pen die de Lage Landen binnentrokken. Zij werden door velen als bevrijders gezien omdat zij de beginselen van de Franse Revolutie, Gelijkheid, Vrijheid en Broederschap, met zich mee brachten. Het zou nu allemaal goed komen. De republiek probeerde deze beginselen waar te maken maar moest dit doen onder Frans toezicht. Met een enorme schadeloosstelling en de verplichting zo'n 25.000 Franse militairen te onderhouden en verzorgen. De Bataafse Republiek werd dus een vazal van Frankrijk dat bezig was zijn macht en invloed te vergroten. Ondertussen sloot Engeland een samenwerkingsverband met een aantal landen waaronder Rusland, Oostenrijk en Turkije om samen de Fransen uit Italië en Zwitserland te verdrijven. Om deze coalitietroepen te ontlasten zouden de Engelsen samen met de Russen De Bataafse Republiek binnenvallen om desnoods door te stoten naar Frankrijk. De invasie In de vroege ochtend van 27 augustus barstten de scheepska- nonnen van de Engelse vloot, die voor de kust tussen Callants- oog en Groote Keeten was aangekomen, los. Onder dekking van de overvliegende kogels gingen de Engelse troepen aan land. Zij vielen de Bataafse troepen zo fel aan dat deze hun positie niet konden handhaven; ze werden teruggedrongen tot in het moerassige Koegras. Hier viel voor hen niet te vechten en de Engelsen kregen vrij spel. In zeer korte tijd werden 7.000 En gelse soldaten ontscheept. De overmacht was zo groot dat de Bataafse troepen zich moesten terugtrekken en de Engelsen ge makkelijk tot Den Helder konden doorstoten en de havenstad innemen, waardoor de aanvoer van nieuwe troepen vereenvou digd was. Hier werd door de Engelsen 'en passant' de Bataafse vloot, die overwegend Oranjegezind was, overgenomen. De Bataafse troepen namen stellingen in bij 't Zand, Oudesluis en Petten. Deze positie vonden ze wat te onzeker en de troepen trokken zich terug langs de lijn Schoorl, Koedijk, Alkmaar en via de West-Friese omringdijk naar Hoorn. De Zijpe was dus in handen van de Engelse troepen die zich verschansten achter de Omringdijk vooral in het gedeelte richting St. Maarten en Krabbendam. Het hoofdkwartier werd ingericht in Schager- brug. Op 10 september kwamen de eerste Russische troepen, die de Engelsen kwamen ondersteunen, in Den Helder aan wal. De totale sterkte van het Engels-Russische leger bedroeg nu 35.000 man. Daartegenover stonden de 23.000 man van het Frans-Bataafse leger. Nog nooit hadden er in de Noordkop twee legers van deze omvang tegenover elkaar gestaan. Voor het eerst in de geschiedenis werden hier grote veldslagen geleverd met veel slachtoffers. Het begon met 'De slag om de Zijpe' op 10 september. Op 19 september volgde 'De slag om Bergen', dan 'De Slag om Alk maar' (of'De 2e Slag bij Bergen') op 2 oktober. Tenslotte was op 6 oktober 'De Slag bij Castricum'. De Engels-Russische coalitie was ernstig verzwakt door de grote verliezen aan manschappen en materieel. De bevoorrading liep slecht en er was veel onenig heid tussen de Engelse en Russische soldaten. Bovendien werd het Frans-Bataafse leger voortdurend groter door de aanvoer van verse troepen vanuit het zuiden. De invallers zagen in dat de expeditie geen kans van slagen had en hielden het voor gezien. Op 13 oktober werd bekend dat de beide legercommandanten geheime onderhandelingen voerden over het sluiten van een De vergeten oorlog 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2015 | | pagina 18