zij haar titel mocht behouden, Philips haar erfgenaam werd
en zij niet zonder zijn toestemming mocht hertrouwen, kreeg
Frank van Borssele van de graaf de opdracht toezicht op haar te
houden. Frank behandelde Jacoba zoals het hoorde: als hoge
edelvrouwe. Toen Jacoba in geldnood zat, sprong hij financieel
bij. Ze werden zelfs verliefd op elkaar en in 1432 trouwden ze in
het geheim. De relatie tussen Frank en Philips van Bourgondië
werd er hierdoor bepaald niet beter op, maar herstelde zich
nadat Jacoba definitief afstand had gedaan van al haar grafelijke
rechten. Het huwelijk tussen Frank van Borssele en Jacoba van
Beieren duurde echter maar kort; eind 1436 overleed Jacoba.
De eerste heer van Schagen, die de kerk op de Markt liet bou
wen, was een bastaardoom van Philips van Bourgondië, graaf
van Holland. En Jacoba van Beieren, de echtgenote van Frank
van Borssele, was een tante van diezelfde eerste heer van Scha
gen. Het is dus heel goed mogelijk dat het gebrandschilderde
glas in het koor van de kerk van Schagen een relatiegeschenk tus
sen familieleden is geweest van Frank aan de heer van Schagen.
Een tekening
In het archief van de heren en vrouwen van Schagen - het zgn.
heerlijkheidarchief- bevindt zich een (ontwerp) tekening van
een gebrandschilderd kerkraam. Op de tekening is een edelman
te zien, getooid met waarschijnlijk het ordeteken van het Gul
den Vlies. De afbeelding vult slechts het linker bovengedeelte
van het raam; de rest is niet ingevuld.
Van vrouwe Josine van Beijeren van Schagen - 25 juni
1543) is bekend dat zij zeer godsdienstig was en een gebrand
schilderd raam heeft geschonken aan de St. Bavo te Haarlem.
Het raam heeft de eeuwen niet doorstaan, maar staat bekend
als "die Vrowe van Scaghers glas". Over de voorstelling is verder
niets bekend.
Wellicht, zo was tot voor kort de voorzichtige veronderstelling,
was de ontwerptekening in het heerlijkheidarchief een ontwerp
voor het Bavo-raam.
Daar komt nu een tweede mogelijkheid bij. Is de tekening
in het heerlijkheidarchief misschien een afbeelding van het
gebrandschilderde glas in het koor van de kerk op de Markt van
Schagen? Het zou zomaar kunnen!
En er is natuurlijk ook nog een derde mogelijkheid, namelijk
dat de afbeelding in het heerlijkheidarchief niets te maken heeft
met het "die Vrowe van Scaghers glas" uit Haarlem of met het
gebrandschilderde glas in de kerk op de Markt. Het zou ook een
afbeelding van een heel ander kerkraam kunnen zijn.
Wie?
Maar als de tekening van het kerkraam in het heerlijkheidarchief
en de schenking van het kerkraam door Frank van Borssele
beide betrekking hebben op het gebrandschilderde glas in het
koor van de oude Christophorus-kerk op de Markt te Schagen,
dan rijst de vraag: Wie is die afgebeelde edelman?
De afgebeelde edelman draagt heel duidelijk de versierselen
van het Gulden Vlies: een kleine gouden ramsvacht met kop en
poten, door een ring gehaald, hangend aan een zware gouden
keten, waarvan de schakels het Bourgondische vuurslagmotief
vertonen. De Orde van het Gulden Vlies was op 10 januari
1430 ingesteld door Philips van Bourgondië ter gelegenheid
van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De Orde telde
aanvankelijk een zeer select gezelschap van niet meer dan 30
vliesridders.
Frank van Borssele werd in 1440 ridder van de Orde van het
Gulden Vlies. Het is dus mogelijk dat de schenker van het glas
zelf deel uitmaakt van de afbeelding. Dit was in de late Middel
eeuwen heel gebruikelijk en maakt de veronderstelling dat het
hier om één en hetzelfde raam gaat aannemelijk. Opnieuw: het
zou zomaar kunnen!
Frank van Borsselen
1) idem, de 6e dag in april betaald aan Zweer van Opbueren gla
zenmaker in Den Haag een glas dat hij op verzoek van mijn heer
gemaakt heeft voor Schagen in de kerk in het nieuwe koor; het
genoemde glas groot zijnde 44 panden, waarvan de 32 al bestemd
zijn en 8 panden al bestemd zijn voor het harnas. Zo zijn er 40
bestemde panden en 4 nog niet bestemd. Elk pand omvattende en
groot zijnde 4 voeten, de 40 panden samen 140 voeten; de kosten
per voet 9 groot een geldeenheid zoals onze euro), totaal 6 pond
groot. En de 4 onbestemde panden omvatten 16 voeten, de voet
4% groot, totaal 6 schellingen; in totaal voor het genoemde glas 6
pond en 6 schellingen.
Bronnen en literatuur:
A.A. Arkenbout - Het heren van Voorne als opdrachtgevers
van 15e eeuwse glasschilderkunst - in: Rotterdams Jaarboek
je 1967-blz. 121 -138.
Leo Noordergraaf - Gebrandschilderde glazen in de Alk-
maarse Sint Laurens - in: Glans en Glorie van de Grote Kerk,
Hilversum, 1996
Fred Timmer
11