Waterlanders op een verschrikkelijke manier schippers te voet
zullen zijn. Dus... hij begenadigt hen. Hoe? Alle gemeenschap
pen moeten naar draagkracht en eigenlijk een beetje boven
hun draagkracht op de proppen komen met geld. Ze krijgen al
lemaal een boetebedrag opgelegd. Want wat heeft Philips aan al
die goederen en nog te innen zaken. Hij wil geld zien, daar heeft
hij wat aan. Daarmee kan hij ambtenaren en soldaten betalen en
zijn hofaouding.
Zo krijgt Schagen - hier gerekend bij de Kennemers; meestal
horen ze bij de Friezen, maar nu niet - samen met Barsinger-
horn en Haringhuizen een boete opgelegd van tweeduizend
kronen. Dat is waarschijnlijk iets in de buurt van 2 a 3 kronen
per inwonende, ofwel 10 a 15 kronen per gezin, een flink be
drag. Naast wat ze toch al moesten ophoesten aan belasting.
Alkmaar wordt uitzonderlijk zwaar gestraft. Meestal was
Alkmaar tot dan toe het speerpunt van de grafelijke macht in
het noorden. Nu hadden ze gekozen voor Jacoba. Foute boel.
De muren en de poorten moesten geslecht, de vestingwerken
gesloopt, wat overbleef was een naar alle kanten open liggend
dorp en dat zou het blijven, zonder stadsrechten. Tegelijk moes
ten de inwoners van Alkmaar de burchten, de Nieuwenburg en
de Middelburg, geheel herstellen en als nieuw maken.
Om toch een goed steunpunt in het noorden te hebben, beleent
Philips op 29 juni 1427 zijn oom, Willem de Bastaard van
Holland met de Heerlijkheid Schagen, met de lage en hoge
jurisprudentie. Het is aanvankelijk een recht leen, dus alleen
zonen mochten opvolgen in rechte lijn, maar Jacoba van Beieren
maakte er op 4 maart 1429 een onversterfelijk leen van, wat
betekent dat ook vrouwelijke erfgenamen mochten opvolgen.
Willem van Beieren werd ook baljuw van Kennemerland en
West-Friesland en daarmee de echte vertegenwoordiger van
Hertog Philips in het hoge noordelijke deel van Holland. Daar
aan werden ook zijn inkomsten aangepast.
De strijd van de West-Friezen tegen grafelijke overheersing is
dan nog wel niet helemaal gestreden, toch heeft er een soort
pacificatie plaats gehad, waardoor iedereen met de situatie kan
leven. Vanafde onderwerping van het hele gebied door Floris V
in 1287 tot deze nieuwe onderwerping door Philips de Goede
in 1426 is namelijk wel duidelijk geworden dat de graven oog
hebben voor de veiligheid van het gebied, ze controleren niet
alleen de dijken, ze zorgen ervoor dat ze gerepareerd worden
als dat moet, eventueel met terzijdeschuiving van de eigen
bewoners die bijna stelselmatig zorgen voor verwaarlozing van
dezelfde dijken. De oorzaak is niet alleen het geld dat er voor
moet worden uitgetrokken, het gaat vaak ook om onderlinge
animositeit, onachtzaamheid en een zekere bestuurlijke onkun
de. Kortom, een oude situatie, waarin kleine gemeenschappen
zorgden voor een klein onderdeel van de dijk is vervangen door
een grote gemeenschap met het oog voor het geheel.
Einde oorlogshandelingen op lokaal niveau.
De oorlogsvloot onderweg.
12
Karel Numan