L-ifciarfwSSi&i
j-Hbsgg&sSS^Ss
«JatsrjessfüT
tierft £cirrrc«itoorfora <^v> fulfill V:cVj»i jmtfti tngpc
9itr<: ifKJirtSrtftif» t«>
fiterivn finite t-CKicn «ponen VoirfiV.»!
wijticttce-jm...eC^rr-of wfifcnw&Ofi
StMpatOf ftr-wvJT (frflefffxVa-cfnfn tegsr?ftftKii Sttt»f «ft*: Wsncti cm«ii «sfe* -s-—-»»™ - rJ -- j>,„
ttcfrnr Vte-fis,cnr<,'f W - WW**»"1
TfiWt-cti C -x J.,Smtfforfici-«w*el-h .xfcftnorTJ*'-
"oi httnT^mrtew-wscrw" *t 1 K ^„«etiw1f •te|C" o
c»ri, j*—&TJ1Z* oir^« ?j
mirrrttit-
f*« »t<9r.lfl«i UiAri'gnt*
Sm*. M i*U't» ün*.t«iï5J
«•lOtiMr
W8xr
nfltlfctrfi*
Cir.r rU'llrfWnWw m^rllcn
en mi tot ^fftUcx
Utn^Jtr.naCfl nipst
ifikni^frfnn fatten
i»rt /fcnoic" morfmi iSw fulfin'dicSm (ml
rn^cn otftiror (BB1 (i.Wrt™jc PB
»ffti»ix»^ai vMecHfmH m>it m^ftteGnf fimf the fiftecjin
3SB»»«i!SS^"56S3R#^
wr ■«■ifrprfa,,.BS"«nxw^taS NS»" ^""^Siwn
of^U"KS***',l^M-WraVr>'fe ft^CT «J&» W«^^L, ^,SC%:1
n^«v. %*1s£
tti fmrrftm Tti
„fi.i
u vCtt
De oorkonde waarin de marktrechten vermeld staan.
5S-«-w,ï
|C«.%2(r»n»B Wwr«0t.SWwJk«
fiort ha «luit» <rêemtv« \StE ^vti taoEGwiSt-
O. fiirfü?HSkh«ttwiSw^'ftw.tf)*wmirirrtJt-McrU«»ffftufeut,n.« T^"r
tXnf'^,r ï'r w"'lBf-g<;t,:+1 "ht i-lt».n iX fcl.ep«15"rJ*"" V<" TT,
*dl(«t8iiicf»i5i,ai bi). tVuidsMant- fefieu-ilir,,.Ionfo-(UerCifiöt
t<#fara-S,tn „,Sbt T^i" "^OTre»ficÉÉcn iwrt «-»»—_ ij; h.
Op 10 februari 1463 vaardigt Willem, bastaard
van Holland, de eerste heer van Schagen, een
oorkonde uit: "ic doe condt allen luyden dat ie voer
mi ende voir minen erven ende nacomelingen ende voir
alle den ghenen die mit my gedyet hebben inder nyeuwer
dycaedze voir Scaghen van Sinte maertens kereke int
nuwelant tot burchorn toe die van Scagercogge mijn on
derzaten gegont ende gegheven hebben gonne en gheve mit
desen brieve alsulcke privilegiën vryheden ende handves
ten als hier naegescreven staen...."
Hierna volgt een uitvoerig verhaal over de waterhuis
houding van de nieuwbedijkte polder Burghorn en
hoe het oude land van Schagen en zelfs de Geestmer-
ambacht daarmee om moeten gaan.
Maar dan, na zo'n van de tekst, volgt het gedeelte dat de
economische vooruitgang van Schagen en de centrumfunctie
van de stad Schagen heeft ingeluid: "Voirt so sullen die van
scaghen hebben tot eiken jaire twee vrye jaermarcten den
eersten marct tsinte Pieter enden tsinte Pauwels achte daghen
voir ende achte daghen na ende die anderde marct tsinte Ma
ria Magdalenen dach achte daghen voir ende achte daghen
na ende tot alle donresdaghen vry weeckmarct behoudelic my
ende myn erven ende nacomelingen onser heerlicheyt."
