wc^2r:
- to,'
OJ-Xr-cr-Lr~yc^ -Atx5^ c~^ 7tr^~> Y %J
±Pr-fieS i4~^<xïj' la^y^ crvxV
—gfry&^%A otj
"^CJU ÜL cfy C<mU> pfa«j£ «*)«X Bmit/. o&o^t*. co
Ook dit tweede huis aan
de Kerkebuurt heeft
een lange geschiedenis
De Generale Pacht
0+«> K»-»"^ trotiX
Een jaar later, in 1592, wonen deze mensen nog naast elkaar op
de Kerkebuurt.
Jan Nannisz Bonthontge gaat schulden aan en stelt als hypo
theek zijn huis ten noorden van de kerk. In de akte worden zijn
buren genoemd (4).
zijn huijs ende erve staende ende leggende binnen Schagen bij noorden
van de kercke aende Nieuwe Plaets belent met Hendrick Jansz Glasenier
aende westen ende Jan Simonsz Smit aende oosten...'
(de akte is van 03-06-1592)
Oud-rechterlijk en weeskamerarchief Schagen, inventarisnum
mer 5887, blz. 327, Regionaal ArchiefAlkmaar)
Naast Bonthontge woont ene Jan Simonsz Smit woont, als
vierde op het rijtje. De naam Smit waren we ook al dertig jaar
eerder tegengekomen. Toen ging het om Rijckwaert Pietersz
Smit.
Een aantal jaren later, in 1598, is de situatie enigszins veran
derd. HendrickJansz Glasenmaker woont niet langer in 'ons'
huis. Het is overgegaan in handen van een Huich Jacobsz. Jan
Simonsz Smit woont nog steeds in het vierde huis. Dit weten
door een transportakte uit het jaar 1598. (zie kader 5)
In deze akte lezen we ook dat de Kerkebuurt de Nieuwe Plaats
wordt genoemd. De Markt aan de oost- en zuidkant heette de
Plaats. Deze Kerkebuurt is dus mogelijk jonger en heet daar
door ook wel de Nieuwe Plaats. Tenslotte sloot hij netjes aan bij
de rest van de Plaats. (5)
'Wij Jan Pietersen Hoochtwoude ende Pieter Adriaensz Noort Schepe
nen in Schagen doen condt dat voor ons quam Cornelis Jacobsz Adel
onsen mede poorter die welcke voor hem ende sijnen erven bekende
wel ende weüelijcken vercocht te hebben ende vercoopt alsnoch mits
desen met eenen vrijwillighen vasten coope ende opslaege aen Jan Jansz
Blaeu wonende totAlckmaer om gereede ende aengetelde penningen
sekere huijsinge ende erve genaempt Den Gulden Waeghen soo 'tselve
betimmert beheckt ende bedoelt staet met eenen eewighen erfpacht
daerop staende van een halve Wilhelmen Schilt (een schilt en ook een
Willemschilt is een munt van een zekere waarde) 's jaers toecomende de
memorie ofie pastorie binnen Schagen voorts met alsulcke vrijdomme
ende onvrijdomme als 't selve bij hem beseten ende bewoont is staende
ende leggende opten Nieuwe Plaetse bij noorden de kercke tot Schagen
belent met Jan Simonsz Smit aenden oosten ende Huich Jacobsz aenden
westen...' (de akte is van 21-04-1598)
(Oud-rechterlijk en weeskamerarchiefSchagen, inventarisnum
mer 5888, blz. 285+286, Regionaal ArchiefAlkmaar)
Vervolgens vernemen we een aantal jaren niets over dit tweede
huis aan de Kerkebuurt. Tot het eigendom wordt van Pieter
Reijers Boer. Hij komt in ieder geval als eigenaar voor in de
transportregisters. Tegelijk wordt het pand bewoond door
iemand die een aantal malen schepen van Schagen is geweest:
Pieter Sijbrants.
Of Pieter Reijersz Boer er ook woont, staat niet vast, maar in
ieder geval is hij nu de eigenaar tot 2 mei 1622. Die datum staat
onder de acte waarin Pieter reijersz voor het laatst wordt ge
noemd als buurman van de Moriaen. In dat jaar of kort daarna
gaat het huis over in handen van Cornelis Pieter Sijbrantsz, een
zoon van Pieter Sijbrantsz, later Cornelis Pieter Plaets geheten.
Een van de belastingen waarmee de mensen aan het eind van
de 16e, in de 17e en de 18e eeuw te maken hadden, was de
Generale Pacht. Deze belasting werd geheven over bezit (net als
de tiende penning, waarvan deze generale pacht een voortzet
ting was). Deze belasting werd geheven over bezittingen van de
bewoners van een huis, tot welke bezittingen ook het huis kon
behoren. Daardoor weten we wie een huis in bezit had, maar
lang niet altijd wie er woonde. En soms betekent het dat zicht
baar wordt dat er meer mensen, meer gezinnen in een pand,
althans op een perceel woonden.
De Generale Pacht van 1623 laat zien dat er in de vier huizen
10