Het Schager
Postbezorging gaat al terug tot de Romeinen. In Nederland luidt de opbloei van de handel aan het
eind van de 12de eeuw de opkomst van bodes in. Zij gaan te paard en worden postiljons genoemd.
Later doet de postkoets zijn intrede, in onze contreien worden brieven ook door beurtschippers
vervoerd. De organisatie van de post beperkt zich lang tot stedelijk niveau. Daarin komt voor Schagen
verandering als in 1678 de burgemeesters van de stad Alkmaar aan Hillebrant en Lambertus Schagen
octrooi verlenen op het instellen van een Schagense post, met een vaste postiljondienst op Alkmaar.
In 1747 komt het Nederlandse postwezen op en worden de
stedelijke posterijen afgebouwd, te beginnen in Holland en
West-Friesland. Octrooihouders krijgen schadeloosstellingen
aangeboden. Velen van hen verzetten zich aanvankelijk tegen
een postmonopolie van de overheid. Zo ook de familie Scha
gen, die de dans denkt te ontspringen door te stellen dat zij geen
posterij drijft, maar een particuliere onderneming. Later gaan de
Schagens alsnog met afkoop akkoord.
Bij de inwerkingtreding van de Postwet op 1 september 1850
- de Posterijen zijn dan al ruim een eeuw een staatsbedrijf - is
Schagen een van de 26 gemeenten in Nederland waar een offi
cieel postkantoor wordt gevestigd. Dat zegt iets over het belang
dat aan Schagen als distributiecentrum wordt toegekend. Het
Schager postkantoor is vermoedelijk gevestigd aan de Markt,
aan huis bij de eerste directeur, W Borst Jz. Deze beurt voor
het beschikbaar stellen van zijn woning een jaarlijkse huur van
150 gulden. De eerste directeuren volgen elkaar met Olympi
sche regelmaat op. In 1854 wordt PW Dilië benoemd en na
diens vertrek in 1857J. Tomei. Deze is dan 26 jaar oud. Waar
hij woont, is niet bekend, wel dat hij op 31 december 1859
in het bevolkingsregister van Schagen wordt ingeschreven en
intrekt bij zijn moeder aan de Bierkade B 54. Ook Tomei is geen
blijvertje, in tegenstelling tot zijn nóg jongere opvolger. F.G.C.J.
Heijligers treedt aan in 1861 - op de leeftijd van 24 jaar - en zal
in functie blijven tot zijn pensionering in 1900.
Naar de Begijnenlaan
In december 1871 bericht directeur Heijligers het Rijk dat hij
zijn woning aan de Lagezijde D 88a, waar hij kantoor houdt,
op 1 mei 1872 zal moeten verlaten. Hij krijgt een machtiging
om met de gemeente te gaan onderhandelen over een ander
pand voor de dienst, maar vindt bij de gemeente geen gehoor.
Dan biedt Heijligers aan om voor eigen rekening in Schagen
een postkantoor te bouwen en dit aan het Rijk te verhuren voor
400 gulden s jaars. Dit voorstel wordt aangenomen. Heijligers
bouwt zijn postkantoor aan de Bagijnenlaan - de latere Laan
- op de plaats van de vroegere drukkerij Trapman, naast het
huidige stadskantoor. Keurig op tijd, op 1 mei 1872, wordt het
opengesteld.
Postkantoor
Postbode in uniform met hondenkar.
Detail tekening van W.P. van Geldrop, 1865.
Wie vandaag de postbestellers hun werk ziet doen,
moet eens bedenken dat rond 1900 de postzak
ken per hondenkar van Schagen naar Petten werd
gebracht, te voet naar Dirkshorn of in een kruiwagen
naar Sint Maarten. Bij hevige sneeuwval trokken de
Schager bezorgers met sleden de Wieringermeer in
en tijdens WON was - bij het ontbreken van een fiets
- een handkar vaak het enige transportmiddel.