Er gelden strenge leefregels op het gebied
van met name voeding en vasten
Geen kinderen in het klooster
In de middeleeuwen worden kinderen soms al jong aan een
klooster toevertrouwd met de bedoeling dat zij daar ook in zul
len treden. Binnen de Derde Orde staat men zeer gereserveerd
tegenover dit gebruik. Men is er ook op tegen dat deze kinderen
een 'bruidschat' meebrengen. Meisjes mogen zelfs niet voor
hun vijftiende officieel intreden. Uit de schaarse informatie over
het Schager St. Catharinaklooster kennen we slechts een geval
van een meisje dat op haar twaalfde in het klooster is gekomen.
Over haar intrede is niets bekend.
Strenge leefregels
Binnen het klooster gelden strenge leefregels op het gebied van
met name voeding en vasten. Men eet opvallend weinig vlees.
Voor zieken en zwakken, en voor wie zwaar werk moet verrich
ten ofvoor wie bij anderen, buiten de kloosterdeur, werkt, zijn
de regels opvallend soepeler.
Het dag- en nachtritme van de kloosterzusters wordt in hoge
mate bepaald door de zeven getijden die men dagelijks bidt: de
metten rond middernacht, de priem rond 6 uur, de terts rond 9
uur, de sext rond 12 uur, de noon rond 15 uur, de vespers rond
17 uur en de completen rond 20 uur. De nachten zijn dus kort.
In geval van ziekte hoeft men de getijden niet te bidden. Alle
andere bezigheden vinden tussen deze gebedsrondes plaats.
Niet bedelen, maar werken
Sommige bagijnen leefden zo streng in - vrijwillige - armoede
dat zij gingen bedelen. Binnen de Derde Orde-conventen komt
dit niet voor; het is zelfs heel nadrukkelijk verboden. Dagelijkse
lichamelijke arbeid zorgt voor een gezond evenwicht met de
geestelijke arbeid van bidden en mediteren. Bovendien komen
er door deze arbeid inkomsten binnen. Er zijn allerlei vor
men van inkomsten bekend: men schrijft handschriften over,
verzorgt zieken en armen, geeft onderwijs, drijft handel, naait,
spint, weeftveel van deze activiteiten leveren in veel plaatsen
regelmatig conflicten op met het stadsbestuur en de ambachts
lieden. De kloosters hebben zeer goedkope arbeidskrachten en
kunnen daardoor gemakkelijk onder de in de burgermaatschap
pij afgesproken prijzen werken.
In die gevallen moet de leiding van het klooster, de ministra of
mater, bijgestaan ofvertegenwoordigd door een procurateur
zaakwaarnemer), het tot een compromis brengen.
Veel is er over het klooster in Schagen niet bekend; niets over
conflicten met de stadsbestuurders, weinig over de dagelijkse
bezigheden van de zusters. Er is wel eens gesuggereerd dat de
nonnen een 'ziekenzaal' runden, maar dat kan ook heel goed
de eigen ziekenzaal zijn geweest. Wel staat vast dat er op de
kloosterhof een spinhuis, waar wol werd gesponnen, en een
bierbrouwerij hebben staan. Of dat bier gebrouwen werd voor
eigen gebruik, of ook verkocht werd, weten we niet.
Waren deze vrouwen soms oorspronkelijk
afkomstig uit Leiden?
Sint Catharina Schagen in Leiden
Op de panorama-kaart tellen we acht tot tien gebouwen. Dat
zegt natuurlijk ook iets over de grootte van het klooster. Als we
ervan uit gaan dat in ieder geval de kapel, het spinhuis en de
brouwerij ondergebracht zijn in aparte gebouwen, dan blijven er
zo'n vijf tot zeven 'woon'huizen over.
In haar glorietijd moet het St. Catharinaklooster dus een flink
aantal bewoonsters hebben gehad.
Dat blijkt ook nog uit een ander feit.
In Leiden heeft een Derde Orde-klooster gestaan dat luisterde
naar de opmerkelijke naam van St. Catharina Schagen. Ook
over dit klooster is helaas zeer weinig bekend. De toevoeging
Eigendomsmerk van het boek
13