Origineel
Transcriptie
vroege boef
Submissie Jan Ziericxsz wonende in de ban van Scagen
Alzo Jan Ziericxsz. wonende in der heerlijcheijt van Scagen
hem gesubmitteert heeft int zeggen arbitrage ende ordinantie
vanden Hove van Hollant Zeellant ende Vrieslant vanden
punten ende articulen hier na volgende ende die welke dat hem
bijden procureur generael van Hollandt angeseijt zijn ende daer omme
dat hij in handen vanden selven Hove gevangen gebrocht is
geweest Ten 1en male dat hij omtrent acht jair geleden op een
heyligen dach nader hoichmisse boven een vrede gemaict bij
Leuwe Diercxz. als doen tijt scepen in Haringhuyse tusschen
Olffert Pietersz. an die een zijde ende Claes Willemsz an dandere
dieselve vrede gebroken soude hebben anden persoon van Jan Luytgensz
die een after zusterkint was vanden voirscreven Olfert Ende dat
op Sinte Jans dage dair na int selve jair die selve Jan Ziericxz
oic boven een vrede bij den voirscreven Leuwe Diercxz gemaict
gewont ende gequetst soude hebben een genoemt Jonge Piet
Rembrantsz Ende dat boven dien die voirscreven Jan een genoemt
Reynu Holmersz. als koormeester van Haringenhuysen gewont
soude hebben omme deswillen dat hij hem eysschende was
den pacht vanden landen dat hij vanden kercke gebruyckende
was ende dair van dat hij inden ban gedaen was bijden
geestelicken rechter Ende dat hij oic den armen luyden
die den zeedijck te bewaren hebben grote onlasten angedaen
heeft, vermits dat hij zijn andeel vanden dijc niet maken
noch hogen en woude gelijc dat bij den dijcgrave gekuert
is geweest ende dat hij tanderen tijden ten huyse van Dirc
Mathijsz. bij nacht en tontijden gecomen is ende heeft
hem uyt zijn huyse gejaicht Ende in wederwraicke
dat die voirscreven Olffairt voir den Here van Scagen in ene
stille wairheyt die tegens den voirscreven Jan geseten is geweest
getuycht hadde dat hij dair omme den selven Olfairt
gedreycht soude hebben Seggende tot hem als hij getuycht
hadde hebt ghy hier geweest mannekeyn uwe kerfstock
is vol wij sullen coorts rekenen Ende van gelijcken zoe
zoude die voirscreven Jan gecomen zijn an een genoemt Jan
Wolfaertsz. die welcke mede voir den voirscreven Here van
Scagen omboden was omme die selve stille wairheyt
te tuygen ende heeft omme dat hij getuycht hadde hem
van achteren in zijn hals bij zijn kele gestoken ende gewont
zeggende mitsdien ic sal dij wel maken datstu niet meer
zult lopen tuygen Ende boven al tguendt dat voirscreven is
zo is die voirscreven Jan Ziericxsz. inden maende van meye lestleden
gecomen tot een geheyten Allert Ymensz. koormeester tot
Barsingerhorn zeggende heb ic niet lange genouch inden
ban geweest stekende mitsdien na hem mit eenen piecke
Submissie (Onderwerping) van Jan Ziericxsz. in de banne van Schagen
Jan Ziericxsz., die in de Heerlijkheid Schagen woont,
heeft zich onderworpen aan de arbitrage en het oordeel
van het Hof van Holland, Zeeland en Vriesland, op de
hierna volgende punten en artikelen, waarvan hij
door de procureur generaal van Holland is beschuldigd en waarom
hij gevankelijk naar het Hof van Holland is overgebracht
Ten eerste dat hij omtrent acht jaar geleden op een
heilige dag na de hoogmis een verzoening die tot stand was gebracht
door Leuwe Diercxz. toen schepen van Haringhuizen, tussen
Olfert Pietersz. enerzijds en Claes Willemsz. anderzijds
weer in ruzie zou hebben doen ontaarden door de persoon van Jan Luytgensz.
die een achterneef was van de genoemde Olfert op te stoken En dat
dezelfde Jan Ziericxsz. op Sint Jansdag daarna in hetzelfde jaar
ook een verzoening brak die tot stand kwam door de genoemde
Leuwe Diercxsz door ene Jonge Piet Rembrantsz. te verwonden en
te kwetsen En dat de genoemde Jan bovendien iemand
die Reynu Holmersz. heet en keurmeester van Haringhuizen is, verwond
zou hebben omdat hij de pacht van hem eiste
die de landen die door de kerk worden gebruikt, hadden opgebracht,
waardoor hij in de ban gedaan was door
de geestelijke rechter En dat hij ook de arme mensen
die de zeedijk moeten onderhouden grote schade berokkend
heeft, omdat hij zijn aandeel in de dijk niet wilde
maken noch verhogen, zoals de dijkgraaf dat bij de inspectie
bevolen had en dat hij op een ander moment bij nacht en ontij
naar het huis van Dirc Mathijsz is gekomen en hem
uit zijn huis heeft verdreven, handelend uit weerwraak
omdat de genoemde Olfairt bij de Heer van Schagen onder
vier ogen het een en ander had verteld en ingebracht
tegen genoemde Jan, dat hij daarom deze Olfairt
zou hebben bedreigd, tegen hem zeggend toen hij dat
getuigenis had afgelegd: als jij daar geweest bent, mannetje,
is je kerfstok vol en zullen we binnenkort afrekenen.
En evenzo zou de genoemde Jan op iemand die Jan Wolfaertsz heet
zijn afgekomen, die ook door de genoemde Heer van
Schagen was ontboden om onder vier ogen te vertellen en getuigen
en omdat hij dat getuigenis had afgelegd heeft hij
hem van achteren in zijn hals en in zijn keel gestoken en verwond
met de woorden: zo zal ik er wel voor zorgen dat je niet nog eens
zult gaan getuigen. En naast al hetgeen dat al gezegd is,
is de genoemde Jan Ziericxsz. in de maand mei laatstleden
op iemand die Allert Ymensz. heet, keurmeester in
Barsingerhorn, afgekomen, zeggend: Ben ik niet lang genoeg
verbannen geweest; en hij stak naar hem met een vork
■17