en zijn Een zeventiende-eeuwse dominee-dichter in Schagen Van de zeventiende-eeuwse predikant van Schagen, Ludovicus Hondius, zijn maar heel weinig gedichten bekend. Zo doende is het niet makkelijk om zijn plaats te midden van andere dichters aan te geven. Dankzij een onlangs ontdekt handschrift kan hierin verandering gebracht worden. Ludovicus Hondius (1598-1658), in zijn leven achtereenvol gens predikant te Huizen en Schagen, heeft in de biografische woordenboeken maar een bescheiden plaats toegewezen ge kregen. Hij was dan ook geen vooraanstaande theoloog in zijn dagen en heeft als schrijver slechts één stichtelijke verhandeling op zijn naam staan, namelijk het Christelijck bericht op de bedenc- kingen des gemoedts over de pestilentie, dat in 1637 het licht zag. Dit boek was uitgegeven door zijn zwager Joannes Jansonius, die getrouwd was met zijn zus Elisabeth. Verder bleven er een paar gedichten in de literatuur bekend; het bracht A. van der Heide in zijn artikel over 'De geleerde in sijn kamer' tot de kwalificatie: 'Er wordt van hem vermeld dat hij (Hondius, H.F.) zich bij tijden aan de dichtkunst waagde, maar het is wel duidelijk dat zijn naam niet met grote letters in de annalen der vaderlandse dichtkunst pleegt te worden geboekstaafd.' Grote letters of niet, Hondius viel wel op door de wijze waarop zijn verzen gepubliceerd werden. Want de pennenvruchten van de predikant van Schagen kwamen vooral in de openbaarheid als ornament- en afbeeldingverzen. Zo werden twee vroege Latijnse gedichten afgedrukt op de schitterende en terecht vermaard geworden stedenkaart van Londen. Dit kunststuk was onder de titel Londinum Florentissima Britanniae Urbs Toto Orbe Celeberrimum Emporiumque (Londen, de meest bloeiende stad van Brittannië en de beroemdste havenplaats van de hele wereld) uitgegeven door broer Judocus Hondius in 1616, 'sub signo Canis vigilis' en inderdaad, de naam van Judocus' winkel in de Amsterdamse Kalverstraat voerde ook de naam 'de wackeren hond'. Ludovicus' verzen lopen over van de lof voor de gebouwen, de mensen, de Thames en ga zo maar door van de Engelse hoofdstad. Een ander vers, nu in het Hollands, vond zijn plaats onder de verschillende uitstekende gravures van 'De geleerde in sijn kamer' en ten slotte werden er teksten van hem op houten borden geschilderd en opgehangen in naburige kerkgebouwen. Handschrift Bundels poëzie en lofdichten voor geschriften van collega's of voor zijn eigen verhandeling over de pest zijn van Hondius niet bekend. Gelukkig heeft hij wel een overigens niet al te omvangrijk handschrift nagelaten waarin hij zijn dichtwerk, met uitzondering van de 'stadskaartverzen' onder de titel Latijn- sche en Duytsche Rym-zangen van Ludovicus Hondius in syn leven predikant tot Schagen heeft opgeschreven. Dat hij dit inderdaad zelfheeft gedaan, blijkt uit vergelijking met bijvoorbeeld een inscriptie van hem in een album amicorum - een vriendschap salbum - van Johannes Montanus (ca. 1595-na 1657), een neef en leeftijdsgenoot. Hij schreef daarin: 'Multa fidem promissa levant' (Veel beloven verzwakt het geloven), een uitdrukking van de klassieke dichter Horatius. Op grond van de Latijnsche en Duytsche Rym-zangen is meer te zeggen over het peil dat hij in de vaderlandse letterkunde heeft bereikt dan Van der Heide doet. Tegelijk wordt onder meer informatie gegeven over hemzelf en zijn gedachten over de veranderingen die het gereformeerd protestantisme had doorgevoerd, zijn gezin, over de kerk van Schagen en die van buurtgemeenten en over zijn collega's. Hondius was volop gereformeerd en dat wilde hij weten. Hij wilde het tegelijk ook laten weten. Dat was al gebeurd in het geschrift over de pest, maar het komt ook in de gedichten tot uiting. Zo werd lang na zijn dood in de Chronyk van het dorp Schagen, geschreven door Dirk Burger Van Schoorel en in 1767 verschenen, Hondius' tekst op het 'rijmbord' weergegeven dat toen nog in de kerk van Schagen hing. Dit gedicht, dat ook in het handschrift voorkomt, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Gelukkig, aldus Hondius, dat na de Hervorming niet meer allerlei opschik in de kerk van Schagen te vinden was, zoals schilderijen en kleden, ook geen roomse gebruiken meer zoals de biecht, het aanroepen van de heiligen en het vieren van de mis in het Latijn, maar de 'stigte- lyke leer; en Goddelyke schrift'. Het was in die tijd niet ongebruikelijk om dergelijke kerkbor- Ludovicus Hondius poezie Gedicht op de stedenkaart van Londen. Kerkborden 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2012 | | pagina 14