1
DE HOLLANDS CHE
Ook in Schagen treffen we door alle tijden heen
een bonte verzameling van mensen aan. Naast
vele brave, hardwerkende lieden zijn er altijd ook een
paar in elke generatie die niet willen deugen.
Lezend in het boek 'Recht voor de Raad', het proefschrift uit
2001 van mevrouw Marie-Charlotte le Bailly, trof ik ene Jan Zie-
ricxsz aan. 'Recht voor de Raad' is een boek over de rechtsgang
voor het Hofvan Holland, zeg de Hoge Raad ofnu de Raad
van State in het midden van de 15e eeuw. Dat is de tijd waarin
Willem van Beieren, de Bastaard van Holland, Heer van de
Heerlijkheid Schagen is.
Een van de zaken die in het boek ter sprake komt, als voorbeeld
van 'genade voor recht' - waartoe ook het Hofvan Holland
kon besluiten - is het geval van de genoemde Jan Ziericxsz. Hij
was een boef, een schurk, een misdadiger die voor zijn daden
een zware strafverdiende, maar op voorwaarden genade kreeg
geschonken.
Het merkwaardige, misschien verrassende, is dat deze rechts
zaak zich afspeelt in de tijd van de eerste heer van Schagen,
Willem van Beieren. Over hem lezen we in dit verhaal dat er
mensen bij hem kwamen met klachten en anderen die een 'stille
waarheid' vertelden, met andere woorden, ze wilden niet dat
hun naam werd genoemd als Jan Ziericxsz op zijn gedrag werd
aangesproken. De Heer van Schagen functioneerde dus als een
soort politieagent, en soort openbaar ministerie en vertrou
wenspersoon tegelijk.
Het is bovendien het vermelden waard, dat we in dit vonnis
een aantal personen met name genoemd tegenkomen uit het
vroege Schagen, Haringhuizen, Barsingerhorn en Schoorl. Zo
vaak gebeurt dat nu ook weer niet.
Hieronder volgt de akte van onderwerping van Jan Ziericxsz.,
welke akte is gedateerd 9 oktober 1465.
Jan Ziericxsz. heeft zich ernstig misdragen jegens een groot
aantal mensen in en om Schagen. Hij heeft mensen verwond
met een vork ofbenadeeld, hij heeft getracht ze af te persen, hij
heeft ruzie gezocht ofopnieuw ruzie veroorzaakt tussen men
sen die zich al hadden verzoend, hij heeft getracht een vrouw te
verkrachten en een andere vrouw aan te randen, hij heeft zonder
enige reden iemand anders geslagen met een hamer, hij heeft
zijn dijkverplichtingen verzaakt en daardoor anderen bena
deeld. Het is kortom een lange reeks 'misdaden en excessen'
waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt volgens de procureur-
generaal van het Hofvan Holland.
Vervolgens blijkt dat het Hofgenade voor recht wil laten gelden
in dit geval. Jan moet zijn misdaden bekennen voor het Hof,
blootshoofds, zonder gordel om, op zijn knieën. Datzelfde moet
hij vervolgens doen voor de vierschaar en de Heer van Scha-
gen, eveneens blootshoofds, zonder gordel om, op zijn knieën,
maar nu ook met een brandende waskaars van drie pond in zijn
hand. Als hij dat gedaan heeft moet hij die kaars naar het heilig
sacrament in de kerk brengen en die daar achterlaten.
Tenslotte moet hij een groot geldbedrag betalen en overhandi
gen aan de ontvanger van de 'vonnisgelden, de ontvanger van
de exploten, en wel 200 klinkaards van 30 groten Vlaams het
stuk. Als hij dat allemaal heeft gedaan, dan scheldt het Hofhem
de strafkwijt waartoe hij veroordeeld zou zijn, maar alleen als hij
zich er strikt aan houdt, anders kost het hem zijn leven en zijn
goederen. Bovendien stelt het Hof alle benadeelde personen
onder zijn bescherming en onder de hoede van de Hertog van
Bourgondië, de Graafvan Holland, Zeeland en West-Friesland.
Hierna volgt de transcriptie van de akte Nationaal Archief,
Hof van Holland, inv. nr. 467). De transcriptie wordt gevolgd
door een complete her- ofvertaling in hedendaags Nederlands.
In de linker kolom staat de originele tekst, in de rechter kolom
de transcriptie.
16
IN'LEID IXC 'TOT
RECHT S-GELEERTHEYD:
BcfcHreve n by
^JiWC '-Q^Q^OOt /MMMÊ
fl
r '-ir-'FS
TV
\4.ct}Ayts-HAcj:
v^in
Het Hof van Holland in vergadering bijeen.
Een