Schagen krijgt het recht om iedere donderdag markt te houden
en bovendien het recht om twee keer per jaar een vrije jaar
markt te houden. Er komt ook een waag "anden kerekbuert".
De eerste jaarmarkt mag gehouden worden tussen 8 dagen voor
en 8 dagen na St. Petrus en Paulus, d.w.z. 29 juni. De tweede
jaarmarkt valt tussen 8 dagen voor en 8 dagen na St. Maria Mag-
dalena, oftewel 22 juli. De beide jaarmarkten worden dus vrij
kort na elkaar gehouden, maar vallen beide in de zomerperiode
met veel kans op droog en warm weer.
De tekst over het marktrecht vormt het slot van de oorkonde
waarin de uitwatering en afwatering van de nieuwe polder
Burghorn wordt geregeld. De polder bestond in 1463 nog maar
een aantal jaren. Was het marktrecht, inclusief de jaarmarkten,
de officiële bevestiging van iets wat allang bestond en bedoeld
als beloning voor de inspanningen door de Schager bevolking
tijdens de inpoldering van de Burghorn? Dirck Burger van
Schoorel meldt in zijn 'Chronyk van de gantsche oude Heerlyk-
heid van het Dorp Schagen': "1402. Den ...dato, zyn die van
Schagen van Willem van Beyeren, Grave van Holland, Zeeland,
ende Heere van Vriesland, geprevilegieert met een vrye Week-
Het Schager
marktrecht
1463
van
en Jaarmarkt." Hij doelt hier waarschijnlijk op het handvest van
Schellinkhout dat model heeft gestaan voor de stadsrechten van
Schagen. Maar in tegenstelling tot het handvest van Schellink
hout wordt er in het Schager handvest nergens gerept over het
recht tot het houden van een markt.
De wekelijkse donderdagmarkt was vooral bestemd voor de
inwoners van Schagen en de omliggende dorpen. Koop en
verkoop waren daar dan ook op gericht. Mensen uit Schagen en
de directe omgeving bevolkten de markt.
Dat was heel anders tijdens de jaarmarkten. Deze duurden
doorgaans een aantal dagen en trokken kooplieden en am
bachtslui vanuit de verre omtrek. Deze handelslui vervoerden
hun spullen op een wagen, een handkar of simpelweg in een
'kiep', een kist, op de rug. Het vervoermiddel was vaak eenvou
dig om te bouwen tot een kraam. Ook het publiek kwam van
heinde en ver.
De jaarmarkt hield het midden tussen een kermis en een zeer
uitgebreide markt. Er was niet alleen handel, maar ook veel, heel
veel vermaak in allerlei vormen. Er werd geflaneerd, gespeeld,
gegokt, gedronken en gevochten. Vooral dat laatste was een ha
chelijk bedrijf] want vrijwel iedereen droeg toen der tijd een mes
bij zich. Het stadsbestuur en de schout en zijn rakkers hadden er
hun handen vol aan. Zo is er een zeventiende-eeuwse keur van
het Schager stadsbestuur bekend, waarin men paal en perk stelt
aan het aantal tapperijen en logementen tijdens de jaarmarkt,
want iedereen lijkt een graantje mee te willen pikken. Geen
wonder, er was heel veel volk dat dagenlang in de stad bleef han
gen. Over de andere kant waren burgemeesters en schepenen
ook wel bereid om het een en ander door de vingers te zien. De
jaarmarkten waren hoogtijdagen voor de stad en brachten veel
geld in het laatje.
De wekelijks markt is in de loop der eeuwen steeds groter
geworden en vervolgens ook weer afgenomen tot de huidige
stalletjesmarkt. De jaarmarkten zijn verdwenen. Alleen het
vermaakgedeelte is gebleven in de vorm van de steeds grootser
wordende kermis. Net als toen kijken publiek en horeca ieder
jaar naar dit hoogtepunt uit.
8