Brand in het Noordhollands
koffiehuis.
De motorspuit op de
Gedempte gracht.
Het Noordhollands Koffiehuis
Het 'moderne wagenpark'
want die waren er vaak sneller dan de rest. Functies werden
verdeeld en mensen vervangen.
Tot de brand van Het Noordhollands Koffiehuis in 1946.
Mijn vader en oom hadden ook een fietsenstalling, dus met
uitvoeringen in het Koffiehuis en Theater Royal waren zij daar
's avonds aanwezig. Op de avond van de brand kwamen de
eersten terug om hun fiets op te halen en vertelden dat het kof
fiehuis in brand stond. Ze deden dit af als dronkenmanspraat,
totdat er een kwam met de mededeling aan mijn oom: 'Nic, je
moet komen, het koffiehuis staat in de brand en ze krijgen de
spuit niet aan de praat'. Hij richting koffiehuis en daar aangeko
men bleek er al een z'n pols gebroken te hebben bij het aanslin
geren van de motor (ik meen Bram van Splunter).
Een ander probleem was dat er op dat moment geen water
was, omdat het hard vroor. Normaal gesproken werden er in de
sloten bijten gehakt en de putdeksels met vet ingesmeerd, maar
hier had de nieuwe leiding niet aan gedacht. Dit was meestal het
werk van ook weer Maarten Weeland, die kwam ook met de ra
tel rond als de waterleiding werd afgesloten. Op aanwijzing van
mijn oom werden slangen uitgelegd en de motorpomp gestart
en de Schager brandweer kon starten met blussen. Inmiddels
waren de brandweer uit Alkmaar en naar ik meen ook Den
Helder gearriveerd. Hij gaf aanwijzingen om water te krijgen uit
de slotgracht en de andere uit het slootje tussen de gracht en de
tuin van Kruit. In tegenstelling tot allerlei verhalen dat Alkmaar
eerder water gaf dan Schagen sprak mijn oom dit in alle talen
tegen.
Nog even iets over het 'moderne wagenpark': De bellenwa
gen was een Austin met rechtse besturing van ver voor de
oorlog met daarachter een getrokken motorpomp van het
merk Armstrong Siddeley. De begin jaren vijftig aangekochte
motorspuitwagen was een Chevrolet uit 1937. Dit wagenpark
(tevens benut als vuilnis- annex tonnenwagen) werd bij toer
beurt onderhouden door vier garagebedrijven in Schagen. Bij
de brandweer zaten nog wel eens mannen die het nodig vonden
om zelf er iets aan te doen. Met hun technisch inzicht ging het
nog wel eens mis. Ik weet nog dat na zo'n sessie de Chevrolet
in alle taken weigerde, ook de getrokken spuit moest het wel
eens ontgelden, getuige het feit dat op een gegeven moment de
Armstrong Siddeley een compleet verbrande spruitstukpakking
had, ontstaan door een verkeerd afgestelde ontsteking. Een van
de mannen liet zich ontvallen dat het bij het blussen zo warm
was geworden dat het gietijzeren spruitstuk iets rood kleurde.
Onderdelen voor dit antiek waren niet meer te verkrijgen. Ik
zie mijn oom nog een nieuwe pakking hakken uit speciaal met
staaldraad bewapend pakkingmateriaal en hem afleverde met de
woorden: 'Nou blijven jullie in het vervolg van die ontsteking
af!'
Mijn persoonlijke laatste herinneringen aan dit oude materiaal
betreft de spuit uit 1912 die nu nog in de West-Friese optocht
meerijdt. Een laatste wapenfeit van die spuit was het leegpom
pen van de Laansloot (voor demping). En prut pompen kon de
spuit! De Austin bellenwagen diende nog jaren aan de Kerke-
dijk in Bergen in een schuilstal in een weiland voor schapen.
De lammetjes werden groot onder het wakend oog van ridder
Magnus.
Martin Plevier
5