Een levensverhaal Hij woont nu in de Buiskoolstraat. Dat was ooit de Landbouwdwarsstraat, toen de MULO er nog stond. En in de oorlog de Gerardus Mooijmanstraat, op last van de bezetter zo genoemd naar een aan het oostfront gesneuvelde soldaat uit Schagen. Dat heeft uiteraard niet langer geduurd dan tot het eind van de oorlog, een oorlog waarin Jaap Smit wel een heel andere rol heeft gespeeld. Zijn jeugd Smit is geboren in 1919 en getogen in Breezand, in de boerderij van zijn ouders aan de Koningsweg nummer 1De weg die in de oorlog door burgemeester Mijnlieff op eigen gezag is omge doopt tot de Bergeenderweg. De raad had niets te zeggen toen. Dat was ook de naam van hun boerderij de Bergeend'. Zijn vader had land gekocht en dat moest voor een deel min of meer opnieuw ontgonnen worden. Het riet dat erop stond, moest worden gemaaid Al maaiend kwam hij een nest jonge bergeen den tegen. Hij maaide eromheen en wachtte tot de jongen wa ren uitgevlogen. Bergeend, een mooie naam voor de boerderij. Vader en moeder Smit kregen drie kinderen. Zijn vader had een boerderij met 25 bunder land, dat lijkt heel wat en het was ook wel heel wat, maar het was, zoals Smit zegt, 'schrapen en mar telen'. De grond was voor de toenmalige begrippen en kundig heden schraal en bracht niet al te veel op. Zijn vader hield ook een aantal paarden, naast wat koeien, varkens en wat kalveren en kippen. De paarden verhuurde hij aan boeren die zich geen paard konden veroorloven. Hij had op die manier al vroeg een soort loonwerkerbedrijf. Er was één feestdag in het hele jaar dat was Koninginnedag Jaap hielp na schooltijd wat mee, door te melken en met het voeren en verzorgen van kleinvee en andere kleine werkzaam heden. Veel te spelen viel er niet.Je was 'ingetogen' bezig, zoals hij zegt, letterlijk niet speels of uitbundig, dat ging gewoon niet. Er was één feestdag in het hele jaar, dat was Koninginnedag op 31 augustus, de dag waarop koningin Wilhelmina haar verjaar dag vierde. 's Ochtends was er feest, met wedstrijden, voor de kinderen, 's middags voor de volwassenen. Een kermis was er niet in Breezand, die was in Anna Paulowna. Eigenlijk stond het al wel vast wat Smit zou worden. Zo vader zo zoon, hij zou dus wel boer worden. Hoe kwam je als boeren zoon naar Schagen? Als monteur? Maar hoe werd je dat? Bezoek In de hoogste klas van de Lagere School kwam op een dag meester op bezoek, meester De Vries. Dat was heel ongewoon. Er moest wat gebeurd zijn. U hier, meester? Ja, vrouw Smit. Ik heb een boodschap voor uw zoon. Hij moest maar verder leren, hij kan dat. Nou ja, als u het zegt, meester, dan moet het maar. Meesters hadden vaak, in die begin jaren dertig, nog het soort gezag waarnaar geluisterd en gehandeld werd. Maar hoe moest dat dan? Nou, naar de H.B.S. in Den Helder. Op de fiets. Ze woonden 2 kilometer buiten het dorp.Je kon met de trein, maar die stopte ver bij het stationnetje van Breezand. Op de fiets, dat was de manier. En op die H. B. S., het leren ging wel, maar het viel niet mee, want er zaten weliswaar niet meer dan 160 leerlin gen op die school, maar veel waren er kinderen van marinemen sen daar en die keken naar die hele Jaap Smit niet om. Hij had het niet gemakkelijk, ze zagen hem gewoon niet staan. Hij slaagde na vijf jaar voor het diploma H.B.S.-B. Werk was er niet. Het was een slechte tijd in de crisisjaren. Hij vond een baantje bij Nico Zeeman, bij de molen, in 't Zand. Een grote wens was vliegenier worden, maar die wens kon niet vervuld worden omdat hij werd afgekeurd, overigens om on duidelijke redenen. Maar na een poosje van dit en van dat kon hij in 1940 terecht bij Blaauboer en Kossen, het garagebedrijf, op kantoor. Hij werd al gauw de rechterhand van Blaauboer en bracht het tot procuratiehouder. Er was wel aardig wat personeel in dit bedrijf veel leerlingen. Na de splitsing van het bedrijf na de oorlog kwam hij ook bij de afdeling tractoren aan de Zuiderweg. Getrouwd In 1951 is hij getrouwd met Bets de Goede, dochter van Piet de Goede uit Dirkshorn, niet toevallig ook een garagehouder. Ze kwamen na nog al wat vijven en zessen te wonen in een bovenwoning in de Cornelis Bokstraat in Schagen, bij de familie Hoogvorst. Hoogvorst voer als machinist op een sleepboot, zijn vrouw was alleen in het huis. De gemeente zocht woonruimte. Hoogvorst voelde er niks voor, die wou geen mensen in huis en over de vloer. De Goede, zijn schoonvader, en Smit gingen op bezoek en het was het uiterst voorkomende en tactische gedrag van De Goede dat het ijs brak. Ten slotte werd er een 'bittertje' - zo heette dat toen - geschonken om de zaak te beklinken. Er werd wat gesloopt en verbouwd op de bovenverdieping en ze hebben er vier jaar gewoond. Vrouw Hoogvorst werd als een tweede moeder voor zijn vrouw. Toen kochten ze een huis aan de Parallelweg. Dat ging bijna niet door doordat de makelaar failliet ging. Op dat moment waren er vier kopers, terwijl het de bedoeling was twaalf woningen te bouwen. Ze hadden er alle vier ieder al duizend gulden in zitten. Het was Plukker, die hun te hulp kwam, hij nam de tekeningen en vergunningen over en slaagde erin ook de andere 8 huizen te verkopen. De huizen werden dus uiteindelijk gebouwd en verkocht voor de prijs van f 12.500,- en ze kregen de duizend gulden die ze dachten kwijt te zijn, ook nog terug. Alle aanvan kelijke kopers waren blijd als blik. Het gezin Smit kreeg drie dochters. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2011 | | pagina 12