w>. Ruzie met de secretaris en de schout De schout bedreigd met de dood Het raadhuis aan het einde van de 19e eeuw. hek en op de grond heefi gesmeten met het gevolg dat zijn dij gekneusd zijnde hij daarvan nog mank gaat. Na gedane voorlezing heefi de comparant verklaard niet te kunnen schrijven en heefi uit dien hoofde niet mede onderteekend. P. Westingh." Ook deze aanklacht liep voor Willem met een sisser af De zaak ging de doofpot in. Lange tijd hield hij zich rustig. Was hij buiten Schagen om aan zijn verplichtingen voor de Nationale Militie te voldoen ofwas hij aan het werk? Twee jaar later in de maand december was hij in Schagen en ging het weer helemaal mis met Willem. zich van een mand met wijn meester te maken alzo zeggende den, datZoude blijven waar zij Wat mij met een kurkentrekker... (beschadigd en onleesbaar)] naar beneden stuurde met verbod om niet weder boven te komen. Dat had ten gevolge dat hij met behulp van zijn vader en anderen naar beneden geraakte, hij echter als een woedende leeuw naderhand wederom naar boven is gevlogen met ijselijke vloeken dreigende om de schout te kloppen en is ook werkelijk boven gekomen maar door zijn vader en anderen wederom afgewezen. Dit monster werd door Boonacker overal als adsistentgeemploijeerd, zowel als deurwaarder dan als bode en niet dan een onzalige overmaat van toegeeflijkheid voor. De vader heefi de ogen hiervoor tot heden toe doen sluiten. Dan eindelijk hebben wij gedacht maatregelen te moeten nemen teneinde zo mogelijk van de onverlaat ontslagen te geraken en zijn begonnen met het verwittigen van alle authoriteiten zo wel van de heer vrederechter, het gemeentebestuur om Boonacker alle adsistentie van zijn zoon in zijne betrekking als deurwaarder of bode te verbieden en te ontzeggen en met last om in geval hij adsistentie nodig heefi daar toe een ander met behoorlijke voorkennis te employeren. Boonacker heefi dat wel aangenomen maar is bang voor zijn eigen zoon en kan hem dus niet in toom houden. Behalve dat hij de zoon van de secretaris Denijs genaamd Adrianus Denijs zonder enige reden een slag gegeven heefi dat hij op de grond viel, zoo loopt hij thans te pronken met een pistool en zegt daarmede op mijn persoon en ook op anderen te lopen om die te schieten. Ik heb gemeend hierover eens aan Uedele te moeten schrijven en U Weled. advies te vragen hoe in deze te handelen. Mogelijk zijn het drei gementen zonder gevolg maar na het mij voorkomt dat zijn harsenge stel door de drank ontsteld is zo ben ik toch niet geheel en al gerust en de reeds gepleegde daden zijn ook niet zo geheel gering om er niet iets aan te doen en verzoek dierhalven vriendelijk dat de Weledel getrouwe ons daartoe de nodige bijstand verlenen. Waarmede ik de eer hebbe met alle achting te ondertekenen. De schout van Schagen." Op 10 december 1822 schrijft de schout het volgende verslag: Willem Boonacker zoon van de deurwaarder Gerrit Boonacker wonende te Schagen heefi reeds lange tijd door zijn dronkenschap en door daaruit vloeiende baldadigheid en boosheid ons allen tot verdriet en ergernis van (het lot) om de wille van de vader die in de dienst grijs geworden is hebben wij tot dusverre gezwegen Thans kan het zoo niet langer blijven, al voor een geruime tijd geleden heefi hij zich niet ontzien om de secretaris Denijs op 't raadhuis te attakkeeren om hem te slaan en ook mij dan daar ik het naaste bij hem stond was ik in de gelegenheid hem in de borst en bij de kraag te pakken en tegen de muur te houden tot er meerder volk kwam die hem met behulp van zijn vader uit mijn gezicht brachten. Dat was zeker al erg genoeg, maar het is er toch bij gebleven en men heefi gezwegen. Straatrumoer, op de vensters kloppen en ruzie zoeken is echter blijven voortduren totdat verleden donderdag als wanneer wij bij gelegenheid van de rekening van hetpolder(bestuur?) op het raadhuis bij elkande- ren zijnde, hij mij zeer brutaal bejegende en mij omdat ik hem verbood Twee dagen later wordt door de schout de volgende verklaring opgesteld: "Pieter Brouwer en Dieuwertje Brouwer echtelieden op de Lagezijde te Schagen verklaren dat Willem Boonacker voorleden zaterdag na de middag omstreeks 5 en half zes uur bij hen aan huis is gekomen en een borrel eiste. Dat hij die niet hebbende willen geven, hij geweldig is begin nen te vloeken en te schelden en wel voornamelijk op de schout. Zich beroemende dezelve voor drie jaren reeds in een hoek van een kamer de knie op de nek gehad te hebben en dat hij nu op hem liep en hem van kant zoude maken vertonende een pistool zeggende dat hetzelve dubbel geladen was zodat niemand hem iets doen of naar Alkmaar krijgen konden alles met vloeken en zweren en dreigementen te afschuwelijk om op papier te stellen. Na gedane voorlezing hebben de gemelde echtelieden deze alhier met ons behoorlijk ondertekend, den twaalfden december des jaars acht tienhonderd en twee en twintig. P Westingh, Pieter Brouwer, Dieuwertje Brouwer."

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2014 | | pagina 6