TweekapwakerSOpx Bij verstek beboet Wijk de Hoep geadministreerd. Onder Franse invloed werd bijvoorbeeld in 1796 de burgerlijke stand in delen van Nederland ingevoerd. In 1811 werd deze registratie overal in het land van kracht (dus ook na de Franse overheersing zetten de Nederlandse autoritei ten de 'Franse' bestuursinnovaties voort). De 'Ordonnantie voor de klapwaakers binnen de steede Scha- gen' uit 1798 is een mooi voorbeeld van de professionalisering in het openbaar bestuur in deze Franse periode. Volledig in lijn met de revolutionaire grondbeginselen opent de ordon nantie met: Gelijkheid! Vrijheid! Broederschap! 'Nauwgezet worden in negen artikelen de taken, manier van werken en routes beschreven. Vanaf de Markt werd Schagen verdeeld in twee wijken: De Hoep en De Loet. Elke klapwacht liep zijn ronde door een wijk. Naast het aangeven van de tijd diende hij te letten op openstaande ramen, te waken voor brand en uit te zien naar ongewenste figuren. Was er onraad, dan liet hij de klap slaan. De klapwacht moest 'nauwkeurig' waarnemen en zelfstan dig kunnen handelen. In artikel 7 staat glashelder omschreven dat de klapwacht bij brand flink op deuren moest kloppen en zo hard moest roepen dat iedereen het kon horen! Voor lieden van kwade wil zal de wacht geen groot risico zijn geweest. De klapwakers vingen hun ronden namelijk stipt op het hele uur aan en liepen langs vastgestelde locaties. In artikel 3 staat omschreven dat in de zomer vijf diensten werden gedraaid (om 11, 12, 1, 2 en 3 uur) en in de winter zeven diensten (om 10, 11, 12, 1, 2, 3 en 4 uur). Een andere eis was dat zij minstens driekwartier over hun buitenronde moesten doen. Eerder terug komen in het wachthuis was in strijd met het dienstvoorschrift. "Van het wachthuijs af langs de Plaats, de Hoog- ezijde tot aan de herberg de Roos, van daar tot aan de weesenboomgaerd en weder om terug tot aan de Roos, vervolgens de Molenstraat door tot aan het einde van de Hoep, en wel tot aan de brug toe, dan weeder terug tot aan de Laage sijde langs tot aan het wagthuis". "Instructie op welke plaatsen zullen beginnen met de klap te slaan en al gaande het uur uitroepen. Met het begin van de loop of gang": 1 Bij het wachthuis bij de Gereformeerde Kerk 2 Voor de herberg 'De Roode Leeuw' 3 Voor het gemeentehuis 4 oor het huis van Elisbeth Koning 5 Voor het huis van Jan Olij 6 Op de stenen brug bij de Roos 7 Bij de Weesewerff 8 Voor de herberg 'De Roos' 9 Voor het huis van Willem Dudij 10 Voor het huis van Corn. Snel 11 Voor het huis van Arien Bras 12 Voor het huis van Pieter Lek 13 Voor het huis van Jan Stap 14 Voor het huis van Wim Lek 15 Voor het huis van Jochem Stoel 16 Voor het huis van Jan Kruysveld 17 Voor het huis van Hendrik Koorn 18 Voor het huis van Arien Stoel 19 Bij de Hoepemerbrug en weer terug 20 Op de stenenbrug van de Roomse Kerk 21 Bij de Canaan Steeg 22 Bij het huis van Hendrik Laarcot 23 Bij het huis van Arien Swaan 24 Bij het huis van Pieter Backer 25 Bij het huis van de weduwe Molenaar Een klepper (het klapwakers attribuut) 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2014 | | pagina 5