in Schagen
1850-1950, deel 2
Het tweede deel van dit verhaal over de strijd tus
sen en het samenwonen van rooms-katholicisme
en protestantisme in Nederland en in Schagen in het
bijzonder vertelt over de periode van de afgelopen an
derhalve eeuw. Niets ontziende praktijken gaan hand in
hand met geslaagde pogingen tot verzoening.
Herziening van de Grondwet 1848
In 1718 had de vroedschap een spinbaan geopend op t Noord
ten behoeve van de armen van alle gezindten. Die armenzorg
werd zelfs financieel ondersteund door legaten van de rooms-
katholiek Cornelis Bregman en Vrouwe Johanna van Schagen.
Maar in 1800 werd de eigendom van het weeshuis, ooit gesticht
voor alle wezen ongeacht hun religie, echter betwist door de
gereformeerde weesmeesters. Zij stelden dat het weeshuis ook
hun eigendom was en dat hierin dus alleen gereformeerde
kinderen mochten worden toegelaten. Uiteraard tekenden de
rooms-katholieke armenbestuurders hier protest tegen aan.
Maar de slepende kwestie die hieruit ontstond, eindigde met
een besluit van de gemeenteraad van 4 december 1854, dat het
weeshuis een kerkelijke instelling was, waarvan het bestuur dus
moest worden overgelaten aan de hervormde gemeente. Dit
besluit zal zijn gebaseerd op de herziening van de Grondwet van
1848 door het kabinet-Thorbecke, waarin volledige schei
ding van kerk en staat was opgenomen. Eindelijk hadden de
katholieken volgens die grondwet ook weer gelijke rechten als
de hervormden gekregen. Dat besluit was echter al aanleiding
geweest tot enige lichte wrijving in het rustige stadje, dat meer
het aanzien had van een groot dorp. Er stonden in dat jaar maar
387 huizen, waarvan het totale inwonertal 1.995 mensen telde.
De meerderheid daarvan was hervormd in een verhouding
van 1.025 hervormden en 543 katholieken. Sinds de kwestie
met het weeshuis in 1800 had de vrijheid van godsdienst en
het toestaan van bisdommen in 1848, nogmaals grote weerzin
opgewekt bij de hervormden. Vooral met het herstel van de
bisdommen was heel protestants Nederland te hoop gelopen,
waardoor het kabinet-Thorbecke zelfs ten val kwam. De nieuwe
grondwet kan eigenlijk, geheel onbedoeld, gezien worden als
een begin van de verzuiling die langzaam de kop begon op
te steken. Het leek erop dat bij beide partijen de wederzijdse
beschuldigingen en wreedheden van een paar honderd jaar
geleden, nog niet geheel uit de hoofden was verdwenen. Met
de komst van de bisschoppen zagen de hervormden kenne
lijk een nieuwe bedreiging van hun verworven posities en de
katholieken zagen eindelijk weer een kans zich te hergroeperen.
Het stijgende inwonertal ten gevolge van toenemende wel
vaart werkte eveneens de hokjesgeest in de hand. De welvaart,
ruwweg tussen 1840 en 1880, was vooral te danken aan de
bloeiende landbouw en veeteelt. De boerenstand van Schagen
bestond vrijwel uitsluitend uit melkveehouders, die de melk
tot kaas verwerkten. De kaas kon in die tijd voor goede prijzen
op de markten worden afgezet. Ook de export van koeien en
schapen naar Engeland floreerde. Met financiële steun van de
boeren waren de katholieken weer in staat hun eigen kerken te
bouwen. Ook in de omgeving, zoals o.a. in Tuitjenhorn in 1859,
in t Zand in 1864 en ook in Schagen wat later in 1882.
Boeren verliezen grip op de samenleving
Sinds oude tijden had de raad vooral bestaan uit 'rijke' vee
boeren, die op politiek gebied grotendeels de dienst hadden
uitgemaakt. Maar door de ontwikkelingen in handel en nijver
heid begonnen de boeren hun monopoliepositie te verliezen.
Tijdens de verkiezingen voor de gemeenteraad in 1877 waren
er ook twee middenstanders in de raad verschenen, tot erger
nis van de boeren. Winkelier J. Dorbeck en koopman J. Noë
werden verkozen boven twee welgestelde boeren, Cornelis
de Pater en Jan Borst en kort na de eeuwwisseling werd op 30
juli 1905 onder aanvoering van slager Piet Raat Dzn zelfs een
algemene middenstandsvereniging opgericht, waarin een twin
tigtal winkeliers hun belangen en grieven onderling kenbaar
Dooreen voorloopig co-
mité van eenige onzer Katholieke inge
zetenen worden pogingen in het werk ge
steld, alhier eene Katholieke kiesvereeniging
op te richten. Dinsdag had voor dat doel
eene bespreking plaats in een der localen
van de R. C. school alhier.
Nader kunnen wij hieromtrent mededee-
len, dat er besloten is tot het oprichten oener
katholieke kiesvereeniging en54 personen als
lid zijn toegetreden. Als bestuursleden zijn
gekozen de heerei)D. Konijn, IJ. P. Caarls
C. N. VlamingJ. F. O. de Rot, P.
I Eenneman. Tot afgevaardigden naar de op
24 Mei te houden algemeens vergadering
te Alkmaar zijn gekozen de heeren J. F.
G. de Rot, S. Keet JDz. en C. N. Vla-
I ming.
In 1894 werd de R.K. kiesvereniging opgericht.
De verzuiling
14