4a. detail. Gezicht op Valkoog, [BokOOI gezicht op Valkoog]
(foto Fred Timmer).
Ook de problematiek van en de gekozen
oplossing bij de weergave van de hoge
hoeden is op beide schilderijen identiek.
Schagen. Afgebeeld zijn de Schager burgemeester Willem
Roggeveen en zijn gezin. Willem werd naar het geloof van zijn
moeder (Aagje Dirks Bakker uit de Oude Zijp) doopsgezind
opgevoed. In 1781 werd hij in de lijst van weerbare mannen op
gevoerd als boer en in 1798 was hij grutter. Zijn vader, Leendert
Roggeveen, was boer en grutter.19 Dat was toen een gangbare
combinatie in de Noordkop en ook op Texel. Willem trouwde
in 1788 met de toen 19-jarige Antje de Graafuit Den Helder.
Met hun drie zoons Leendert 1790), Dirk 1792) en Arien
(1793) zijn ze vereeuwigd op dit familieportret. Dat portret is
waarschijnlijk rond 1809 geschilderd, toen Willem Roggeveen
burgemeester was van Schagen. Nazaten schonken het in 2005
aan de gemeente Schagen. Dit portret is niet gesigneerd, maar
wordt op grond van het relatienetwerk van Willem Roggeveen
toegeschreven aan Cornelis Bok.20
Vergelijking van het Texelse familieportret
met het Schager burgemeesterportret en ander
werk van Cornelis Bok.
Op een herfstige oktoberdag in 2010 vergeleken de auteurs van
dit artikel samen met kunstschilder en restaurateur Rutger Jan
Bredewold in het gemeentehuis van Schagen het Schager por
tret van de familie Roggeveen met foto's van het Texelse fami
lieportret en ander werk van Cornelis Bok. Daarbij ontdekten
we een aantal opvallende overeenkomsten: zo had de schilder
moeite met het schilderen van handen, vooral van vingers,
zowel in aquarel als in olieverf De rechter jongen op het Texelse
portret heeft bijvoorbeeld twee rechterhanden. Geen probleem,
het bokje eet toch uit zijn hand. Ook op andere werken van
Cornelis Bok zien we een of meer bokjes: zoals op Arcadisch
landschap' uit 181821, de Afbeelding van de Schager Lammere
Markt' uit 180822, 'Gezicht op Valkoog'23en Afbeelding van
het dorp Egmond aan Zee van de land op oostzijde' uit 181624.
En al die bokjes tonen verwantschap. Wij nemen aan dat die
bokjes door Cornelis Bok als signatuur bedoeld waren.
Vervolgens verraden beide nauw verwante composities een
geoefende en mogelijk dezelfde hand. En als we dan kijken naar
de wijze waarop de gezichten opgebouwd zijn, zien we nog
meer overeenkomsten, zoals de ogen, de neus en de kleine, bijna
pruilende monden. Ook de problematiek van en de gekozen
oplossing bij de weergave van de hoge hoeden is op beide
schilderijen identiek.
Dan bestaan er nog overeenkomsten tussen het Texelse schilde
rij en enkele andere werken van Bok: zo bestaat er verwantschap
in de weergave van het textiel tussen de Texelse gouache en de
aquarel 'Man op schimmel'25 uit circa 1820. Op het 'Gezicht op
Kolhorn'26, vervaardigd rond 1820 en 'De haven van Kolhorn'27
uit 1817 zijn de huisjes op de achtergrond op bijna identieke,
terloopse wijze geschilderd als op de Texelse gouache. En een
andere Kolhorn-aquarel is ook voorzien van een niet te deter
mineren en anatomisch vreemd soort hondje. Ten slotte heeft
Afbeelding van het dorp Egmond aan Zee' uit 181628 de aanpak
van het landschap en de methodiek van huisjes schilderen
gemeenschappelijk met de Texelse gouache.
Na een uur vergelijken en proberen of we toch misschien ergens
stijlverschillen konden vinden, concludeerden we unaniem dat
we de Texelse gouache van de familie Kooijman-List vanaf 18
oktober 2010 toeschrijven aan Cornelis Bok. Daarmee vormt
dit Texelse werk een verbindende schakel tussen de landschap
pen van Bok en het portret van het burgemeestersgezin Willem
Roggeveen van Schagen. Hiermee werd de actieradius van
Cornelis Bok belangrijk uitgebreid.
Hoe kwam Cornelis Bok op Texel terecht?
Wij nemen aan dat Bok niet op de bonnefooi naar Texel kwam,
maar dat de opdracht tot het maken van dit Texelse familiepor
tret een uitvloeisel is van relaties tussen de familie Kooijman/
Brouwer-List en een of meer opdrachtgevers aan de vaste wal.
Daar gingen we dus naar op zoek. Uitgangspunt vormde de
aanname dat opdrachtgevers voor de schilderijen rond Schagen
en in de Zijpe ook eigenaar van de daarop afgebeelde gebouwen
waren.
Bij die speurtocht in de archieven in Alkmaar, Haarlem en op