Bronnen
de Bagijnenlaan is in 1951
haar naam kwijtgeraakt
het patershuis van het kloostercomplex.
Ondertussen is men druk doende met de stichting van een
weeshuis. Op 12 november 1581 besluit de vroedschap van
Schagen dat men een weeshuis zal stichten 'volgens den octroye
daer toe verworven' en dat men een deugdelijke ordonnantie
voor het weeshuis zal samenstellen. Op 12 maart 1582 wordt
deze ordonnantie door de secretaris van het stadsbestuur
publiek gemaakt. Dit reglement is in het keurboek bewaard
gebleven.
Opgenomen worden alleen kinderen die in Schagen gebo
ren zijn en waarvan de vader en moeder poorter van de stad
Schagen zijn geweest en die ook als poorter zijn gestorven. Heel
nadrukkelijk wordt bepaald dat onechte kinderen niet in het
weeshuis worden opgenomen.
Alleen kinderen tussen de 4 en 12 jaar worden opgenomen;
zij blijven daarna tot hun 18e jaar in het weeshuis. Het wees
huis krijgt de beschikking over alle goederen die het weeskind
toekomen. (Onroerend goed en kapitaal dat weeskinderen via
erfenis toekwam was vanaf1550 al veilig gesteld door middel
van het weeskamer-register dat door het stadsbestuur werd
bijgehouden. Hierover in een volgend artikel meer.)
Men vat het begrip 'weeskind' ruim op: als een van de ouders
overlijdt en de overblijvende ouder kan niet voor de kinderen
zorgen kunnen deze kinderen in het weeshuis terecht.
Als een kind te vondeling wordt gelegd wordt het, als het niet
anders kan, opgenomen in het weeshuis ofparticulier onderge
bracht, maar de regenten zullen kosten noch moeite sparen om
er achter te komen wie het kind te vondeling heeft gelegd.
Op door de burgemeesters vast te stellen dagen zullen de
regenten rond gaan om eetwaren, dekens, linnengoed, kleding
e.d. in te zamelen. Zorg voor de wezen ziet men vooral als een
plicht voor de hele gemeenschap; het weeshuis ontvangt in de
jaren daarna met enige regelmaat een legaat in de vorm van een
stuk land.
De regenten vormen het bestuur van het weeshuis waar een
binnenvader en een binnenmoeder de dagelijkse leiding
hebben. Zij moeten zien rond te komen van de beschikbare
middelen. Die middelen moeten vooral komen van legaten en
giften en vanaf 1683 structureel één duit per gulden van iedere
verkoop van onroerend goed binnen de jurisdictie van de stad.
De herinnering
Allerlei delen van wat voorheen het St. Catharinaconvent was
krijgen in de loop van de jaren tachtig van de zestiende eeuw
een andere bestemming. Sommige benamingen overleven ech
ter deze veranderingen: de Bagijnenlaan blijft de Bagijnenlaan
en de Bagijnenbrug wordt niet veranderd in de Weeshuisbrug
of iets dergelijks.
Vooral in overdrachtsakten van grond en gebouwen blijft de
oude aanduiding lang gangbaar:
In 1591 neemt Pieter Garbrantsz, secretaris van Schagen een
stukje erfvan het convent van Schagen in erfpacht; in 1655 pas
seert een akte waarin sprake is van 'een camer een éénkamer
woning) met sijn erffe staende ende gelegen binnen Scaghen
in 't Clooster belent dArme Weesencamer ten suyden'; in 1740
wordt 'een huijs en erve met de Kamers in 't Klooster daar bij
behoorende' verkocht; in 1789, tenslotte, weet men in Schagen
waar de Kloostersteeg is te vinden.
Op een kaart van Schagen is dan allang van het klooster geen
spoor meer te vinden.
Chr. Philippona, pastoor van Schagen, meldt in 1886 dat in
een 'Lijst van zoodanige huyzen welke van tijd tot tijd binnen
Schagen zijn geamoveerd of door andere omstandigheden zijn
vernietigd geworden' in 1820 op no 201 vermeld staat 'het oude
weeshuis'. Hij voegt eraan toe: Waarschijnlijk zijn het de laatste
overblijfselen van het oude huis die bedoeld worden als een
reeel rekenboek zegt, dat op Koppermaandag 7 januari 1822
het oude weeshuis verkocht werd.
Maar de herinnering slijt als er geen verwijzingen meer zijn. De
Bagijnenbrug is gesloopt; de Bagijnenlaan is in 1951 haar naam
kwijtgeraakt.
Destemeer een reden om zorgvuldig met straatnamen om te
gaan en het verleden juist in bij voorbeeld straatnamen levend
te houden.
In het oud-archief van de gemeente Schagen,
1415-1813, bevinden zich diverse stukken die
betrekking hebben op het St. Catharinaconvent,
dan wel het weeshuis.
In het oud-rechterlijk archief Schagen geven
transportakten soms verwijzingen naar het kloos
ter.
Het enige bekende boek uit het klooster van
Schagen bevindt zich in handschrift in de Univer
siteitsbibliotheek van Gent (B).
Aan de VU Amsterdam loopt nog steeds een
uitvoerig onderzoek naar de kloosters van het
Kapittel van Utrecht, ofwel de Derde Orde van St.
Franciscus. In dit onderzoek is ook het klooster
van Schagen opgenomen.
Algemene literatuur over dit onderwerp is vermeld
bij het eerste artikel in deze reeks, in de Kakele-
post, jrg. 29, maart 2014, nr.1.
18
Fred Timmer