De gewijde hostie was voor hen Broodgoden Jan Meel In de Grote Kerk op de Markt hing tot de rampzalige brand van 1895 in de noordwesthoek een groot wandbord met een gedicht ter herinnering aan deze 'Schager martelaar'. De tekst is geschreven door ds. Meusevoet die van 1598 tot 1624 predi kant was in Schagen. Terloops wordt in het gedicht nog gemeld dat het kerkgebouw twee jaar na deze gebeurtenis, dus in 1572, in gebruik werd genomen door de aanhangers van de nieuwe leer. Ook in de Gevangenpoort hing jarenlang een herinnering aan deze martelaars. bracht gingen in de roerige tweede helft van de zestiende eeuw steeds meer mensen over naar 'de nieuwe leer', zoals het calvinisme in het begin genoemd werd. Dat gold ook voor West-Friesland en ook voor Schagen. Vooral na de beeldenstorm van 1566 werd er fel jacht gemaakt op iedereen die zich openlijk inliet met het calvinisme. Vooral overgelopen priesters liepen daarbij extra risico. De nieuwe deken van West-Friesland, Jan de Gruere, was heel actiefin de opsporing van 'afvalligen'en de beide pastoors van Schagen stonden op zijn lijstje. Uit een briefaan de Spaanse landvoogd over de Nederlanden, de hertog van Alva, gedateerd 9 februari 1568, komen we meer te wetenf'Deurl. Hoochgeb. Furst. Wy hebben hier althans gevangen twee priesters, d'eene genaempt Heer Sybrant Jansz. ende d'ander Heer Wouter Symonsz.; ende is die voirs. Heer Sy brant eertijts pastoir geweest tot Schagen, die ons alhier gelevert is by den Commissarissen van den troublen in't Noorderquar- tier in Hollant". Uit het vervolg van de briefblijkt dat Sybrant Jansz. na een periode als kapelaan in Oosterland op Wieringen in 1560 tot pastoor in Schagen was benoemd. In mei 1567 was hij uit Schagen vertrokken, inmiddels had hij "sijn meysken getroudt tot een echte huysvrouwe, nair uytwijsen die Calvijnse traditie.." Hij was ondergedoken in Zijpe, had daar ook gepreekt, was naar Emden vertrokken, maar toch weer teruggekomen. En dat laatste was hem noodlottig geworden. Alva wilde een voorbeeld stellen. Hij drong aan op snelle ont wijding en vervolgens berechting, al stond het vonnis eigenlijk al vast: ze waren ketters .en die kregen de doodstraf. Het duurde echter tot mei 1570 voor de bisschop van Den Bosch bereid was de afvallige priester uit zijn ambt te zetten. Op de laatste dag van mei werd Sybrant Jansz. in Den Haag op de Vijverberg op de brandstapel ter dood gebracht. Al die jaren had hij gevangen gezeten in de Haagse Gevangenpoort. Watergeuzen Intussen veranderde de situatie in West-Friesland drastisch. Op 1 april 1572 namen de watergeuzen Den Briel in. Heel kort daarna kozen veel steden in het Noorderkwartier ook de kant van de opstandelingen: Enkhuizen, Hoorn, Medemblik, Alkmaar, Edam, Monnikendam,Een van de geuzenleiders was Diederik Sonoy. In 1566 was hij een van de ondertekenaars van het Smeekschrift der Edelen aan de Spaanse landvoogdes Margaretha van Parma, waarin edelen aandrongen op minder strenge maatregelen tegen de aanhangers van de nieuwe leer. Net als zoveel andere edelen kon Sonoy niet anders doen dan zich aansluiten bij de watergeuzen. Hij werd al snel een van hun leiders. In 1572 benoemde Willem van Oranje hem tot gouver neur van het Noorderkwartier. Sonoy was een strateeg, maar ook een keiharde militair. In 1573 liet hij de omgeving van Alkmaar onder water zetten waardoor het Spaanse beleg van die stad mislukte en 'van Alkmaar de victorie begon'. West-Friesland was oorlogsgebied. In het voorjaar van 1575 besloot het Spaanse oppercommando tot de tactiek van de verschroeide aarde over te gaan: het hele platteland tot voor de poorten van Enkhuizen en Hoorn zou worden platgebrand en ieder die men kon grijpen moest over de kling worden gejaagd. Maar de opstandelingen onder leiding van Sonoy hadden zich verschanst achter een natuurlijke waterlinie die zich uitstrekte van de ondergelopen Zijpepolder, langs het riviertje de Rekere naar Alkmaar, langs de Schermer, de Zaan, de Wormer en de Purmer naar de Zuiderzee. In januari 1575 vroor het dat het kraakte. Het ijs zou de Spaanse soldaten kansen bieden. En dus vaardigde Sonoy een ordonnan tie uit om een bijt in het ijs te hakken langs het hele front. De bijt mocht niet minder dan 42 voet breed zijn; van elke dorp werd nauwkeurig aangegeven hoeveel mannen, paarden en sleden het diende te leveren en welke prestatie werd verwacht. Schagen moest 250 man leveren en een bijt van 1125 roeden hakken; Barsingerhorn en Haringhuizen leverden 202 man voor 909 roeden; Sint Maarten en Valkkoog 159 man voor 716 roeden. Wie zich aan de bijtplicht onttrok kon erop rekenen dat zijn huis in brand werd gestoken en dat hij behandeld zou worden als een vijand van het land - wat neerkwam op de doodstraf. De bevolking van Schagen ging - voor oftegen - vanzelfsprekend. Sonoy 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2015 | | pagina 15