Het stadsbestuur van Hoorn stond op haar rechten Zijn vonnis was, vanafhet begin, duidelijk: de doodstraf. Alleen Pieter Nanningsz. kon de commissarissen nog de weg wijzen naar de ware aanstichters van het verraaad. Gesloopt van lichaam en geest leverde hij uiteindelijk een verhaal en namen. De meesten waren zgn. 'glippers' die zich inmiddels in vijandelijk gebied bevonden, maar twee van hen, Pieter El en Jan Jeroensz. waren in Hoorn teruggekeerd. Hoogst verdacht, in ogen van de commissarissen. Pieter El werd al snel, bij toeval, gearresteerd. Confrontatie met de kapot gefolterde Pieter Nanningsz. leverde al heel snel een bekentenis van Pieter El op: Jan Jeroensz. was de bron van alle ellende. Maar Jan Jeroensz. gafmeer problemen. Het stadsbestuur van Hoorn stond op haar rechten en leverde Jan Jeroensz. niet zomaar uit. Er kwam een zware afvaardiging van de Hoornse magistraat mee. Jan Jeroensz. was dan ook niet zomaar iemand; hij was poorter van de stad Hoorn en was een gestudeerd rechtskundige. Op 1 november werden alle luiken van het kasteel van Schagen gesloten en werd het personeel weggestuurd. Jan Jeroensz. werd verhoord en op de pijnbank gelegd. Echter, anders dan bij de andere gevangenen, waren vrienden en bloedverwanten van Jan Jeroensz. hem verontrust achterna gereisd naar Schagen. Zij - en wellicht menige Schaginees met hen - besefte terdege wat er zich achter de hermetisch gesloten deuren en ramen van het Slot Schagen afspeelde. Zij trokken aan de bel bij de Hoornse magistraat, die vervolgens aan de bel trok bij Oranje. Er onwikkelt zich een juridisch steekspel - midden in een oorlogssituatie! - tussen Sonoy en zijn com missarissen, de magistratuur van Hoorn en Oranje, waarbij tal van rekesten van de drie gevangenen de revue passeren. Deze rekesten staan zonder enige twijfel op naam van de geschoolde Jan Jeroensz. In januari 1577 werden de gevangenen op beschikking van Oranje vrij gelaten. Zij weigerden echter de cel te verlaten omdat zij recht wilden. Pas op 9 februari verscheen de procu reur- generaal van het Hofvan Holland in Schagen om de vier gevangenen mee te nemen naar Delft en later de gevangenpoort te Den Haag. Pas in maart 1579 verdween het proces tegen Jan Jeroensz. en zijn medegevangenen. Een echt eindvonnis is nooit geveld. Al deze gebeurtenissen voltrokken zich voor de ogen van de Schaginezen. Het Slot was dan wel niet bewoond door de heren en vrouwen van Schagen, het was wel degelijk in gebruik. Diederik Sonoy had er zijn hoofdkwartier van gemaakt - met alle activiteit van dien. Toen Sonoy's commissarissen - in de volksmond al snel de 'bloedraad' genoemd - er zitting hadden genomen, werd het kasteel al gauw omgeven door geheimzin nigheid. Wie er werk had, mocht niets zeggen, ofwerd op de meest onverwachte momenten naar huis gestuurd. De komst van de procureur-generaal van het Hofvan Holland - hoe hoogverheven en onbereikbaar ook - moet een zucht van verlichting onder de bevolking van Schagen gegeven hebben: het was eindelijk gedaan met de ellende. De tweede helft van de beroemde Tachtigjarige Oorlog is in dit gebied veel rustiger verlopen. Weliswaar hield men een 'staatse' bezetting en had men het bepaald niet breed, maar vergeleken met de eerste helft van de Tachtigjarige Oorlog had men veel minder te lijden onder krijgsgeweld. Er was zelfs sprake van enige opbouw. Verhoor op de pijnbank. Bronnen: Henk van Nierop - Het verraad van het Noorderkwartier - 1999 - Amsterdam Attestatie van Jacob Michielsz. (de scherprechter) - Aanwinsten inv. nr. 1185 - RANH. Fred Timmer 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2015 | | pagina 17