Zelden worden ze meer dan een naam Luitje Barsingerhorn, maar niet door hem werd bewoond. Hij verhuurde het. Zelfwoonde hij op de Laagzij. Reijer Cornelis Backer De eerste vermelding van het huis stamt uit 1591. Het huis wordt dan bewoond door ene Reijer Cornelis Backer. Op 25 februari 1591 verkoopt 'Ridwert Harcxsz aan Hendrick Jansz Glasenmaker een huijsge met zijnen erve staende ende leggende binnen Scagen opten Plaets aende noortzijde van de kercke belent met Reijer Cornelisz Backer aende westen ende Jan Nannisz Bonthontge aende oosten (aldus in het Regionaal ArchiefAlkmaar het Oud- rechterlijk en WeeskamerarchiefSchagen, inventarisnummer 5887, blz. 219 220). Enig reken- en plus-en-min-werk leert ons het volgende. Jan Nannisz Bonthontge woont aan de Nieuwe Plaets, dat is de Kerkebuurt, tussen Hendrick Jansz Glasenier ten westen en Jan Simonsz Smit ten oosten van hem (Oudrechterlijk en Weeska merarchief Schagen, inv. nr. 5888, pag. 327; de akte is van 3 juni 1592). Reijer Cornelisz Backer ende Rens Aerians Lantcoopers verko pen aan Cornelis Jansz Hale 'een huijs erve staende leggende binnen Schagen aende Plaets bij noorden de kerckegenaempt De Gulden Wagen belent met Jan Simonsz Smit aenden oosten ende Huich Jacobsz aenden westen soo dat nu ter tijt bedoelt bepaelt ende beheckt is ende 't erve achter 't huijs scijen van 't hecke of tot opten houck van Jan Smits houck toe(Actum 07-05-1598)(Oudrechterlijk en WeeskamerarchiefSchagen, inv. nr. 5888,blz. 298 299 300 (+300 301) Het huis ten westen van Jan Simonsz Smit is dus de herberg, tapperij De Gulden Wagen. Ten westen daarvan woont Huich Jacobsz. Maarde vroegere buurman van Jan Simonsz Smit was Jan Nannisz Bonthontge en naast hem aan de westkant woonde de glazenmaker. Bekend is dat het derde pand van de hoek de Gulden Wagen (later de Moriaen) was. Naast de gla zenmaker woonde Reijer Backer. Meer panden ten westen zijn er niet. Dus. woonde Backer in het hoekpand Noord/Markt. En dat moest worden bewezen. Cornelis Jansz Schouten en zijn nering Dan is het 40 jaar 'stil'. Het jaar 1633 laat zien dat Cornelis Jansz Schouten in het eerste huis aan de Kerkebuurt woont. Dat blijkt uit de generale pacht van dat jaar. Hij wordt als volgt vermeld: Cornelis Janss Schouten thuijs (het huis) erve, imboel (inboedel) de neeringete stellen als in voorgaendepachtinge. Hij woont er dus al langer. Ook het Quoijer (Kohier) van 1632 vermeldt dat Cor nelis Jans Schoutes 4 gulden en 6 stuivers moet betalen voor 't huijs met 1 snees erff. In 1648 blijkt Cornelis Jansz te zijn overleden, maar zijn we duwe, Diewer Schouten, woont nog in het huis op de hoek. Zij heeft een schuld aan een koopman uit Amsterdam, Brugman, en brengt haar huis in als onderpand. Dat huis is gelegen 'in Het wijkregister van 1889 laat zien dat de weduwe van Johannes Simon de Rooij woont aan Noord nummer 87, zij is daar blijven wo nen na het overlijden van haar man. Op de Markt, nummer 88 het huis is hetzelf de, maar de nummering is aangepast) woont nu zoals verwacht Johannes Hendrik de Wit. Het wijkregister van 1899 - de nummering is opnieuw aangepast - woont in het laatste huis aan het noord is nog de weduwe van Hendrik Simon de Rooij. In de loop van deze tien jaar is ze overleden of verhuisd en nu wonen er respectievelijk ene H. H. Eelbringh, F. Visser, de weduwe L. van Hee en J. Blankman. In het huis aan de Markt op de hoek van het Noord woont eerst nog De Wit, maar na zijn overlijden woont er eerst ene C. Kossen en later W. Purmer. De Kerkebuurt aan het begin van de negentiende eeuw op een detail van een aquarel van Cornelis Bok. 10

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2013 | | pagina 10