6. Riviertjes, geulen en wielen Er zijn inmiddels zoveel kades en dijken gebouwd en met elkaar verbonden, dat de West-Friese Zeedijk is ontstaan. Die is op een aantal plaatsen doorbroken, bij Eenigenburg, bij Dijkstaal, tussen Sint-Maarten en Schagen, bij de Keins. Floris V beslecht de strijd met de West-Friezen in 1289 defini tief in zijn voordeel. De graven van Holland, ooit ook al de graven van Friesland, hebben het 'verloren' gebied na pakweg driehonderd jaar weer terug. Het jaar 1400 Het veen is weg, er ligt nu een laag landschap, bedekt met klei en zand. De dijken worden in de loop van vele jaren verhoogd en versterkt, omdat het land zoals het daar ligt nog voortdurend inklinkt. De zee mag dan heel langzaam een iets hoger peil krij gen, het land klinkt sneller in. Het Almere - in de vorige eeuw al groter geworden - is uitgegroeid tot de Zuiderzee met een brede verbinding naar het Vlie en de Noordzee. Het Marsdiep slijpt uit tot een enorm zeegat door de werking van water en wind. Het Zijper zeegat - in de vorige eeuw nog gevaarlijk - verzandt, evenals het Heersdiep, eveneens door de werking van water en wind. Callantsoog, bijna anderhalve eeuw een echt eiland, De politiek draait om de vraag wie het in het noorden voor het zeggen heeftde graaf van Hollandof de inwonersdat wil zeggen de plaatselijke adel evenals Huisduinen, begint weer verbonden te raken met Pet ten. Texel zal uitsluitend per boot bereikbaar blijven, evenals Wieringen. De politiek draait om de vraag wie het in het noorden voor het zeggen heeft, de graaf van Holland, of de inwoners, dat wil zeggen de plaatselijke adel'. Die strijd duurt lang en de partijen veranderen in de loop van de eeuwen. De graafwordt enige eeuwen later de Staten van Holland en West-Friesland, en nog weer later 'het Rijk' en de Provincie, de inwoners worden de Waterschappen en voor een deel de Gemeenten, maar ook partijen als het 'Plaatselijk Belang'. Het jaar 1500 De graafvan Holland heeft alle dorpen en stadjes van West- Friesland in de eerste helft van de afgelopen eeuw stadsrechten verleend, meestal tegen betaling (de macht heeft altijd geld nodig). Hij doet dat om op die manier zijn greep op het gebied te versterken, doordat hij langs deze weg bv. de rechtspraak in handen krijgt en een deel van de benoeming van belangrijke posten (zie kader 8), tegelijk staat hij een deel van zijn macht af aan de inwoners, doordat een deel van de rechtspraak in handen van de inwoners zelfblijft, bij de schepenen. Zo waren de inwo ners dat gewend, zo wilden ze het zo veel mogelijk houden. Daarnaast heeft hij grote gebieden uitgegeven als heerlijkheid. Zo ook het gebied van Schagen, Barsingerhorn, Haringhuizen en Kolhorn, en Burghorn (ingepolderd in tussen 1456 en 1461de heerlijkheid Schagen. Willem van Beieren heeft nadat hij in 1427 de Heerlijkheid Schagen als leen ontving, het slot in Schagen aangepast aan zijn behoeften (er stond op die plek al een hofstede), de kerk van Schagen is vervangen door een grote stenen kerk, meer in over eenstemming met de belangrijkheid van de Heer van Schagen. Schagen heeft marktrechten gekregen, tweemaal per jaar een jaarmarkt en een wekelijkse markt. In Burghorn draait de eerste watermolen. Om het land zo droog mogelijk te houden, slaat deze het water uit op Schagen en door de sloten naar Kolhorn, waar het water via sluizen die alleen bij eb opengaan, wordt gespuid op het wad. 7. Graven In Schagen is een aantal riviertjes bekend gebleven bij naam. De Loet was oorspronkelijk een veenriviertje (het woord betekent iets als ondiepte, ondiepe geul) dat naar het zuidwesten stroomde langs de Molenweg en zo verder het land in richting Cornelissenwerf. De Leets (dat is Fries voor Leek, denk ook aan de rivier de Lek) is een riviertje dat er nu nog steeds is en wel aan de oostkant van de N241Het stroomde van noord naar zuid of mogelijk andersom. Het Heersdiep was een zeegat (net zoals nu nog steeds het Marsdiep), maar kleiner van omvang dan het Marsdiep in de periode tussen ruwweg het jaar 1000 en 1400, toen het gat definitief verzand was. Het Vlie is eveneens een zeegat, tussen Eierland (het noordelijke deel van het huidige Texel) en Vlieland in; het was een diepe geul waardoor zeewater bij vloed en eb in- en uitstroomde, zolang er iets over dit land bekend is. Dus ook de Romeinen kenden dit zeegat al en maakten er soms gebruik van. De Grimswiel kent iedereen tegenwoordig alleen nog bij zijn huidige naam: de Schagerwiel. De naam Grimswiel heeft deze wiel te danken aan de omstan digheden waaronder dit water is ontstaan, een reeks verwoestende dijkdoorbraken, waarvan de eerste vermoedelijk plaats had in 1170, de tweede 1196 en de derde in 1248. Het was in de meest letterlijke zin een grimmige, een boosaardige plek, een plek waar de storm woedde. In het middeleeuwse verhaal 'Van den Vos Reinaerde' speelt de wolf Isegrim een belangrijke rol en hij heet dus niet voor niets de woe dende, de grommende. De eerste graven van Holland (Midden-Holland, dan nog Maasland geheten), Kennemerland en Texel zijn Gerulf (periode 850 -896), Dirk I (ca. 875 - 925 of 939), diens zoon of kleinzoon Dirk II (930 - 988). 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kakelepost - Schagen | 2011 | | pagina 12