vaert de Meersloot of Laansloot) alles tot nogh toe bij den cooper ter bede beseten belent vervolgens den vercooper met sijn vordere erf ten noorden en den cooper dier voegen ten suijden mitsgaders een reet sonder drift voetpadt recht van overpad) en 't gunt andersints daeronder begrepen is over sijn erf van de wegh af tot aen de boed en te rugh voor de somme van vijfentwintigh gulden...' (Actum 22-04-1709) In een akte van 23 december 1721 staat te lezen: 'Wij Jan Bijl en Simon Roocker, Schepenen van Schagen, doen condt dat voor ons gecomen is Tadeus Berger op de Dorpen alhier als een soon en voor de helft erfgenaam van Lourens Berger en Immetje Cornelis en bij deelinge gedaen tegens zijn overleden grootvader Adriaan Berger en broeder Cornelis Berger gecomen aen 't nagenoemde landt...' De hele familie compleet: grootvader, zoon en kleinzoon Berger. In een akte van 26 januari 1782 figureert Aafje Gerrits: Aafje Gerrits weduwe en boedelhoudster van wijlen Louris Berger (Louris Berger is overleden op 26-01-1782) wonende op de Dorpen is geld schuldig aan Nicolaus Barsingerhorn en stelt als onderpand haar huijs en erve staande en gelegen op de Dorpen, belent Barend Kroone ten noorden en de gemeene vaart ten westen plus haar huijs en erve staande en gelegen op de Dorpen belent Reijer Barsingerhorn ten zuijden en de gemeene weg ten wes ten (Dit huis staat dus aan de overkant en ten oosten van de Laan, in 1832 voorzien van het kadastrale nummer C84) Een akte van 24 mei 1803 vermeldt: 'Jan en Cornelis Bergen op de Dorpen zijn geld schuldig aan Cornelis Halfswaag en stellen tot een speciale hypotheek een huijsmanswooninge staande en gelegen op de Dorpen belend Gerard Wiessing ten noorden de gemeene vaart ten westen...' En tot slot vermeldt een acte van 26 mei 1804: De data lopen vanaf augustus 1684 tot mei 1804. De belendingen geven aan dat het huis aan de oostkant be grensd wordt door de Heereweg, hier de Bagijnenlaan, en aan de westkant door de Vaart, de Meersloot, of de Laansloot. Aan de noordkant wonen verschillende mensen in verschillen de tijden, maar deze zijn steeds terug te vinden in het huis of de huizen die ten noorden van het perceel staan. Aan de zuidkant wordt geen belending vermeld en ook dat klopt. Op deze wijze kunnen we veel aan de weet komen over elk perceel in Schagen, zoals ook al bleek in vorige nummers van de Kakelepost. Dat wil niet zeggen dat de bronnen altijd de gehei men bevatten die we willen ontraadselen, maar er is heel veel te vinden in de hier genoemde bronnen en in de notariële akten van notarissen uit Schagen en omgeving, tot in Alkmaar toe. Uiteraard ga je alleen naar de notaris als je iets hebt, wie niets bezit - en dat waren nu eenmaal de meesten- gaat niet naar de notaris. Van deze mensen vinden we alleen iets in de doop-, trouw- en begraafboeken en de gegevens van de Burgerlijke Stand na de invoering daarvan rond 1812. En ook de pachtboe- ken kunnen ons iets vertellen, als ze bewaard zijn gebleven. Arien Lover en Immetje Bergen, egtelieden, wonende op de Dorpen, zijn geld schuldig aan Klaas Zoomerdijk en Jacob Vro- rijk, voogden over de minderjaarige erfgenaam van wijlen Aafje Gerrits weduwe Louris Bergen en zij stellen als onderpand hun bij testamente aanbedeelde huijs en erve staande en gelegen op de Dorpen belend Gerrit Wiessing ten noorden en de gemeene vaart ten westen...' De boerderij op de Tweede Dorpen, oud en vervallen. Wie nog meer over de beide boerderijen of stolpen, of langhuisstol- pen wil weten, raadplege het prachtige, dit jaar (2012) verschenen boek van Jaap de Wit, Boerenleven in de regio Schagen, blz. 300 - 314, waaraan ook de gegevens over de eigenaars/bewoners van de boerderij op de Tweede Dorpen zijn ontleend (zie kader). Andere kadastrale gegevens zijn voor een deel afkomstig uit de database van Erik Visser. Karei Numan 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2012 | | pagina 23