Na de oorlog werd direkt deze weigering tot aftreden door het
Militair Gezag gestraft en werd de burgemeester geschorst,
zodat we toen tijdelijke vervangers kregen, kort Buiskool
uit Schagen en langer Korf uit Wieringen. Echter bleek uit
onderzoek dat Burgemeester Mijnlieff het goed had gedaan
en na 9 maanden werd hij in ere hersteld. De bevolking was
hiermede zeer tevreden.
De noodraad van 13 leden heeft ongeveer een jaar bestaan en
Smit schrijft:
Toen kwam na de verkiezing de definitieve gemeenteraad,
waarbij de doorbraak een belangrijke rol heeft gespeeld. De
roep om eenheid na de bevrijding bracht met zich mee dat
11 van de 13 raadsleden, afkomstig van de V.D., S.D.A.P. en
Christofoorgroep K.V.P. samen verdergingen als Partij van
de Arbeid. Helaas van korte duur.
In dat noodbestuur zaten ook Mr. Van Dijk, Jan Meijer en Jan
Vethman. Van te voren had Smit een epistel gemaakt met als
inhoud: kies op prestatie, niet op politieke gezindheid, het gaat
om samenwerking. Maar Van Balen Blanken vond dat een mooi
verhaal, sympathiek ook, zoals hij zei, maar de mensen voelen
daar niet voor, Smit, ze zijn partijvertegenwoordigers.
Jan Meijer was trots als een pauw omdat hij alle steun kreeg.
Mijnlieff kwam terug. Later wilde deze wel naar grotere plaatsen
als burgemeester, maar door zijn schorsing kreeg hij geen kans.
In Israël is voor hem een boom geplant
in het Nederland-Israël Woud
Verzetskruis
Op 5 november 1982 krijgt Jaap Smit voor zijn werk in de
oorlog het verzetskruis opgespeld door Prins Bernhard, tijdens
een bijeenkomst waarop ook de weduwe van Polderman voor
haar man het verzetskruis in ontvangst neemt.
Jaap laat ons het boek zien waarin alle verzetsmensen die
gefusilleerd zijn worden herdacht en bedacht, een kolossaal en
prachtig boek.
Hij is 50 jaar lang elk jaar op 4 mei in Overveen bij de herden
king geweest van allen die daar in de duinen door de Duitsers
zijn doodgeschoten.
In Israël is voor hem een boom geplant in het Nederland-Israël
Woud en heet een stuk land naar Jaap Smit. Dat is alleen hen
beschoren die daadwerkelijk in de oorlog Joodse medeburgers
hebben geholpen met onderduiken, bonkaarten enzovoort.
Waar geholpen moest worden, daar
kon je rekenen op Blaauboer
Comelis Blaauboer
De naam van zijn werkgever vanaf 1940, Cornelis Blaauboer,
wordt door Jaap Smit in het gesprek dat we met hem hebben,
steeds weer genoemd. Hij vond en vindt hem een man van
grote kwaliteit. En niet alleen door zijn houding en steun in de
oorlog. Waar geholpen moest worden, daar kon je rekenen op
Blaauboer. Als voorbeeld noemt Smit Huize Avondrust. Daar
werden de ouden van dagen ondergebracht in piepkleine ka
mertjes. Er kon een bed staan en dat was het dan wel zon beetje.
Er werd vaak armoede geleden, de verzorging was er wel, maar
was minimaal. Twee mensen, de vader en de moeder geheten,
moesten het leeuwendeel van die verzorging op zich nemen.
Er werd echt armoede geleden, er was soms steun nodig. En
Cornelis Blaauboer zorgde dan dat die er kwam. Blaauboer
stuurde dan Smit erop af en in de loop van de middag werd het
probleem meestal opgelost. En zo was er meer. Blaauboer werd
na de oorlog loco-burgemeester en in 1946 na het vertrek van
Jan Buiskool een poos waarnemend burgemeester. Het was
ook Blaauboer op wiens initiatief de Technische School werd
gesticht.
Smit heeft zich 17 jaar lang ingespannen om een straat naar
Blaauboer vernoemd te krijgen. Hij kreeg voor het eerst gehoor
serieus bij wethouder Van de Pauvort. Maar op een dag werd hij
opgebeld door zijn opvolger, wethouder Jan Bouwes. Die had
nieuws voor hem. En in zijn ogen prachtig nieuws. De nieuwe
weg die vanaf de Nes door de nieuwe wijk was aangelegd, zou
de Cornelis Blaauboerlaan gaan heten. In de ogen van Jaap Smit
een zeer terechte keus. Immers Blaauboer is geboren en getogen
aan de Nes, dus dat kan niet beter.
Een nabrandertje
Al pratend kregen we het over de familie Ligthart in Schager-
brug. En ineens kwam de herinnering boven aan de manier
waarop Smit begin 1945 belangrijke papieren hield verborgen.
Hij had die in zo'n metalen tabaksdoos gestopt. En die tabaks
doos werd verborgen in de bijenstal van Ligthart in Schager-
brug, dat was de stal waar de bijenkorven stonden opgeslagen.
Eigenzinnige mensen waren die broers Ligthart, maar betrouw
bare mensen. De overige papieren, niet veel minder belangrijk,
werden onder het vloerkleed bewaard.
Het moge duidelijk zijn dat het goed is dat de herinneringen
van Jaap Smit niet ook onder het vloerkleed zijn verdwenen.
In Ashalim is ïoo rrf woestijngrond geadopteerd
Op 7 april 1979 is via het Joods Nationaal Fonds
100 m3 woestijngrond geadopteerd en zijn twee
bomen geplant op naam van J.H. Smit.
Ruud van de Pol en Karei Numan
15