De Wit en
Houtkooper
Schagen
SMITH
Een besluit van twee jonge ondernemers.
Jan Houtkooper en Jaap de Wit hebben samen bij Aannemers-
bedrijfCJ.Smit (Cor Smit) uit Schagen gewerkt, tot het bedrijf
in 1970 failliet ging. Dit dynamische bedrijfwas door Smit
opgericht kort na de watersnoodramp van 1953. Cor was een
zoon van garagehouder Klaas Smit van 't Noord in Schagen,
dat gevestigd was op de plaats van de huidige bowlingbaan.
Het begin
Cor Smit, die wat geld had verdiend met de autohandel, dacht
dat er tijdens en na de watersnoodramp van 1953 voor de
herstelwerkzaamheden aan de dijken veel grondverzetmachines
nodig zouden zijn. Niet alleen waren bulldozers en draglines
nodig om de dijken te herstellen en te verzwaren, maar ook voor
achterstallig werk door de oorlog, zoals wegenbouw en verkave-
lingswerk. Daar speelde Smit op in door het kopen van een ge
bruikte oude Duitse dragline en een tweedehands Amerikaanse
bulldozer. Hij meende daar meer mee te kunnen verdienen
dan met de autohandel. En inderdaad bleek er ruim voldoende
werk te zijn. Al gauw was hij in staat er vijf nieuwe draglines van
het merk Weserhütte bij te kopen in Bad Oeyenhausen (Dld.).
Deze bestaande fabriek die voor de vele bombardementen
bespaard was gebleven, draaide weer op volle toeren. De kranen
kwamen direct van de lopende band. De wederopbouw van
Duitsland zowel als van ons land was in volle gang. Er was
werk in overvloed in Duitsland, vooral met puin ruimen in de
gebombardeerde steden. Ook in ons land was door de oorlog
grote behoefte aan grondverzetmateriaal gekomen.
De 6x6 G.M.C. leger terreinwagens
waren buitengewoon geschikt
Het bedrijf groeit
Spoedig liet Smit een drietal nieuwe woningen met een be
drijfshal bouwen aan de Lagedijkerweg. In de woning naast de
werkplaats ging hij zelfwonen. De twee andere, iets verder op
de Lagedijk werden betrokken door zijn boekhouder EefAn-
neveld en uitvoerder Dick van Elzelingen. In de goed uitgeruste
werkplaats kon het bedrijfsautopark, een tiental draglines, vier
bulldozers en het inmiddels aangeschafte wagenpark van zes
tien omgebouwde kiepwagens (G.M.C. leger- terreinwagens)
onderhouden en gerepareerd worden. Nieuwe vrachtwagens
waren er tot in de jaren zestig nog nauwelijks te koop. Honderd
duizenden legertrucks, die tijdens en na de invasie in Norman-
dië door de Amerikanen in Europa waren ingevoerd, werden na
de oorlog via enorme legerdumps in de handel gebracht. Deze
voor die tijd uiterst doelmatige terreinwagens kwamen aldus ter
beschikking van civiele ondernemers, aannemers en transpor
teurs. Dankzij dit dumpmateriaal kon een groot deel van de
naoorlogse herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd.
Het materiaal en het bedrijf
Tijdens de watersnoodramp van 1953 reden er alleen op
Schouwen en Duiveland al meer dan honderd van deze met
dieselmotoren en kiepers uitgeruste legerwagens om de stroom-
gaten met per schip aangevoerde keileem dicht te storten. Alle
grondverzetwerkzaamheden voor de gehele marinehaven in
Den Helder zijn met voormalig dumpmateriaal uitgevoerd. Het
grondverzet, betontransport voor de pieren, de aanvoer van
het benodigde asfalt en tonnen stortsteen zijn na de oorlog uit
sluitend met behulp van G.M.C. dumptrucks uitgevoerd. Ook
Cor Smit had in de loop van de tijd meer dan vijftien van deze
legertrucks aangeschaft. Ze werden in de werkplaats ontdaan
van hun benzinemotoren en uitgerust met diesels. Er werden
kippers opgebouwd en burgercabines. Kortom, ze werden
geheel geschikt gemaakt om deel te kunnen nemen aan het
transport, volgens de eisen van de Rijksdienst voor het wegver
keer. De 6x6 G.M.C. leger terreinwagens waren buitengewoon
geschikt voor grondtransport. Het in de werkplaats bedrijfsklaar
gemaakt materieel werd in de rode firmakleuren gesp oten. De
Heibedrijf
De vlag in top voor weer een eerste paal.
R00LEY - ENCLANo"
9