Een opgegraven en vele vuurpotten Lezing Het verhaal dat Michiel Bartels, archeoloog in dienst van een vijftal gemeenten in West Friesland oost op 23 januari 2013 in de Nieuwe Nes vertelde, werd zeer gewaardeerd door de 50 toehoorders en vragenstellers. Het eerste deel van zijn verhaal ging over de opgravingen in (jawel: IN) de West-Friese Omringdijk. In het kader van de verhoging van alle dijken tot een verwachte verantwoorde hoogte in heel Nederland, moest ook de dijk tussen Hoorn en Enkhuizen eraan geloven. Over de vraag of die verhoging, verbreding en soms verplaat sing strikt nodig is en was, is het nodige gezegd en geschreven. Het bood wel de gelegenheid om de 'inhoud' van de dijk op bepaalde plaatsen te bekijken. Op een plek is de dijk 'tot op de bodem' doorgraven en zijn de profielen in kaart gebracht. Op die manier kon en kan wor den begrepen hoe de mensen vanaf het begin de dijk hebben aangelegd, welk materiaal ze hebben gebruikt en in welke fasen de dijkenbouw plaatshad. Bovendien - maar dat was al heel lang bekend - lag de dijk in veel gevallen niet op één plek, maar is hij 'verlegd', omdat de mensen altijd hebben begrepen dat enig land vóór de dijk van belang is in verband met het breken van de golven bij storm. De wens tot het scheppen van dit zogeheten voorland bracht in een aantal gevallen met zich mee dat men de dijk terug legde en daarmee land prijs gaf. Deze inlaagdijken kent de West-Friese Omringdijk in vele vormen en maten. Onder een dergelijke in- laagdijk en oprit naar boven troffen de archeologen een kerkhof aan en de 'contouren' van een kerk. Dat was het geval bij het enige dijkdorp aan de Omringdijk tussen Hoorn en Enkhuizen dat nog intact is, dat wil zeggen niet 'ontsierd' door nieuwbouw, Oosterleek. Oosterleek draagt in zijn naam mee dat het dorp is gebouwd aan een riviertje, een beekje, een leets of leek, dat aan de oostkant van (ja van wat?) naar open water stroomde. Na de pauze ging het over een geheel ander onderwerp, de vuurpot. Toen de haard nog midden in het grote vertrek lag van de huizen die 'we' ooit bewoonden, was het zaak dat vuur 's nachts brandende, smeulende, te houden. En vindingrijk als we nu eenmaal zijn, vonden we uit dat wanneer we een pot omge keerd en voorzien van gaatjes over dat vuur heen zetten, dat het langer smeulende bleefen de kans dat we 's ochtends het vuur meteen konden oprakelen veel groter was. En we zijn niet alleen vindingrijk, we houden ook van mooie voorwerpen, of op zijn minst beeldende. Toen dan ook het vuur zich in de tijd van de stenen huizen verplaatste naar de zijkant van het huis, maakten we halve vuurpotten en versierden ze. Potten konden we al zolang bakken en in bijna elke denkbare vorm. Versieren kunnen we ze ook. Veel van die potten, of brokstukken ervan worden teruggevonden in West-Friesland. Niet alleen daar, maar wel opvallend veel, bv. in Enkhuizen, waar uitvoerige opgravingen plaatshebben in het kader van de stad-, straat- en riool- en andere buisvernieuwing. Opvallend ook zijn de vele bijbelse voorstellingen of althans bijbelse figuren en symbolen die op de vuurpotten zijn aan gebracht. En vele ervan komen uit de 16de en 17de eeuw. En niet alleen bijbelse, oud-testamentische motieven, er zijn ook vuurpotten met Turkse en/ofislamitische motieven. Dat laatste door de contacten die bestonden met de Turkse wereld, vooral economische, maar ook contacten veiligheidshalve in verband met de zeeroverij in de Middellandse Zee. Bartels liet ons er vele van zien en vertelde met smaak en enthousiasme over wat de opgravers hier en elders aantreffen en aantroffen. Het was een avond die smaakte naar meer. Profiel van de dijk met rechts boven het IJsselmeer. Michiel Bartels, links, met twee me dewerkers op zok naar restanten van het verleden. Foto's C. Rodenburg. Een fraaie siervuurpot. Karel Numan 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2013 | | pagina 19