niet zeker. Zeker is wel dat het klooster te Egmond een belang rijke rol in de ontginning van het gebied tussen de riviertjes de Leets en Loet speelde8. De veronderstelling dat er tijdens deze ontginningen ook een kerkje werd gebouwd voor de plaatselijke bevolking is aannemelijk. Dat zou kunnen betekenen dat er al omstreeks het jaar 1000 een godshuis, in welke vorm dan ook, in Schagen gestaan zou kunnen hebben. Er zijn resten gevonden van een houten en tufstenen kerk. Deze stond er in elk geval vóór de kerk die in 1440 in opdracht van Willem de Bastaard werd gebouwd (waarop ik in een volgend artikel nog terug zal komen). In welk jaar deze kerk werd gebouwd, is onzeker. Dat het bekeringswerk niet altijd succesvol verliep, bewijst de poging van Willibrord om de Friese koning Radbod te dopen. Het verhaal ging dat Radbod al met één been in het doopvont stond toen hij aan de missionaris vroeg of hij zijn familie in de hemel terug zou zien. Toen de aartsbisschop zei dat dit niet het geval was, koos hij ervoor heiden te blijven. Opvolger van Wil librord, de oude Bonifatius, werd zelfs tijdens zijn bekeringsijver het slachtoffer van een overval en vermoord bij Dokkum in 754. In zijn tijd was het gebied der Friezen stevig in handen van de Frankische vorst Karei Martel. Waar Willibrord dus de basis legde voor het christendom in West-Friesland, heeft Bonifatius het bekeringswerk afgemaakt. Overigens niet in zijn eentje. Minder bekende, maar daarom niet per se minder belangrijke, missionarissen waren Adelbert (?-740) over wie werd gezegd dat hij een van de metgezellen van Willibrord was. Hij was actief in West-Friesland. Hij werd begraven in Egmond. Toen het graf werd verplaatst, hij was aan een vrome non (Wilfsit) in een droom verschenen waarin hij haar waarschuwde dat het graf dreigde onder te stuiven, ontsprong er volgens de legende een heilige bron op de plaats van het oude graf9. De Adelber- tusakker te Egmond is tegenwoordig nog steeds te bezoeken, evenals de Willibrordusput te Heiloo. Ook Werenfried was hier mogelijk actief zijn naam zou verbonden zijn met Wervershoof. Liudger (742-809) was de enige 'inheemse' missionaris. Hij werd geboren in 'West-Friesland'. Hij kreeg zijn opleiding van Alcuïn te York in Engeland. Na zijn priesterwijding keerde hij in Ï>cl3™vl82a terug naar zijn geboortegrond om daar het woord Gods te ver kondigen. Hij was degene die Bernlef (Friese zanger en dichter) zijn gezichtsvermogen teruggaf door een kruisteken over zijn ogen te maken10. Liudger was belangrijk als verspreider van het christendom onder de Saksen in het oosten van het huidige Nederland. Op welke manier brachten de missionarissen het nieuwe geloof aan de man/vrouw? Het eerst werd getracht de adellijke bovenlaag katholiek te maken, het gewone volk zou dan vanzelf volgen. Vrijheid van godsdienst als grondrecht bestond niet. Jan Blokker en zonen hebben het in hun onvolprezen 'het voorou dergevoel' over een zogenaamd basispakket voor pas bekeerde heidenen. Ze mogen maar één God (die op zijn beurt bestaat uit de vader, zoon en heilige geest) aanbidden, ze moeten de ge loofsbelijdenis kennen evenals het onze vader. Verder moeten ze een bepaalde periode vasten, een tiende van hun inkomsten aan de kerk geven en regelmatig de kerkbezoeken 11Het nieuwe geloof schrok er niet voor terug zich aan te passen aan bepaalde heidense rituelen als dat het bekeringsproces vergemakkelijkte. Zo werd het Germaanse lentefeest het christelijke Pasen. Ook Kerstmis stamt af van het Germaanse midwinterfeest. Er werd geofferd aan heiligen. Eerder zagen we al dat kerken op heidense ereplaatsen werden gebouwd. Verder was het zo dat de heide nen voorgehouden werd dat het katholicisme grote voordelen boven het heidense geloof had. De christelijke God is goed voor zijn gelovigen. Het was niet voor niets dat de christenen in de rijkste landen ter wereld leefden waar wijn en olie vandaan kwamen. Bepaalde heidense gebruiken dienden te worden bestreden door de missionarissen. Enkele voorbeelden daarvan waren voortekenen door vogels, paarden, rundermest en niezen en godenbeelden van deeg of vodden '2. Ook kon de beke ringsijver een gewelddadige vorm aannemen; het christendom te vuur en te zwaard verspreiden was dan het devies. Heilige eiken werden omgehakt en heilige runderen geslacht, als dan de bestraffing door Germaanse goden uitbleef werd gedemon streerd dat het heidense geloof inferieur was. Misschien waren voor de ongelovigen wel het meest indrukwekkend de verhalen De abdij van Egmond; detail glas-in-loodvenster in de Christoforuskerk te Schagen. De kerk van Schagen gebouwd in opdracht van Willem van Beijeren in plusminus 1440 op een aquarel toegeschreven aan A.J. van Cantfort, secretaris van Schagen aan het begin van de negentiende eeuw. 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2011 | | pagina 18