t De Mxre manker. Daarlachgen%y, Wond "Wenen by. Werkgelegenheid was er voldoende, vooral toen men startte met de bedijking van de Zijpe. Werk was er niet alleen voor de talloze dagloners, maar ook voor de Schager leveranciers. Honderden extra monden moes ten gevuld worden en er moest materiaal aangevoerd worden voor de bouw van sluizen en molens. Toen de Zijpe, na drie mislukte pogingen, in 1596 eindelijk droog was, had Schagen er een groot verzorgingsgebied bij. Niet lang daarna startte men met de bedijking van de Wieringerwaard die weer nieuwe werkgelegenheid bood. De Gouden eeuw was inmiddels begonnen en Schagen profi teerde mee en het aantal inwoners nam toe tot 2.735 in het jaar 1618. De nieuwe inwoners moesten gehuisvest worden, dus zullen er woningen bijgebouwd of verbouwd zijn. Voor deze bouw activiteiten was veel hout nodig en het werd dus rendabel om in Schagen een zaagmolen te bouwen en te exploiteren. De molen kwam aan de Menisweg ongeveer op de plaats waar nu het winkelcentrum in Waldervaart is gevestigd. De Schager vakmensen die op de molen werkten, waren ondernemend en zeer inventief In 1617 vroegen de meester- timmerlieden Tate Philips en Hubert Philips Clapmolen, broers, patent aan op een zaagmethode waarmee uiterst dunne planken gezaagd konden worden. Het verhaal gaat dat zij uit een stuk eb benhout met de dikte van een duim 13 sneden konden zagen, zo dun als perkament. Zij waren tevens de uitvinders van het mes en groef-systeem, waarmee planken met elkaar worden verbon den. De Staten-Generaal verleende hun voor zeven jaar patent op deze uitvinding. De Schager appels Voor de agrarische producten waren er goede afzetmogelijkheden. De talloze boomgaarden leverden volop kwaliteitsfruit. De Schager appels waren alom geliefd en brachten in de grote steden goede prijzen op, vooral als de tussenhandel werd gepasseerd. In 1618 klaagden de leden van het Amsterdamse gilde van ap pelverkopers dat scheepsladingen fruit uit verschillende plaatsen waaronder ook Schagen buiten hen om verkocht werd. Het Amsterdamse stadsbestuur gaf hen gelijk en de vrije fruitverkoop werd aan banden gelegd. Door de toenemende welvaart kwam er geld beschikbaar voor de aanschafvan luxegoederen. In het centrum vestigde zich een boekverkoper, een beeldsnijder en goud- en zilversmeden. Vooral de messenmakers deden goede zaken. Waren er in de voorgaande eeuwen slechts een paar smeden die messen maakten voor de lokale markt, in 1657 waren er maar liefst drieëndertig messenmakersbazen, die vanzelfsprekend knechten in dienst gehad zullen hebben. De Schager messen wa ren vermaard om hun kwaliteit en geliefd tot in het buitenland. Ze waren te herkennen aan het liggende halve maantje onder het meesterteken op het lemmet. Messen met als meesterteken de bootshaak waren het meest in trek. Over het recht om dit meesterteken te gebruiken, is jarenlang ruzie gemaakt. In 1641 vraagt een Amsterdamse messenhandelaarster aan de weduwe van een Schager messenmaker of zij nog messen kan leveren met het meesterteken van de bootshaak en als die niet voorhanden waren dan maar met het teken van de brandhaak. Als er maar een haak op stond, want zo zei ze: soo kan ick se wel quyt worden aan de Deenen". Zij zouden het verschil toch niet zien. In het begin van de zeventiende eeuw werden de heften nog gemaakt door een familie van heftenmakers die aan het Noord woonde. Later werd het maken van de heften overgenomen door de zilversmeden die de lemmeten voorzagen van schit terend uitgevoerde heften. De messenmakerij heeft bestaan tot het begin van de negentiende eeuw toen de concurrentie van de Duitse messenindustrie te groot was geworden. Een andere beroepsgroep die profijt had van de economische voorspoed waren de bierstekers. De kwaliteit van het drinkwater uit putten en regentonnen was Het Mes m een verkeerde Hand, AtankI een gevaarelgke stand, Dies "Woed hel kind dat Spel ontnoomen: 5oo is het peen wat gaat naa wens, jfn's Deerns weiynn,voor de Mens, Om tol prooi Onqduck te koorn en De messenmaker van Jan Luyken. Een Schager mes; goed zichtbaar is het merkteken van de messenmaker, de brand- haak, en het halve maantje van de Schager messen makerij, het heft is gemaakt door een Friese zilversmid. De inpoldering van de Zijpe en de Wieringerwaard De 17de eeuw en de welvaart De messenmakers De bierstekerijen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2011 | | pagina 26