ongetwijfeld misleid, maar daarom hoefde je ze nog niet meteen
als ketter met de dood te straffen.
Het werd allemaal een stuk grimmiger toen de dopers de bis
schopsstad Munster bezetten. Duizenden Hollandse dopers
gingen erheen. Monnikendam was een haard en de autoriteiten
vreesden dat die stad ook zo'n vrijplaats zou worden. Men greep
hardhandig in en vervolgde fel.
Schagen herbergde nauwelijks dopers. Maar het kwam wel al
lemaal heel erg dichtbij. In Nieuwe Niedorp, Winkel, Barsinger-
horn en Kolhorn woonden wel veel dopers. In Barsingerhorn
werden zij geleid door Willem Wiggersz. Deze man was niet be
paald het toonbeeld van een revolutionair ofeen oproerkraaier,
maar het Hofvan Holland vreesde dat hij zijn groeiende groep
niet in de hand zou kunnen houden en wilde een voorbeeld
stellen. Eind 1534 werd Wiggersz. samen met enkele andere
doperse leiders opgepakt en gevangen gezet in het Slot van
Schagen. Bemiddeling door vooraanstaande Barsingerhorners
mocht niet baten. Men maakte korte metten. Na acht dagen
gevangenschap werd Wiggersz. op het voorplein van het Slot
achter een gesloten poort 'met het sweert gerecht en onthoofd'.
Niemand mocht erbij zijn, maar er zal een huivering door de
stad zijn gegaan. Heel wat inwoners van Schagen kenden Wig-
gersz. uit Barsingerhorn tenslotte persoonlijk.
Maar het kwam allemaal nog veel dichterbij.
In 1566 raasde de beeldenstorm door de Nederlanden. Nog
geen maand na het begin in Vlaanderen was de St. Laurenskerk
in Alkmaar aan de beurt. Alles werd kort en klein geslagen. De
rooms-katholieken in Schagen waren bang dat het over zou
slaan naar West-Friesland en hadden uit voorzorg allerlei kerk-
attributen naar het kasteel gebracht. Er gebeurde echter niets.
Maar het gistte wel. Een aantal beeldenstormers uit Alkmaar
waren naar het Duitse Emden gevlucht, waar ze veilig waren.
Onder hen was ook Dirk Maertensz. die oorspronkelijk uit
Schagen affomstig zou zijn. Hij wilde zich aansluiten bij het op-
standelingenleger van de Prins van Oranje, maar dat mislukte.
Op slinkse wijze wist hij in het bezit te komen van een zgn.
commissie-brief, waaruit moest blijken dat hij onder de vlag van
Oranje opereerde. Dirk Maertensz. van Schagen vormde een
eigen militaire bende en landde in de eerste helft van oktober
1568 tussen Medemblik en Kolhorn. Ze waren slechts met z'n
zessen en trokken via de Keyns naar Groet, waar ze onderdak
vonden.
Kennelijk vond de groep overal handlangers of minstens
gelijkgestemden, want er volgde een ware roof- en plunder
tocht door West-Friesland. Ook Schagen kreeg bezoek van
zijn oud-inwoner met zijn handlangers. Ze namen hun intrek
in het begijnenklooster. De verslagen noemen alleen een 'oud
vaentgen' als buit, maar ongetwijfeld hebben zij het er flink van
genomen en de zusters de stuipen op het lijf gejaagd. Veel meer
dorpen werden bezocht.
De paniek onder de bevolking van dit deel van West-Friesland
was hevig, maar kennelijk konden ofdurfden de plaatselijke
schutterijen weinig tegen hen uit te richten. Uiteindelijk greep
de vroedschap van Hoorn op 22 oktober 1568 in en stuurde
een vendel van de stedelijke schutterij op pad om de 'vagebonde
knechten onde Dirk Maertensz. van Schagen' gevangen te
nemen. Dat lukte dezelfde dag al. Er zal een zucht van verlich
ting door de streek gegaan zijn. De bendeleden zijn uitvoerig
verhoord - waarvan we een uitvoerig verslag kennen - en
uiteindelijk terechtgesteld.
Sybrant Jansz.
Ondanks het gevaar voor eigen leven dat dit met zich mee-
Het kasteel van Schagen getekend door Roelant Roghman omstreeks 1646.
14