In een aantal dorpen en buurtschappen langs de kust staat een kerk. De belangstelling voor het veen en wat je ermee kunt, neemt toe. Op en bij Wieringen en Texel zijn al grote stukken veen ontgonnen of in gebruik als mogelijkheid om schapen te laten grazen. Dat blijkt onder andere uit schenkingen van boerenbedrijven aan de kloosters te Fulda en Echternach. Waarschijnlijk is er nog geen veen ontgonnen bij Schagen. Als hier al mensen wonen, dan nog steeds langs de riviertjes, de enige plek waar je vaste grond onder voeten hebt en water bij de hand. Er zit zand in de lucht", kunnen de mensen tegen elkaar gezegd hebben Het jaar 900 De ontginning van het veen in het gebied waarvan Schagen een onderdeel is, is in volle gang. Oorzaak is niet alleen de toegenomen bevolking, maar vooral het iets warmer en droger wordende klimaat. Een gevolg daarvan is dat het zand langs de kust begint te (ver) stuiven. "Er zit zand in de lucht", kunnen de mensen tegen elkaar gezegd hebben. Het stuift over de akkers en weiden in de oude duinen en over die oude duinen zelf De kust slijt beetje bij beetje af Feitelijk gebeuren er dramatische dingen. Overal langs de kleine rivieren en vanaf de strandwal zijn mensen bezig het veen te bewerken. Ze halen de toplaag met de begroeiing eraf, spitten sloten, zodat het water afgevoerd kan worden en leggen dijkjes aan het eind van hun akker, zodat het water daar niet overheen stroomt. Het komt vanal de hogere delen van het veen naar beneden. Het veen ligt als heuvelach tige koepels in het land. Ze zijn tot tien kilometer lang en naar het midden toe vele meters hoog. Je ontgint om zo te zeggen naar de top toe. Het water stroomt vanzelf, zonder dat je er iets voor hoeft te doen, naar beneden en uiteindelijk via riviertjes en geulen naar zee. Waarschijnlijk in het verre noorden via het Vlie, maar mogelijk ook via kleine afwateringsgeulen in de strandwal de zee in (zie kader 6). 'Schagen' is een oriënteringspunt, omdat het een plek is met een opvallende begroeiing van struiken en lage bomen (vooral berken). Het jaar 1000 De abdij van Egmond bezit inmiddels vele stukken land, o.a. in het noordelijke deel van Noord-Holland, ook bij Schagen. Een van de leenmannen van de keizer Otto III, graaf Dirk II (zie kader 7heeft door vererving veel land ontvangen en krijgt daarnaast nog lenen en schenkingen, zodat hij het in een aardig deel van Noord- en Zuid-Holland voor het zeggen heeft. Zijn vader (of grootvader; dat is niet helemaal zeker) Dirk I heeft in het begin van de 9de eeuw het klooster in Egmond gesticht, als nonnenklooster, maar Dirk II maakt er een klooster voor mon niken van en bouwt er een kerk. In het laatste deel van zijn leven - tussen 986 en 989 - schenkt hij 'oJortnis Scrun an. 2. Turfmolm Dirk II, graaf van Holland, schenker van de hoeven van Schagen aan het klooster van Egmond. Wie nog weet wat turfmolm is, weet ook dat het in één seizoen volledig verdwijnt, alsof het wordt opgegeten. In werkelijkheid oxideert het, verdwijnt in de lucht, of vergrondt. Als veen bewerkt wordt, dat wil zeggen dat je de 'groene' toplaag weghaalt en de veenbodem eronder ploegt en bezaait, dan gebeurt het onvermijdelijke. Het veen verdwijnt laagje na laagje, het gaat om een of meer centimeters per jaar. In een eeuw dus om meer dan een meter, in twee eeuwen verdwijnt er op die manier twee tot drie meter van de bodem. Het gevolg daarvan is dat al 'vrij snel' het land te laag wordt voor akkerbouw. De bodem is nog alleen geschikt voor wei- of hooiland. 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2011 | | pagina 9