W- a ffiroro v-SX(= rmbrrv 3% la prtir.n' ii rams tosrta S-tH-r[T;Cinuwli nu officieel christen waren. De christelijke kerk werd hierdoor steeds machtiger. Niet alleen een religieuze, maar ook een poli tieke machtsfactor waar rekening mee gehouden moest worden. Na de ineenstorting van het West-Romeinse Rijk in 472 is van groot belang geweest dat Clovis, de koning der Franken, een Germaanse stam die zich tijdens de grote volksverhuizingen in Gallië had gevestigd, zich in 497 tot christen liet dopen. Dit betekende in de middeleeuwen dat het gehele Frankische volk christen of katholiek werd. Hiermee begon een even wonder lijke als vruchtbare samenwerking tussen kerk en staat, die ook zijn sporen zou nalaten in het latere West-Friesland. Waarom deze samenwerking? Beide partijen hadden er voordeel bij. De katholieke kerk zag het aantal gelovigen, en dus inkomsten, sterk toenemen, terwijl Clovis behoefte had aan ambtenaren die konden lezen en schrijven (priesters of monniken!) en gehoorzame en godvrezende onderdanen. Bovendien konden missionarissen rekenen op bescherming van soldaten van plaat selijke Frankische edellieden tijdens hun niet altijd ongevaar lijke bekeringswerk. Ook werd het Frankische rijk steeds groter, aangezien het bekeerde gebied bij het rijk werd gevoegd. Later zou deze innige samenwerking tussen kerk en staat nog tot grote spanningen leiden. Wie mocht er bisschoppen benoemen, de paus of de keizer? Maar met deze zogenaamde investituurstrijd zijn we al in de hoge middeleeuwen aanbeland. We keren terug naar onze streken. In de zevende eeuw werd een begin gemaakt met de kerstening van West-Friesland door Willibrord. Ook hij werkte samen met de Frankische adel en koning (Pipijn II). Bovendien benoemde paus Sergius - 701hem tot 'aartsbisschop der Friezen'. De Franken waren steeds verder naar het noorden opgerukt en hadden intussen het gebied ten zuidwesten van de Rijn in handen. Hun rijk grensde daarmee aan dat van het Friese rijk. Dit Friese rijk was nog heidens. Vanuit oude Romeinse steden, Doornik, Maas tricht en met name Utrecht werd nu getracht de Lage Landen tot het ware geloof te brengen. Willibrord ging via de duinen naar het noorden en stichtte on geveer om de twintig kilometer, we nemen aan, houten kerkjes. Dit gebeurde waarschijnlijk op plaatsen die voor de Friezen al een godsdienstige betekenis hadden. Voorbeelden hiervan zijn bronnen en heilige bossen (de plaatsnaam Heiloo is vermoe delijk afkomstig van heilig woud van de Germaanse godin Badhuenna4. Deze kerkjes werden van relieken voorzien, die uit Rome meegebracht waren. Dit waren bijvoorbeeld stukjes stof die op het graf van Johannes de Doper hadden gelegen. Het is ook niet toevallig dat de beschermheilige van de kerk in Callinge dezelfde Johannes de Doper wass. Zo ontstonden de oerparochies Velsen, Heiloo, Schoorl, Petten, Callinge, Huisdui nen, de Westen, de Waal, Oost-Vlieland en Stroe.6 De huidige Waddeneilanden evenals Wieringen zaten nog aan het vasteland vast. Van deze oorspronkelijke kerkjes is niets meer over, o.a. omdat een deel van het gebied nu in zee ligt, de kust schoof op naar het oosten door kustafslag. Vanuit bovengenoemde oerparochies werd het veengebied, dat oostelijk van de duinen lag ontgonnen. Voor ons is Callinge van belang, aangezien vanuit deze plaats uiteindelijk de parochie Schagen ontstond. In de negende eeuw ontstond het buurt schap Kinloson (mogelijk het huidige buurtschap de Keins). Wanneer daar de eerste kerk werd gebouwd, is onduidelijk. Wel stond daar in de zestiende eeuw een kerk die aan Maria gewijd was. Waarschijnlijk werd het achterland van Callinge belangrij ker door de overstromingen in de twaalfde en dertiende eeuw, toen het zogenoemde Zijperbekken ontstond en de banne Callinge flink wat land verloor aan de zee. Door deze gebeurtenissen werd de banne Schagen belangrij ker. De eerste vermelding van Schagen, toen nog villa Scagha genoemd, treffen we aan in de Annalen van Egmond. Daarin vermeldden de monniken dat de graaf van Holland Diederik II en zijn echtgenote gravin Hildegard zes hoeven te Scagon aan het klooster te Egmond schonken1Dit gebeurde in de jaren tussen 985 en 989. Wanneer verrees de eerste kerk in Schagen? Het zou kunnen dat het klooster te Egmond de opdracht gaf een houten kerk te bou wen. Er was immers ook een meier aangesteld om het gebied in opdracht van het klooster te besturen. Woonde deze meier al in een houten versterking met aarden wal (curtis) We weten het 'DfiriTi y 110 of Is fit Willibrord, glas-in-lood-venster in de Christoforuskerk te Schagen. 1 Plinius sr. Alles over de natuur (77 n. Chr.), 2Tacitus De Germanen p. 66,3A.G.N. deel 1p. 408

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2011 | | pagina 17